Het theatrale werk van Laure Prouvost wordt bevolkt door theedrinkers, octopussen en haar oma die een discodansje doet. EDO DIJKSTERHUIS sprak met haar. ‘Kunst is altijd politiek: je laat je brein reageren op de wereld.’
‘Film is een ruimtelijk medium, zowel fysiek als mentaal. Kijk maar!’ Laure Prouvost kantelt het scherm van haar laptop waardoor haar gezicht, we spreken elkaar via Zoom, uit beeld verdwijnt. ‘Je kunt nu willekeurig welk hoofd op mijn lijf bedenken.’ Ze strekt haar armen uit tot buiten beeld. ‘En mijn armen zouden nog voor meters kunnen doorlopen.’
Terwijl haar trui nog minutenlang in beeld blijft, gaat ze verder met haar lofzang op het medium. ‘In film komt alles samen: beweging, geluid, stemmen, verhaal. Film spreekt meerdere zintuigen aan en dat maakt het krachtig – propagandisten zijn er niet voor niets dol op. Ik mocht als kind geen tv kijken; toen ik er eenmaal kennis mee maakte, dacht ik: dit is te goed om waar te zijn!’
Door de jaren heen is Laure Prouvost (Roubaix, 1978) haar films gaan ‘aankleden’ op een manier die het bioscoopidee, een donkere zaal met klapstoelen, ver overstijgt. Ook in de tentoonstelling Deep See Blue Surrounding You in het Bonnefanten in Maastricht worden bezoekers ondergedompeld in een allesomvattende setting met vissen als waterspuwers, lichteffecten, zitjes, aquatische vergezichten, zwerfvuil en barokke fantasievegetatie.
‘Elke keer neem ik me weer voor het minimalistisch te houden, maar het lukt me niet. De elementen in de ruimte kun je beschouwen als relieken, een bewijs van ons eigen bestaan en van de werkelijkheid. Het belangrijkste is dat ze de kijker verheffen tot hoofdrolspeler of op z’n minst personage in het verhaal. Ik wil de grens tussen kunst en werkelijkheid laten verdwijnen.’
Grenzen vervagen, dat is wat Prouvost graag doet. Niet alleen de grens tussen haar werk en het publiek, maar ook tussen feit en fictie, heden en verleden en zelfs geografische grenzen. Sinds haar presentatie in het Franse paviljoen op de Biënnale van Venetië in 2019 staat Prouvost vol in de schijnwerpers. Ze is een kosmopoliet die in haar werk vrijelijk Frans en Engels mengt en naar eigen zeggen droomt ‘in vissentaal, maar vooral in het Engels van de niet-Engelstalige wereld die zich de taal heeft toegeëigend.’
‘Toen ik Frankrijk verliet om in Londen te gaan studeren, realiseerde ik me voor de eerste keer dat taal een construct is. Taal is als klei die, als je haar niet helemaal onder controle hebt, misverstanden oplevert waarmee je heerlijk kunt spelen en provoceren. In mijn eerste film, It, Heat, Hit uit 2010, wilde ik emoties weergeven met geluiden die voorbijgaan aan taal: de geur van een rijpe tomaat op de markt, de zon op je huid. Als outsider in een taal voel je je niet verplicht om heel precies te zijn en het juiste woord te kiezen. Dat is macht, je vrijheden permitteren die een native speaker niet heeft. En die positie van buitenstaander is essentieel voor een kunstenaar. Het geeft je de mogelijk om dingen van een afstand te bezien.’
Prouvost woont in Antwerpen. Sinds vorig jaar heeft ze een residency in Brussel waar ze naar eigen zeggen betrokken is bij het opzetten van een bureau voor diepzeereizen. Hoewel haar 6-jarige dochter haar helpt bij de vertaling van het Nederlands, voelt ze zich in België beter thuis dan in Groot-Brittannië. ‘Ik kom uit Lille, ik voel me Vlaams en ik houd van België. Ik hoor thuis in deze cultuur, in het theatrale van Bruegel en het surrealisme van Broodthaers en Magritte. Oh, nu noem ik alleen mannen, dat is vreselijk. Het zal een overblijfsel zijn van wat ik op school heb geleerd.’
Toen Prouvost in 2011 de Max Mara Art Prize for Women won, was ze helemaal niet bezig met gender of emancipatie. ‘Ik kreeg die prijs omdat ik een vrouwelijke kunstenaar ben; pas gaandeweg ben ik de noodzaak gaan inzien van de strijd voor gelijke kansen en is mijn eigen werk ook meer geëngageerd geworden. Maar volgens mij is kunst maken eigenlijk altijd politiek: je laat je brein reageren op de wereld.’
Toch blijft haar werk ver weg van het drammerige activisme dat veel hedendaagse kunst eenduidig en plat maakt. ‘Ambiguïteit is onvermijdelijk’, vindt ze. ‘Zo heeft de industriële revolutie de emancipatie van vrouwen mogelijk gemaakt, en tegelijkertijd de klimaatcrisis in gang gezet. Ik vel daar geen oordeel over, maar nodig de kijkers uit om te verdwalen in schoonheid. Ik probeer dat te doen met humor, want die zet de deur open naar verbeelding zonder limiet.’
Dat geldt zeker voor Wantee (2013) waarmee ze in 2013 de verrassende winnaar was van de Turner Prize. De film vertelt het fictieve verhaal over Prouvosts grootvader, die conceptueel kunstenaar en naaste vriend van Kurt Schwitters zou zijn geweest. Tijdens het graven van een tunnel naar Afrika raakte hij vermist. Haar oma ontfermde zich over zijn artistieke nalatenschap die ze naar eigen inzicht aanpaste en waar ze haar kleindochter over vertelde tijdens het nuttigen van eindeloos veel kopjes thee.
‘Bij mij komt het ene werk organisch voort uit het vorige, dus mijn grootouders keren telkens terug in mijn kunst’, vertelt Prouvost. ‘Net als thee trouwens. Thee staat voor huiselijkheid, even een pauzemoment nemen met z’n allen om van binnenuit warm te worden. John Latham, die ik beschouw als mijn artistieke grootvader, had de gewoonte om theezakjes na gebruik te drogen op de kachel zodat hij ze kon recyclen. Voor een tentoonstelling in de Serpentine Gallery heb ik een installatie gemaakt die bestond uit kachels met theezakjes erop. Het is mijn meest conceptuele werk ooit. De recensent van de Daily Mail schreef: waar is de kunst gebleven?!’
Vorig jaar plaatste ze een metershoge bronzen octopus op het strand van de Belgische badplaats De Panne als onderdeel van de beeldentriënnale Beaufort. Ook haar bijdrage aan Sonsbeek in Arnhem bestond uit een inktvis. ‘Mijn voorliefde voor octopussen is begonnen met een vriend die een roman van Kafka vertaalde zonder het Duits te beheersen of een woordenboek te raadplegen. Daar heb ik vervolgens een film van gemaakt, de volgende misinterpretatie. De hoofdpersoon was een schrijver die zijn pen doopte in de inkt waarmee octopussen het water vertroebelen en om zich te verbergen. Het is schitterend om te zien hoe inktvissen van vorm kunnen veranderen om zich door de smalste spleten te kunnen persen. Ze zijn erg intelligent, maar hebben geen geheugen en geven dus niets door aan hun nageslacht. Misschien is dat zo slecht nog niet, als je ziet met hoeveel rommel wij onze kinderen opzadelen.’
Laure Prouvost, Deep See Blue Surrounding You / Vois ce bleu profond te fondre. Van 14.11 t/m 15.5 in het Bonnefanten in Maastricht. bonnefanten.nl
Uitgelichte afbeelding: Laure Prouvost, They Parlient Idéale (2019), still.