Angels in America, een van de meest bejubelde producties van het theaterseizoen, brengt actrice Hadewych Minis enkele dagen terug naar haar geboortegrond. “Toneel was voor mij jarenlang een kinderdroom. Fantasie. Later begreep ik dat theater ook werkelijkheid kon zijn.”
Een Maastrichtse engel in Amerika
Natuurlijk, ze ziet er aantrekkelijk uit. Blond, lang, sterk en knap, al denkt ze over dat laatste zelf anders. Toch is niet haar uiterlijk maar haar stem hét handelsmerk van actrice Hadewych Minis. Wie op haar website klikt op voice kan hem horen: die lekker lage, hese stem, die al bij de eerste woorden een sterke aanwezigheid verraadt. Hoor Hadewych praten en er komt iemand binnen.
Het had niet veel gescheeld of het was anders geweest. De docenten op de Toneelacademie Maastricht, waar Minis op haar 17e werd aangenomen, maakten zich zorgen over de knobbeltjes op haar stembanden die er al zaten sinds ze kind was. Het team vreesde dat haar stem haar zou beperken in haar dynamiek, bereik en veelzijdigheid. Een arts stelde haar voor een dilemma: accepteren (met een voorzichtige omgang met stemvolume) of opereren (met als resultaat een hogere stem). Minis koos voor het eerste: “Die stem is zo Hadewych.”
Ze heeft er nooit spijt van gehad: “Het is eigenlijk absurd wat ik kan met deze gebobbelde stembanden, dankzij veel stemtrainingen en een specifieke techniek die ik op de Toneelacademie heb geleerd.” Alleen als haar gezondheid te wensen overlaat, slaat dit direct op haar stem.
Ze kan er inmiddels alles mee, met die markante stem: rocken bijvoorbeeld. Hadewych Minis (Maastricht, 1977) is niet alleen actrice maar zingt ook in een band. Ze vertolkt net zo gemakkelijk Franse chansons, Duitse liederen als jazzy repertoire. En kan er ook komische typetjes mee neerzetten, bijvoorbeeld in het cabaret van Koppensnellers of stemmetjes voor de televisieanimatie Café De Wereld. Stevige filmrollen heeft ze ermee verworven, zoals de grofgebekte Gulpje in Phileine zegt sorry (regie Robert Jan Westdijk), Prinses Maximá in de VPRO-dramaserie De Kroon (regie: Peter de Baan) en miljonairsvrouw Estelle in de zwarte komedie Moordwijven van Dick Maas.
Nu speelt ze de hypergevoelige Harper in de bejubelde toneelmarathon Angels in America van Toneelgroep Amsterdam. “Soms is mijn stem lastig voor mijn imago. Mensen denken bij mij niet snel aan kwetsbaarheid. Ik kom over als een extreem energiek iemand die snel doet, praat en denkt. Maar ik heb ook een verstilde kant.” Zo maakt Minis vrijwel elke dag een wandeling van een uur voordat ze gaat slapen.
De beroemde regisseur Christoph Marthaler was de eerste die juist gefascineerd raakte door Minis’ rust, toen hij vorig jaar de poëtische voorstelling Maeterlinck regisseerde bij Toneelgroep Amsterdam en NTGent en daarvoor Seemannslieder bij ZT Hollandia. Minis: “Het was een opsteker te weten dat ook als ik bijna niets doe op het toneel, het genoeg is.”
De Harper uit het hartbrekende Angels in America – vijf uur, inclusief dinerpauze – kampt met straatvrees, verlatingsangst en een valiumverslaving. Volgens Minis heeft ze een paar huidlagen te weinig. “Ze is te open en ontvankelijk en daardoor te kwetsbaar.” Maar ze is ook de eerste in dit menselijk drama over liefde en dood die voor de moeilijke weg kiest haar angsten aan te pakken. “Het ontroert mij keer op keer wanneer ze besluit voor het eerst alleen de straat op te gaan.” Om Harper te spelen gaat ze vooral te rade bij haar eigen kinderlijke en impulsieve kant. “Reageren zonder voorbehoud, zonder dubbele agenda.” Het kale decor biedt weinig houvast: “Juist dat is onze kracht: we voelen ons als acteurs ontzettend naakt.”
Voor Minis kwam er tijdens de repetities van Angels in America nog een kwetsbare laag bij. Het stoppen met de anticonceptiepil veroorzaakte bij haar een extreme hormonale reactie: “Mijn hele gezicht zat onder de bobbels. Ik wilde daarom niet duidelijk op scènefoto’s staan.” Het maanlandschap is inmiddels met heftige medicijnen teruggebracht tot een ordentelijk en toonbaar gezicht. “De vraag is nu hoeveel littekens er achter blijven.” Het was mede daarom dat ze aan haar dagelijkse avondwandeling begon: “In het donker lekker naar buiten.”
Tien jaar geleden, tijdens haar studietijd in Maastricht, zag Minis de versie van Angels in America van het Ro Theater. “Ik was diep onder de indruk van Catharine ten Bruggencate in de rol van Harper. Ik herinner mij nog hoe zij met ovenwanten aan over het toneel rent, om zichzelf te beschermen.”
Halverwege mei, voor de optredens van het stuk in Heerlen, zal ze weer even in Limburg zijn, haar geboortegrond. Haar moeder, cellist Trudy Straus, woont nog steeds pal naast de Toneelacademie, in het ouderlijk huis waar Minis haar jeugd doorbracht en vanuit haar slaapkamer het stemlokaal kon binnen kijken. Haar vader, fluitist Jérôme Minis, woont in Wyck. “Ik was acht toen ik Jeroen Willems zag spelen op de Toneelacademie. Ik was volledig door hem geïntrigeerd. Vond hem een tovenaar. Toneel was voor mij jarenlang een kinderdroom. Fantasie. Pas toen ik werd aangenomen, begreep ik dat theater ook werkelijkheid kon zijn.”
Straks zal ze ook haar droge humor weer even met haar familie delen. ‘Bila-kanza’ zeggen als ze het over zichzelf heeft. “Ik hou woorden die niet bestaan.” En als ze de tijd vindt, zal ze even de Onze Lieve Vrouwe Kerk binnenlopen. Niet omdat ze gelovig is, maar om rustig te worden van de aanblik van biddende vrouwen. Zelf doet ze ook nog steeds een schietgebedje voordat ze het toneel opgaat. De hoop op een mooie voorstelling smelt dan even samen met een weesgegroetje aan Maria.
Hadewych Minis: “Ik was acht toen ik Jeroen Willems zag spelen op de Toneelacademie. Ik was volledig door hem geïntrigeerd.” Foto Dinand van der Wal
Angels in America door Toneelgroep Amsterdam, 14, 15 en 17 mei in Theater Heerlen. Zie ook www.parkstadlimburgtheaters.nl en http://www.hadewychminis.nl