Alles is hier vluchtig

Nee, het heeft er niets mee te maken dat ze op het punt staat de stad te verlaten, nuchterheid en directheid zitten er bij Alien Oosting nu eenmaal ingebakken. Dus vraagt ze zich hardop af of er niet te véél kunstenaars in Berlijn zitten, “of er niet sprake is van een overload.” En het idee van de ruwheid van Berlijn, “hebben we dat met zijn allen niet een beetje gecultiveerd?”

Zo krijgt een gesprek met Alien Oosting iets van een terugblik. Mogelijk dat ook de fysieke afstand een rol speelt: we spreken elkaar 800 kilometer van Berlijn, in Antwerpen, waar ze in Extra-City een presentatie heeft na een residency van een half jaar in een sluismeesterwoning in de haven.
Onderzoeken en bevragen maken deel uit van Oostings natuur, en dus van haar oeuvre. De in Antwerpen gepresenteerde werken gingen over presence en at present. Ruimte en tijd, bekende thema’s in de hedendaagse kunst. In haar video’s laat ze een camera tergend langzaam door de ruimte glijden, vloeren, muren en plafonds aftastend. Het vergt een hoge concentratiegraad bij de kijker die zijn ‘normale’ beleving van tijd en ruimte moet aanpassen. Ook in haar tekeningen en sculpturen probeert Oosting de raakvlakken tussen fysieke en mentale aanwezigheid te markeren.
Een historische stad als Berlijn lijkt bij uitstek geschikt voor die aanpak. “Het rare is”, zegt ze,”dat ik eigenlijk niet meer weet waarom ik naar Berlijn ging. Ik wilde weg uit Maastricht, dat zeker, maar waarnaartoe? Ik had niet eens de bedoeling in Berlijn te blijven, ik dacht zelf aan drie maanden of zo. Ik kende de stad door bezoeken aan een vriend, de atmosfeer en de contrasten bevielen me wel. En het filmische, elke straat is als een film. Ik koppel een soort spanning aan de stad die niet zo goed is te benoemen. Het zijn vooral de contrasten in beelden, geuren en geluiden. Een schijnbare alledaagsheid die de volgende dag weer anders is. Ik ervaar er een vluchtigheid en een tijdelijkheid in plaats van een drang naar behoud. Ik heb dat met geen van de andere steden die ik tot dusver bezocht heb zo sterk.”
Vier jaar bleef ze ‘hangen’, waarvan de laatste twee het spannendste waren. “Ik had geen beurs meer, en dan is Berlijn een heel andere stad. Een harde stad ook. Geen minimumloon, veel onderbetaald werk.” Ze nam bijbaantjes en ontmoette daardoor veel nieuwe mensen met uiteenlopende achtergronden. Nuttige ontmoetingen waren dat. “Ik ben vooral geinteresseerd in ervaringen die een relatie hebben met de werkelijkheid, niet zozeer in de ervaring van een kunstscene die toch vooral om haar eigen as draait.”
Aanvankelijk ging ze naar Berlijn om die stad het startpunt te laten worden van een wereldomvattend project dat haar ook naar andere locaties zou voeren. “Eenmaal in Berlijn merkte ik dat de stad al zo overweldigend is, dat ik die rest van die reis niet meteen hoefde te maken. De contrasten die ik zocht bevonden zich hier soms binnen één wijk. Het verschil tussen de realiteit hier en de totaal andere realiteit zo dadelijk om de hoek van de straat, Berlijn doet zich aan mij voor als één grote assemblage.”
Begin vorig jaar zag ze in het voormalige Stasi-hoofdkwartier linoleum-snedes van historische Duitse persfoto’s van kunstenaar Thomas Kilpper. Ze waren uitgesneden uit het linoleum van de kantine. Oosting: “Dat is een mooi voorbeeld hoe de historie van de stad letterlijk wordt uitgegraven door een handeling met een mesje in een ruimte waar geschiedenis werd geschreven.”
In 2007 kreeg ze een atelier in de Kunstfabriek am Flutgraben, een voor kunstenaars heringericht industrieel pand aan de Spree. Ze maakt er abstracte modellen, sculpturen en tekeningen. Berlijn bleef uitvalsbasis, maar door werkbeurzen en locatie-gebonden interventies werkte ze ook veel elders, zoals in Genk, Amsterdam, Dalfsen, Brussel en Antwerpen.
Haar contact met de kunstscène was van korte aard. “In het begin is dat hippe gedoe nog wel spannend, maar het is niet veel meer dan een trend: groepsexposities met een feestje eraan gekoppeld. Ik mis dan de concentratie, vaak is het – vergeef me – een bij elkaar geraapt zooitje. Eigenlijk is zo’n expositie vooral een alibi voor een feest.”
Oosting heeft weinig contact met Nederlanders. “In het begin leerde ik door een tentoonstelling in een kunstenaarsinitiatief in Friedrichshain voornamelijk oudere kunstenaars uit ex-DDR kennen, bij hen leefde een groot gevoel van solidariteit. Misschien is dat gevoel typisch Berlijns, of ´Ostalgisch´, maar in combinatie met de schaarste van het kunstenaarsbestaan is het een prachtig gegeven. Inmiddels heb ik contact met Berlijners van de meest uiteenlopende nationaliteiten. Het internationale karakter van de stad is voor mij van groot belang.”
In september verhuist ze, voor de liefde, gedeeltelijk naar Aken, waar haar vriend woont. Haar atelier in de Kunstfabrik houdt ze aan. In periodes, afgewisseld met een vriendin, zal ze in Berlijn blijven werken. “Eigenlijk ben ik niet zo aan oorden gebonden, maar ik heb me nergens zo op mijn gemak gevoeld als in Berlijn.”

(onderschrift) Rigaerstrasse 2006 (2006), (installatie uit klei, acryl, tafel, verknipte uitnodigingen). foto Alien Oosting

Alien Oosting
1978 geboren in Meppel
1997-2000 Cultuurwetenschappen, Universeit van Maastricht
2000-2004 Academie Beeldende Kunsten Maastricht
2004 Eben-Emael
2005 Maastricht
2006 Berlijn
(recente) exposities

www.alienoosting.com