Dit jaar is het 150 jaar geleden dat Gustav Mahler werd geboren, volgend jaar is het honderd jaar geleden dat hij stierf. Veel extra aandacht dus voor de componist, maar niet alle programmeurs liggen er wakker van. Want het is ook Schumann-jaar en Chopin-jaar. “Je kunt wel aan de gang blijven.”

door Emile Hollman

Un double anniversaire, noemen ze het in België. Twee jaar lang volop aanleiding om de muziek van Gustav Mahler (1860-1911) te vieren, vanwege diens geboorte- en sterfjaar. Het Concertgebouw in Amsterdam pakt groots uit door alle tien zijn symfonieën te brengen. En voor drie tientjes krijg je ze bij de Volkskrant op cd onder regie van Bernard Haitink of Riccardo Chailly, inclusief een aantal liederencycli.

Dat komt niet uit de lucht vallen natuurlijk. Mahler dirigeerde in het Concertgebouw tussen 1903 en 1911 liefst elf keer zijn eigen symfonieën. Leipzig, stad waar Wagner werd geboren, Bach begraven ligt en Mahler (in zes weken) zijn eerste symfonie Der Titan schreef, pakt uit met een festival van allure. In twee weken tijd worden zijn symfonieën en liederen in het beroemde Gewandhaus door de beste Mahler-musici en dirigenten vertolkt. De Heerlense concertreisorganisator Toine Sporken reist drie keer met een groep naar wat hij noemt ‘de Olympische spelen op symfonisch gebied’. Hoewel Mahler maar twee jaar werkte in Leipzig viert men vooral dat hij daar symfonisch werd gevormd.
De in het huidige Tsjechië geboren Gustav Mahler geldt als wegberijder voor de moderne muziek, zeg maar de verbindende schakel tussen de romantische 19e eeuw en de modernistische, 20e eeuwse klankwereld van Schönberg. Zijn werk wordt veelal als zwaar en somber en krachtig geduid. De vele stemmingswisselingen brengen de een tot grote onrust, de ander tot ongekend avontuur. Zijn symfonisch werk is niet alleen pittige kost om ten uitvoer te brengen, het vereist ook een enorme orkestbezetting. Toen Mahler zelf zijn achtste symfonie bij de première in München dirigeerde, stonden er meer dan vierhonderd uitvoerenden op het podium – onder meer drie koren, acht zangsolisten en een enorm orkest.
De eisen die Mahler stelt aan de orkestratie van zijn symfonieën verklaren voor een deel het wat weinig uitbundige karakter van de festiviteiten rond zijn jubilea in Limburg. Mahlers symfonisch werk brengen betekent voor het Limburgs Symfonie Orkest bijvoorbeeld extra investeren. In de huidige bezetting van 66 muzikanten kan het orkest eigenlijk alleen Mahlers vierde symfonie zonder oproepkrachten spelen. “Zou je de tweede symfonie willen spelen, dan heb je een orkest van minstens honderd man nodig, plus een koor en twee solisten, ik denk dat je er dan met een extra investering van veertig mille niet bent”, rekent Stijn Boeve, programmeur van het Theater aan het Vrijthof in Maastricht voor. En toch werd Mahlers tweede in oktober in het theater gespeeld: dankzij een uitwisselingsproject met het orkest van Luik. Boeve: “Daar ben ik erg fier op.”

Marketingman Gert Geluk van het LSO geldt intern als ‘een goeroe’ waar het om Mahler gaat. Zelf houdt hij het op “een fanaat die zo gek is half Europa af te reizen om muziek van hem te beluisteren”. Hij studeerde af op Mahler en verzorgt cursussen over de componist. “Iedereen heeft met verdriet of passie te maken, Mahler legt het genadeloos op tafel,” verklaart hij. Geluk zou liefst alle symfonieën van Mahler graag in Maastricht horen, maar die luxe is voor het LSO niet weg gelegd. Met het gekozen alternatief, Het Wenen van Mahler, kan hij goed leven. “Zo kunnen we naast de vierde symfonie en het eerste deel uit de derde symfonie in mei ook Strauss en Schönberg brengen.” “Wij lopen een soort Mahler-parcours”, zegt Stijn Boeve van het theater. “We volgen in onze reeks Moments musicaux de tijdgeest naar Mahler toe en richten ons vervolgens op de laatromantiek na hem. Brahms, Schonberg, Strauss, ze raken allemaal aan Gustav Mahler.”
In Parkstad Limburg Theaters in Heerlen is opvallend weinig Mahler te bespeuren in de programmering. “Dat heeft vooral te maken met het aanbod dat voorbijkwam”, zegt programmeur klassiek Jos Roeden. “Het voegde niks toe. Bovendien kun je wel aan de gang blijven, elk jaar is het wel geboortejaar of sterfjaar van de een of andere componist.” Neemt niet weg dat Heerlen wel het LSO-programma volgt.
In Cultuur Centrum Hasselt maken ze werk van het dubbele jubileum door een heus festival rond de liederen van Mahler te houden in april. Directeur René Gelade: “We willen het publiek vooral kennis laten maken met Mahler door interessante solisten en ensembles aan elkaar te koppelen. Elke muzikant die Mahler vertolkt, zet zijn eigen accent, dat is de toegevoegde waarde en voedt de nieuwsgierigheid. In de muziekgeschiedenis is Mahler een belangrijke, vernieuwende figuur die steeds meer in de actualiteit geraakt ook al omdat grote dirigenten zijn werk brengen. Zijn symfonieën zijn groots, maar zeker zo belangrijk is dat hij het lied in het orkest heeft gebracht.”
Het LSO komt in het voorjaar nog met een concertreeks Van Mozart tot Mahler. Wat heeft Mahler met Mozart? Hij dirigeerde diens muziek en bewonderde de eenvoud ervan. Mozarts symfonie nummer 40 is drama van een Mahleriaanse intensiteit, vindt Gert Geluk. En zo bind je bijna 200 jaar muziekgeschiedenis samen. “Mozart, Mozart…”, prevelde Mahler naar verluidt voor hij zijn laatste adem uitblies. “De grootste van allen.”

Concertinfo: www.lso.nl; www.ccha.be; www.parkstadlimburgtheaters.nl; www.sporkenleitmotiv.nl; www.theateraanhetvrijthof.nl

Foto: Gustave Mahler.