‘Hallo! Ik ben Sylvia, uw exclusieve accountmanager. We nemen contact op met de logistieke dienstverlener om de status van het pakket voor u te begrijpen. Neem morgen contact met ons op voor het laatste nieuws. Mocht u nog vragen hebben, laat het ons dan weten.
Nog een fijne dag!’
Óf ik nog vragen had. Nog steeds. Over de status van het pakket met een nimmer aangekomen T-shirt bijvoorbeeld. In het voorjaar besteld, met Kerst nog steeds niet in huis.
Tuurlijk, Sylvia bestaat niet. Ze is geen mens van vlees en bloed. Ze is een robot. Ze stuurt exclusieve mails naar alle klanten die met lege handen staan. En dat zijn er heel wat, begrijp ik uit de reviews op de site van Zonnigveld – het olijke bedrijf dat haar heeft bedacht.
Sylvia doet me denken aan Peachez, de digitale stoeipoes uit het gelijknamige boek van Ilja Leonard Pfeiffer. Die leverde evenmin wat ze beloofde (exclusieve seks), maar schopte het wel tot literair personage. Ze haalde zelfs het theater, in een stuk van Toneelgroep Maastricht.
Zo ver gaat mijn Sylvia het niet schoppen.
Mijn Sylvia staat symbool voor een wereld waarin 24/7 spullen worden rond- en teruggestuurd. Spullen, we krijgen er geen genoeg van, ook al hebben we ze niet nodig. Meer dan de helft van de wereldwijd (vooral in arme landen) geproduceerde kleren wordt nooit verkocht. De negen miljoen auto’s die in Nederland rondrijden zijn een veelvoud van onze mobiliteitsbehoefte.
Hyperkapitalisme, roept een stemmetje in mijn achterhoofd, het ligt aan het systeem!
Zou het? Misschien ligt het niet aan het systeem, maar aan ons. Volgens psychologen dragen we een fundamenteel gemis met ons mee, dat door het aanschaffen van spullen (en diensten, zoals bij Peachez) wordt opgeheven. Dat wil zeggen: voor even. Dan moet er opnieuw worden gekocht, steeds vaker, steeds meer. Denk aan hamsters in een hamstermolen.
Kinderen groeien ermee op. In 1962 schreef Natalia Ginzburg in De kleine deugden over het materialisme waarmee ouders hun kinderen opvoeden. ‘Ze raken verknocht aan het geld, eerst onschuldig, zoals aan alles wat dankzij onze ijver groeit en bloeit, (…) altijd dromend van dat dure ding uit de etalage.’
Intussen hebben wetenschappers uitgerekend dat de aarde sinds 2020 meer spullen herbergt dan biomassa. De complete natuur, bomen, planten, bloemen, alles wat op aarde groeit en bloeit, weegt letterlijk niet op tegen de spullen die we produceren – en vervolgens rondsturen. Of niet, zoals bij Zonnigveld.
Laatst zei iemand tegen me dat hij maar één reden kon verzinnen waarom wij op aarde zijn: om mooie dingen te maken. Eindelijk een catechismus die ik kon omarmen. Mét disclaimer: ‘dingen’ zijn niet per se spullen. Je kunt muziek maken, een avondje dansen met je geliefde, een gedicht schrijven, of, als dat te moeilijk is, een stukje zoals dit. De biomassa heeft er niet onder te lijden.
De ochtend dat ik aan dit stukje begon las ik in de krant het doodsbericht van een kunstenaar. Ik kende hem, als vriend van een vriendin. Een lieve, wat in zichzelf gekeerde melancholicus. Hij was, zo las ik, uit het licht gestapt. Hij was lichtkunstenaar, hij maakte mooie dingen. Soms is ook dat niet genoeg.
Dag Bas.