Kauwgompies in de regen

“Jaren lang werkte ik voornamelijk op locatie en speelde ik met mijn waarneming van beweging door de ruimte. De laatste tijd werk ik meer in mijn atelier in Berlijn, in een oud industrieel pand aan de Spree waar de geschiedenis voelbaar is. De ruimte is klein maar voor grote werken kan ik uitwijken naar de Mehrzweckhalle, een gemeenschappelijke hal voor kunstenaars. Ik heb in mijn atelier het afgelopen half jaar een serie grote tekeningen gemaakt, uitkervingen in plasticine op kunststofplaten. Dit werk is nog steeds in ontwikkeling. In Schunck toon ik soortgelijk werk dat ik terplekke maak: een krijttekening op de vloer van het museum. Het idee kreeg ik op de fiets toen ik een kanaal passeerde. Ik vroeg me af hoe de vlekken op het wegdek zouden kunnen werken als een ruimtelijke film waarvan ieder frame zijn exacte positie ten opzichte van de context reflecteert.

De directe omgeving is als vorm minder belangrijk geworden in mijn werk. Ik probeerde te spelen met het beperkende gegeven dat je als mens of als ding op een bepaald moment maar op één positie tegelijk kan zijn. De werken die ik nu maak zijn uiteindelijk in elke ruimte te plaatsen. De grootte ervan is nu niet meer afhankelijk van de ruimte waar het getoond wordt, het heeft nu een eigen maat die bepaald wordt door de aard van het werk.

Het bevindt zich ergens tussen sculptuur, tekening en film.

Ik laat me steeds vaker beïnvloeden door mooie dingen die mensen per ongeluk achterlaten in de openbare ruimte. Een verzameling kauwgompies in de regen, façades waaraan je ziet dat plotseling de verf op was, een gestuukt stukje muur achter een regenpijp of wat ik in mijn buurt veel zie: teervlekken om gaten in de straat te dichten. Soms lijken die als een soort lava tussen de kinderkopjes op te stijgen. Vaak vinden mensen ontzettend mooie, lullige oplossingen voor een probleem. Meestal wijst mijn dochtertje Jules van zeventien maanden mij op deze dingen. ‘Bah’ zegt ze dan als we over straat lopen.

Het is lastig om mijn plek in de kunstwereld te bepalen. Ik geloof niet dat het bestaat -weet ook niet goed wat dat is, de kunstwereld, het interesseert me ook niet. Ik merk wel steeds vaker dat de kunstenaar centraal wordt gesteld als een soort product. Zelf hoef ik niet veel over de maker te weten om het werk te kunnen bekijken. Die hele imagebuilding van kunstenaars via foto’s en sociale media hoeft voor mij niet. Ook een interview als dit vind ik al een beetje overbodig, maar ik kom er niet onder uit hè? Neemt niet weg dat ik het wel ontzettend fijn om met aardige mensen van gedachten te wisselen.

Vanaf een afstandje zie ik het kunstklimaat in Nederland veranderen. Kunst is nodig en ik denk dat kunst ook af en toe gesteund moet worden. Een kunstprijs is een mooie manier om kunstenaars te steunen. Ik vind het goed dat dit nog een kunstprijs is waar iedereen zich voor kan aanmelden, alleen jammer dat daar formele criteria aan verbonden zijn zoals leeftijd.”

www.alienoosting.com