Een collega van de radio vroeg me of ik vond dat kunst gesubsidieerd moest worden. Ik gaf het kortst mogelijk antwoord. Ja.

“Kom je dan nooit bij een expositie”, vervolgde hij, “waarvan je denkt: ‘Jeetje, heb ik hier als burger aan meebetaald?’”

“Zeker”, antwoordde ik. “Zoals ik dat ook heb bij overbodige wegen. Bij stuntelende verplegers in een ziekenhuis. Bij de iPad-scholen van Maurice de Hond. Toch trek ik de noodzaak van wegenbouw, gezondheidszorg en onderwijs niet in twijfel.”

Kunst kan niet zonder mecenaat – dat klinkt toch anders dan een bij voorbaat schuldig woord als subsidie. Zonder mecenaat hadden we nooit gehoord van Giotto en Michelangelo en Rembrandt en al die andere makkers. Zonder mecenaat was de wereld een schraal, verzengend oord.

Een voorbeeld van geslaagd mecenaat, zei ik tegen mijn collega van de radio, is de tentoonstelling Void, Desire and Undefined Darkness in het Gouvernement aan de Maas in Maastricht. Begin 2014 zocht conservator Ad Himmelreich van de Provincie Limburg contact met fotograaf Perry Schrijvers. Of hij in de reeks Dit zijn wij een beeldreportage wilde maken van Noord- en Midden-Limburg. Schrijvers was blij, verrast, vereerd en nog wat meer van die dingen. Tegelijkertijd voelde hij de opdracht als een last. Perry Schrijvers (Helmond, 1966) is geen man voor strikte opdrachten. Hij werkte jarenlang voor Zuiderlucht, zijn beste foto’s leverde hij als we hem alleen een naam en een telefoonnummer gaven.

Niet alleen de opdracht voelde als een last, ook de regio die hij mocht verbeelden. Tientallen malen zette hij met zijn oude Chrysler Voyager koers naar de steppen rond Venlo, Venray en Horst. Een gebied van een alles opslokkende oneindigheid, lelijk en saai. De enige magie die hij aantrof, waren de Hollandse luchten hoog boven hem.

Hij bezocht boeren en bordelen, ging naar trailerparken vol uitgebuite dagloners uit Oost-Europa en dronk thee met een Roermondse imam. Wat hij vooral aantrof: zwijgende hoofden, gesloten poorten. Als slechte slaper ging hij ook ‘s nachts op pad. In de intense Noord-Limburgse duisternis begon hij iets van de aard van de mensen te begrijpen. Wat doe je als het koud en donker is, behalve werken, werken en nog eens werken? Juist. Je gaat achter een dikke muur zitten. Luiken dicht, poort op slot.

Till Death Do Us Part (Portrait of a Moroccan-Dutch bride). 2015
126 x 92 cm. Archival inkjet on Japanese bamboo paper.

Pas toen hij bij het doornemen van de overeenkomst met de provincie stuitte op de woorden ‘vrije opdracht’, kierde er licht door de duisternis. Weg met het sociaal-documentair werk. Weg met de anekdotiek. Weg met het verhaal van de regio. Hij kocht een hypergevoelige camera, experimenteerde met lange sluitertijden en kwam thuis met beelden waar het begrip zwart-wit fotografie nog amper op van toepassing was. Het was vooral zwart.

Hij herinnerde zich hoe vroeger, thuis, in de door zijn vader gebouwde doka, de magie van de fotografie zich aan hem openbaarde. Daar, in de donkere kamer, brengt de opdoemende imperfectie de verbeelding pas echt op stoom. Te lang belichte beelden, te warme ontwikkelaar, een wit vel dat in een mum van tijd volloopt met zwart: de materialisatie van het in zijn handen van gedaante veranderende papier kreeg hem in zijn greep. Alchemie.

Met zijn in Noord-Limburg geschoten beelden ging Schrijvers naar de Jan van Eyck Academie in Maastricht om ze met de goede oude risograaf, een soort kruising tussen een printer en een stencilmachine, naar het papier te brengen. Aanvankelijk liet de monitor alleen zwarte vlakken zien. Maar met riso-rasters kun je goochelen. Dankzij het zone-systeem van fotograaf Ansel Adams had hij al geleerd hoe je van wit en zwart grijs kunt maken, en van grijs zwart. Langzaam maar zeker kwamen zijn in de duisternis verdwenen beelden weer terug. Daarna bracht hij nachten door met wereldwijde zoektochten op het web naar het juiste (rijst)papier. De inkt moet namelijk niet op, maar in het papier. Geen afdrukken, maar indrukken.

Zo kwam zijn fotografie tot ons, als schimmen die opdoemen uit de duisternis. Een bruidje. Een paard met een erectie. Bomen bij een kanaal. Een Turks jongetje. Je denkt aan gereïncarneerde houtskooltekeningen van Rembrandt, het is de fotografie van Perry Schrijvers. Zijn gevecht met het gebied bleek achteraf – altijd achteraf – een blessing in disguise. De alles opslokkende oneindigheid begint iets terug te geven. 

Wie was het die vaststelde dat met de opkomst van de fotografie God zelf de tekenpen ter hand had genomen om de pracht van zijn schepping te beklemtonen? In het werk van Perry Schrijvers zien we dat nu ook de duivel zich ermee is gaan bemoeien – om de andere kant van de schepping te laten zien. De donkere kant. De kant van Perry Schrijvers.

Oh ja, wat ik dus duidelijk wilde maken aan mijn collega van de radio: als er geen mecenaat was geweest, en als Ad Himmelreich niet over zoveel geduld en vasthoudendheid had beschikt, was deze majestueuze fotografie er niet geweest. En had ik bij de opening van Void, Desire en Undefined Darkness niet naast een vrouw gestaan bij wie door het zien van zoveel schoonheid de tranen uit de ogen liepen.

Perry Schrijvers – Void, Desire and Undefined Darkness. Van 27 maart t/m 9 juni in het Gouvernement aan de Maas in Maastricht. Geopend op werkdagen van 09.00-18.00 uur.

PS Bij de fotografie van Perry Schrijvers is de kwaliteit van de druk van eminent belang. Door het papier waarop ZL wordt gedrukt en de gehanteerde druktechniek kan het zijn dat de hier getoonde beelden te donker uitvallen. Eigenlijk is er maar één remedie: bezoek de tentoonstelling.