Dit najaar verschijnt met Nova Zembla de eerste Nederlandstalige 3D-film, in 2010 waren wereldwijd drie van de vier meest winstgevende producties in 3D. Maar volgens critici is de techniek alweer op z’n retour. Dat is voorbarig. “Mits de ruimtes personages worden, en licht, perspectief en kleuren door 3D een veel grotere rol krijgen. Eigenlijk was dat altijd al de essentie van cinema.”
Toen Avatar, Toy Story 3 en Alice in Wonderland kort na elkaar ieder meer dan een miljard dollar opbrachten, leek 3D plotseling niet meer weg te slaan uit Hollywood. Het publiek leek blij met het nieuwe speeltje en de kassa’s rinkelden. De studio’s hoopten dat hiermee eindelijk de gestaag dalende bezoekersaantallen konden worden omgebogen.
Ridley Scott, de man achter Blade Runner, Gladiator en Robin Hood en nu bezig met de scifi-horror Prometheus, riep eind juli dat hij nooit meer zonder 3D wilde werken. Zelfs niet in de kleinste dialoogscènes. En Scott is een grote naam in Hollywood. Maar zei de Brit dat puur uit liefde voor de techniek? Nee. Want 3D is niet alleen een manier van filmen, het is op het moment ook Hollywoods belangrijkste wapen in de strijd tegen piraterij. Echte 3D-films zijn alleen te bekijken met 3D brillen in speciaal uitgeruste bioscopen. De illegale downloader kan er thuis niks mee. Zolang dat illegale downloaden juridisch niet kan worden aangepakt, hopen de studio’s dat 3D de kijkers naar de bioscopen blijft lokken.
Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. In de jaren vijftig lanceerde Hollywood het filmkijken in widescreen als wapen tegen de opmars van televisie. Nergens anders kon het publiek zulke fantastische weidse beelden zien als in de bioscoop. Dat avontuur liep slecht af: widescreen verdween naar de zijlijn en televisie veroverde de wereld.
Hoe het 3D avontuur zal verlopen is niet te voorspellen, maar zo geruisloos als widescreen indertijd verdween zal deze nieuwe techniek zich niet laten afserveren. Ook al laten de tegenstanders steeds luider van zich horen, en lopen de opbrengsten in de VS terug nu de nieuwigheid eraf lijkt en bezoekers nog steeds gemiddeld vijf dollar per kaartje moeten bijpassen voor een 3D-film.
Amerika’s bekendste filmcriticus Roger Ebert schreef vorig jaar in een ingezonden stuk in Newsweek onder de titel Why I hate 3D (And you should too) dat Hollywoods hysterisch produceren van 3D-films suïcidaal was. Volgens hem voegt de techniek niets toe, leidt het de filmkijker alleen maar af en zorgt het bij sommigen zelfs voor misselijkheid en hoofdpijn.
“Als je film niks wordt, maak hem dan 3D”, was een grap die vorig jaar online een tijdje rond zong. En terecht. Na de enorme kassuccessen van Avatar en een paar andere titels leek ineens elk actiespektakel in de 3D-mal gegoten te moeten worden. Het bleek zelfs geen probleem als er niet 3D gefilmd was want de beelden konden daarna met speciale software alsnog worden omgezet. Met als resultaat derdehands rommel als Clash of the Titans waarin een doodgeboren scenario kunstmatig in leven moest worden gehouden door de 3D special effects. Als het zo ging, zou het publiek die vijf dollar snel in z’n zak houden.
Het was dus geen verrassing toen het Amerikaanse bioscooppubliek onlangs flink aan de bel trok. Bij het verschijnen van Pirates of the Caribbean: On Stranger Tides en Animations Kung Fu Panda 2 ging voor het eerst meer publiek naar de 2D versies die ook van beide films te zien waren. De 3D versies liet men links liggen. Wereldwijd heeft die teruggang nog niet doorgezet maar de angst zit er goed in bij de studio’s. Steven Spielberg en Peter Jackson, twee andere grote spelers in Hollywood, verklaarden een maand geleden dat de prijzen voor de kaartjes eigenlijk omlaag moeten. Dat zou inderdaad kunnen helpen. En misschien verandert de markt wel weer ten gunste, zodra het publiek massaal 3D televisies gaat kopen en de films thuis gekeken kunnen worden. Maar de belangrijkste les is toch: als je het doet, doe het dan goed. Misschien kunnen zelfs de arthousefilms daar een rol in spelen.
Want sinds kort is 3D niet meer alleen het toverwoord van de Amerikaanse blockbusterfilms. Ook op andere plekken gebeuren spannende dingen. Voor Wim Wenders werd het door 3D eindelijk mogelijk zijn al jarenlang geplande dansfilm over de Duitse choreografe Pina Bausch te maken. Wenders, niet verlegen om klare taal, zegt inmiddels verslaafd te zijn aan de technologie. Hij kan geen reden bedenken om te stoppen met het gebruik ervan. De meningen over het succes van het gebruik ervan in Pina zijn verdeeld. De een vindt dat de verhoudingen tussen de ruimtes en de dansers nu veel beter tot z’n recht komen, de ander vindt de film een gimmick voor dansliefhebbers, geen must-see voor cinefielen.
En dan is er die andere megalomane Duitser, Werner Herzog. Totaal onverwacht besloot Herzog een 3D film te maken over de wandschilderingen in de meer dan 30.000 jaar oude Grotte Chauvet Pont d’Arc in de Franse Provence. Hij verklaarde ‘mild-sceptisch’ te zijn over de toekomst van de technologie in film en gaf ook eerlijk toe dat hij die deels had ingezet omdat de financiering van z’n film dan gemakkelijker zou zijn. Maar Herzog had ook overtuigend artistieke redenen om zijn film in 3D te willen maken: volgens hem kon alleen zo de ervaring van het in-die-grot-zijn aan de kijker worden overgebracht. In een interview vertelde de regisseur dat bezoekers na de première op het filmfestival van Toronto bij het verlaten van de zaal spraken alsof ze in de grot hadden gestaan en niet alsof ze net een film hadden gezien.
Ook op andere plekken buiten Hollywood wordt inmiddels 3D ingezet. Het Royal Opera House in Londen produceerde een 3D filmversie van Bizets opera Carmen en in 2012 zal een 3D versie van Madame Butterfly verschijnen. De boel is dus in beweging.
Inmiddels dalen de productiekosten van 3D en wordt de technologie beter, ook onder invloed van de grote sprongen die fabrikanten van ‘gameconsoles’ maken. Ongetwijfeld gaat daardoor de scherpte van de beelden toenemen en zullen de films lichter worden; nu zijn ze vaak nog te donker. Dat zou de scepsis van tegenstanders kunnen doen verdwijnen, maar dan moet er behalve goedkopere kaartjes ook nog iets anders gebeuren. Want de simpele waarheid is dat de technologie in filmland alleen een succes zal worden als de kwaliteit van de verhalen de boventoon blijft voeren. Zelfs bij een actievehikel als Clash of the Titans. Als 3D alleen gebruikt blijft worden als gimmick dan zal die verdwijnen.
De vraag is of de technologie ook nog anders ingezet kan worden. Misschien meer expressionistisch, suggereerde een Nederlandse filmcriticus onlangs, bedoelend dat de beelden meer verdraaid, verstoord en vertekend kunnen worden al naar gelang de stemming van de hoofdpersoon. Daar ligt wellicht een sleutel tot succes. 3D biedt, zoals in Alice in Wonderland, een prachtkans werelden te creëren waarin de kijker zich kan onderdompelen. Maar zoiets werkt alleen door een hele uitgekiende cameravoering. Dan kan het zelfs bij minder spectaculaire arthousefilms een krachtig effect hebben. 3D vraagt van regisseurs wel een hele andere benadering, eentje die alle ruimtelijke verhoudingen in de beelden ten volste benut, zodat niet alleen de gezichten van de acteurs maar ook de ruimte zelf kracht en expressie krijgen. De ruimtes moeten personages worden, en licht, perspectief en kleuren moeten door 3D een veel grotere rol krijgen. Eigenlijk was dat altijd al de essentie van cinema. Eigenlijk is dat allemaal al lang de essentie van cinema. Als filmmakers dat opnieuw willen accepteren, kan 3D de cinema een flinke stap verder brengen.