Voor haar theaterproductie In Solido, die tijdens Musica Sacra in première gaat, bracht Lieke Benders enige tijd in een klooster door. In haar zoektocht naar inspiratie, geloof en zichzelf belandde ze ook op een christelijke vrouwenconferentie. “Dat je alleen bent, een carrière wil en wel ziet waar je uitkomt, was geen optie.”

Aan de rand van het katholieke speelveld

Opeens valt het op dat Lieke Benders haar koffiekopje soms automatisch náást het schoteltje zet. Een zekere symboliek dringt zich daarbij op. Haar fascinatie voor het geloof is zo groot dat ze er artistiek niet omheen kan, maar in de praktijk lijkt het kopje steeds naast het schoteltje terecht te komen.
Theatermaakster Lieke Benders (Den Bosch,1980) werkt graag op locatie, liefst op plekken van rust en bezinning. In 2005 maakte ze voor theaterwerkplaats Het Huis van Bourgondië Orante, een stuk over het kloosterleven. Ook toen bracht ze enige tijd in het klooster door om te horen en te voelen hoe het is. “In Orante wilde ik eerst vooral chaos laten zien. De meubels moesten eruit en de kruisen van de muur. Eigenlijk was ik dat hele klooster aan het ontkennen. Tijdens de repetities dacht ik: dit klopt niet. Ik ben ook aan het ontkennen wie ikzelf ben. Ik heb alle spullen teruggezet en toen pas de voorstelling gemaakt.” Lag de nadruk toen op de beschouwer, nu ligt die meer bij de kloosterling. “Ik wilde het thema nog meer uitdiepen.”
Zoeken naar het geloof is ook zoeken naar haar roots. Binnenshuis bleef het katholicisme beperkt tot het opsteken van een kaarsje of het bidden tot de heilige Antonius, patroonheilige der verloren zaken. Buitenshuis (Benders groeide op in Sittard) bezocht ze een school van katholieke signatuur, zong in het kerkkoortje, werd lid van de scouting en schopte het tot bordjesdrager bij schutterij Sint Rosa.
Aan het einde van haar studietijd aan de Toneelacademie Maastricht kwam het verlangen naar meer verdieping. Ze besloot om in etappes naar Santiago de Compostella te lopen. “Het ging allemaal zo snel dat ik een grote behoefte voelde om me te bezinnen. Ik had geen nieuwe verhalen meer, alles was opgebruikt. Tijdens het lopen realiseer je je hoeveel mensen je langs die weg zijn voorgegaan. Je opmerkzaamheid wordt steeds groter. Opeens zie je in de roofvogel die dagen boven je hangt een boodschapper. Het was hartje zomer, het asfalt was gesmolten, de blaren prikten aan mijn voeten. Elke keer als het water op was terwijl ik nog een uur moest lopen, kwam ik iemand tegen met water. Je kunt natuurlijk denken dat het erg toevallig is, maar waarom zou ik het niet als bijzonder ervaren? Er zijn geen wonderen voor hen die er niet in geloven.”
Opnieuw nam ze haar intrek in een klooster om inspiratie op te doen voor een nieuwe voorstelling waarin ze vooral de kracht van kluizenaarsleven wil laten zien. De zusters zullen er even aan hebben moeten wennen om een jonge vrouw met veel vragen in hun midden te hebben. Benders: “Toen ze me in Orante voor het eerst in een habijt zagen, kwamen ze niet meer bij van het lachen. Toch hebben ze me altijd gesteund en geloofd in mijn oprechte bedoelingen.” En haar twijfels aangehoord, zoals blijkt uit haar kloosterdagboek dat ze voor een goed begrip ter inzage geeft. ‘Dit keer had ik me voorgenomen om het geloof niet te aanschouwen maar het te ondergaan,’ schrijft ze de eerste dag. Maar het mea culpa uitspreken of knielen voor het altaar: het wil haar nog niet lukken. ‘Het is een te groot gebaar voor mij op dit moment.’ Al meldt ze dezelfde avond nog enige vooruitgang: ‘Het is al verworden tot een laf knikje’. Met Jezus heeft ze weinig op. ‘Ben ik wel katholiek als ik niet in Jezus geloof, in de zin van Zoon van God?’ Ze kiest ondubbelzinnig voor Maria, ‘het moederlijke, natuurlijke, aardse en vrouwelijke symbool van liefde en hoop’.
De zusters namen haar mee naar de Wereld Jongerendagen in Keulen. De sfeer had veel weg van een popfestival: zo’n zevenhonderdduizend jongeren waren er samen gekomen en sliepen ’s nachts op het veld. De paus was er top of the bill, maar in de joelende menigte voelde ze zich niet op haar gemak. Steeds verder schoof ze met haar spullen naar achter. “Helemaal achteraan zag ik twee jongeren die lagen te vrijen. Daar, aan de rand van het veld, voelde ik me heerlijk. Voor mij was het hoogtepunt trouwens niet de aanwezigheid van de paus, maar dat je met 700.000 jongeren op een kluitje kunt overnachten zonder dat iemand je tas pikt.”
Onlangs schreef ze zich met een collega-actrice in voor een christelijke conferentie met als thema: Vrouw wie ben je? “Ik hoopte er een moderne katholieke visie op de positie van de vrouw te vinden, maar na afloop van die dag voelde ik me verdrietig en misplaatst. Het draaide uit op één grote propaganda voor de vrouw als moeder. Ons werd voorgehouden dat je óf moeder zou worden van velen, een zuster dus, óf moeder van je eigen kroost. Andere kleuren waren er niet. Dat je alleen bent, een carrière wil en wel ziet waar je uitkomt, was geen optie.”
Na die bijeenkomst dacht ze: wat nu? “Hoe kan ik met respect voor de zusters mijn eigen visie neerleggen? Ik heb echt niet de ambitie om een nieuw geloof te verkondigen, ik ben hooguit wat vrijer in de vorm. Ik ben ook maar een product van mijn tijd.” Veel trek om bij andere religies te buurten heeft ze niet. “Ik ken de symbolen van het katholicisme, waarom zou ik een andere taal gaan leren? Ik vind het zeer zinvol wat kloosterlingen doen. Ze trekken zich niet terug uit eigenbelang maar doen dat voor de hele samenleving, om te bidden voor de mensheid. Met die nobele intenties wil ik mijn publiek confronteren. Want die intenties geven hoop, en dat is een troostrijke gedachte, of het nou werkt of niet.”
In In Solido, dat ze als onderdeel van Musica Sacra opvoert, nodigt ze de toeschouwer uit om samen met de zusters naar de actualiteit op tv te kijken: zusters versus de ellendige buitenwereld. “Ik denk dat het algemene beeld is dat zusters zich terug hebben getrokken achter de kloostermuren en zich daarmee onttrekken aan een zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar ik denk dat ze zich wel degelijk betrokken voelen bij elkaar en de buitenwereld.
Veel mensen denken dat je met zusters geen normaal gesprek kunt voeren omdat ze er radicaal orthodoxe denkbeelden op na zouden houden, maar dat is niet mijn ervaring. Ze hebben voor een ander leven gekozen maar hebben evenveel twijfels als wij. Zonder zweverig te worden, wil ik tonen dat momenten van stilte en meditatie essentieel zijn voor de mens. Benedictus spreekt van ‘bezielde tijd’. Als ik iets met deze voorstelling zou willen zeggen dan is het dit: laten we wíllen geloven.”

In Solido wordt gespeeld bij de Zusters van de Voorzienigheid, Veldstraat 20 Maastricht. Try-outs: 16/9 en 17/9 (reserveren: www.huisvanbourgondie.nl). Première: 18/9, dan 19/9 en 20/9. (reserveren www.musicasacramaastricht.nl). Aanvang 19.45 uur.
Lieke Benders: “Ik ken de symbolen van het katholicisme dus waarom zou ik een andere taal gaan leren?” foto Perry Schrijvers