Tijdens de coronaperiode was de Rotterdamse zangeres Robin Kester mijn gast in de Quarantalks in de Maastrichtse Muziekgieterij. Ze was via Antwerpen naar Maastricht gereden en was daar gespannen over; als Nederlander mocht je in die tijd niet zomaar de grens over.
Ze vertelde waar ze rustig van werd tijdens de lockdowns: van filmpjes van mensen die zeepjes sneden of kalk verkruimelden. ‘Het heeft op mij het effect van de zon in de zee zien zakken; ik word er helemaal zen van, het is heel hypnotiserend.’ Kattenfilmpjes hadden een vergelijkbaar effect op haar. ‘Ik vind ze zo koddig en cute, ze zijn een soort aliens in pyjamaatjes.’
Wat ze ook veel deed in coronatijd: lezen. Ze had Het boek der wonderlijke dingen van Michel Faber bij zich, dat ze aan het hérlezen was. ‘Het gave aan dit boek is dat het een dystopisch randje heeft – het schijnt dat mensen in de lockdown meer gingen verlangen naar rampenfilms. Het gaat over een soort missionaris, die afreist naar verre planeten om aliens te bekeren. Ondertussen vergaat de wereld, waar zijn vrouw is achtergebleven. Ze houden contact via mail. Er spreekt veel isolatie uit. Later las ik dat hij dit boek schreef in en net na de periode dat zijn vrouw kanker kreeg en overleed; je ziet ook echt dat dit een metafoor is daarvoor. Beklemming is echt zijn specialiteit.’
De pandemie vermorzelde uiteindelijk ook het effect van filmpjes vol gesneden zeep, gekruimelde kalk en schattige katten
Niet alleen die van Faber. Ook die van Robin Kester zelf. Inmiddels is haar debuutalbum Honeycomb Shades verschenen, heeft ze er een uitgebreide clubtour opzitten, en werd ze door stadionrockband Muse persoonlijk uitgenodigd als voorprogramma tijdens hun show in Carré. Er staan fraai gefluisterzongen melancholische nummers op, zoals Cat 13, maar het album staat ook vol nummers die ogenschijnlijk dromerig klinken, maar dan zoals de nummers op soundtracks van films van Nicolas Winding Refn: met synths, geworteld in de jaren tachtig, met een duistere ondertoon.
Of boventoon zelfs, in het geval van Zwanzig Zwanzig, een instrumentaal nummer als de soundtrack van een film over een verlaten huis in een donker bos; zelfs Trent Reznor kan nog een puntje zuigen aan het onheil dat uit dit nummer sijpelt. Producer Marien Dorleijn (van de band Moss) bouwde speciaal voor dat nummer een eigen houten instrument om toe te voegen aan het toch al opvallende instrumentarium van drums, bariton-saxofoon en een walkie talkie. Het bevat samples uit oude horrorfilms, en heet de Nightmare Machine; zelden had een instrument een toepasselijker naam. Kester en Dorleijn verzonnen het nummer toen ze samen fantaseerden over een zombievirus, vertelde de zangeres in een interview in NRC.
Want ook dat deed de pandemie, uiteindelijk: het effect van filmpjes vol gesneden zeep, gekruimelde kalk en schattige katten vermorzelen.
Robin Kester speelt 13.05 in Eindhoven, 18.06 in Landgraaf, 18.07 in Nijmegen en 13.08 in Heerlen.