Käthe Kollwitz zit op Instagram. Op een van haar tekeningen staat een kindergezichtje, goed voor 4222 hartjes. Het is liefde. Niemand twijfelt. Vind-ik-leuk, vind-ik-leuk. De commentaren gebaren van geborgenheid. Kijk maar hoe mooi het kindje slaapt. Haar moeder friemelt door haar dunne haartjes. Je ziet een grote mensenknie, twee flinke handen.
Ik word er ongemakkelijk van. Ik word er mottig van. Hoe langer ik kijk, hoe kwader ik word. Het gaat mis. Niet lang meer en het gaat mis. Het loopt zo dikwijls mis.
Ik herinner me momenten naast het bed van mijn pleegzoontje. Zijn armpjes staken uit een gestreepte slaapzak van de Hema. Ik veegde zijn haartjes voorzichtig opzij. Zijn oogjes waren eindelijk dicht. Soms werd ik bang van wat ik voelde: de mogelijkheden van mijn macht. Het jongetje was overgeleverd aan mij. Nu weer aan mij. In plaats van in zijn onschuld te geloven verbaasde ik me over mijn overwicht. Het vertrouwen van een kind legt een dreiging bloot. Ik pas wel op om daar comfort in te vinden.
Je kunt alleen maar hopen dat het nergens in een kinderkamer hangt
De wereld overschat zijn eigen tederheid. Of toch minstens bij Käthe Kollwitz op Instagram. Het is allemaal tof en mooi, het meisje en haar moeder. Zelf heb ik trouwens ook op het hartje geklikt. Omdat de tekening laat zien hoe troebel liefde is, helderder en duidelijker dan de omhaal van woorden die ik ervoor nodig heb. Kopf eines Kindes in den Händen der Mutter is een topper uit 1900, simpelweg in potlood. Het hoofdje staat op postkaarten. Je kunt het kopen als poster, bestellen op canvas. Je kunt alleen maar hopen dat het nergens in een kinderkamer hangt.
Want de tekening van Kollwitz is een voorstudie. Het echte werk is een drieluik dat in Keulen hangt, gekrast met een koude nagel in gepolijst staal. Het kind is dood. Moederliefde is niet veilig. Armoe, wanhoop, onvermogen zijn voorwaarden die doorwegen. Daarna komt de overmacht. Er zijn zoveel soorten moeders. Het is een schaal van kunnen tot niet kunnen, tussen willen of niet en alles daartussenin. En al die tijd heeft het kind hetzelfde vertrouwen. Vind-ik-leuk. Vind-ik-leuk. Veel leuker dan de volwassen wisselvalligheid.
Jarenlang heb ik me de kop gebroken over wat iemand vertelde over haar bevalling. Haar dochter werd geboren. Het kindje werd in haar armen gelegd en wat ze toen voelde, zei ze, was allesoverheersend onvoorwaardelijke liefde. Je mag er geen bedenkingen bij hebben, maar ik kan er niks aan doen. Er zijn dagen dat ik er ellendig van word. Bijvoorbeeld als ik een jongetje zie op Twitter, helemaal verfomfaaid van een bomaanslag, of als ik lees hoeveel baby’s in het ziekenhuis blijven wonen omdat ze thuis niet veilig zijn. En dan is nog Käthe Kollwitz op Instagram, met 4222 hartjes en dat van mij.