Ich bin eine Berlinerin

Boven het bed van Anneke Eussen hangt een kunstwerk van de met haar bevriende kunstenares Donya Saed. Het is een uitvergrote foto van een bubble, een luchtbel van zeepsop. Ze ziet daarin de Zuid-Limburgse bubble waarin ze is opgegroeid. Een zéér beschermde jeugd in het Heuvelland, zegt ze, een wereld waaraan ze stap voor stap is ontsnapt. Eerst naar Maastricht. Toen naar Antwerpen en Brussel. Uiteindelijk naar Berlijn.

Eussen herinnert zich goed hoe ze begin 2006, het was steenkoud, met haar toenmalige vriend door Berlijn trok, op zoek naar een atelier. Na een misgelopen afspraak lopen ze door de Schinkestrasse in Neukölln, de in 1977 door David Bowie met donkere dreunen en zware stem bezongen wijk. Hun nieuwsgierigheid wordt gewekt door een Innenhof van zo’n typisch Berlijnse binnenstedelijke fabriek. Ooit werden er stoomketels gemaakt, later lekkernijen van chocola. Er blijkt een mooie ruimte vrij op de eerste verdieping, en haar vriend zegt: “Dit is niet slecht.”
“Hij had gelijk”, zegt Anneke Eussen, die inmiddels een verdieping lager, in een 140 vierkante meter grote ruimte, woont en werkt. “Veel kunstenaars komen voor dit soort ruimtes naar Berlijn. Ik woonde een half jaar in Brussel, daar vind je zoiets niet. En áls het er al is, is het onbetaalbaar.” Toch had ze twee jaar nodig om te weten of ze wel wilde blijven. Toen de twijfels waren verdwenen, kreeg ze oog voor de historie van de stad.
Haar artistieke fascinatie ligt bij wat Eussen haar Gegenstandswelt noemt, ze onderzoekt hoe objecten in haar omgeving haar beïnvloeden. Een snel veranderende stad als Berlijn waar de geschiedenis je op elke straathoek tegemoet grijnst, is een vruchtbare voedingsbodem. Nog los van de Grote Projecten: de invulling van de Potsdamer Platz, de sloop van de Palast der Republik, het debat over vliegveld Tempelhof. Voor een expositie in Gent, afgelopen najaar, maakte ze drie ruïnes van Plattenbauten, de Berlijnse woonkazernes die na 1945 de woningnood moesten oplossen. Eussen: “In die tijd waren alle gevoelens van schoonheid en trots verdwenen. Die panden drukten maar één ding uit: zo snel mogelijk zo veel mogelijk woningen. Mijn sculpturen gaan over de vraag wat er gebeurt als ook de Plattenbauten tot ruïnes worden. Ik hou er van om de intenties van een creatie voelbaar te maken.”
Voor Eussen was het nooit een vanzelfsprekende keus om kunstenaar te worden. Een half jaar voor haar eindexamen vwo pushte een tekenleraar haar om een portfolio te maken om toegelaten te worden tot de kunstacademie. Braaf tekende ze de map vol, “ik had echt niet geweten wat ik anders wilde.” Als kind wilde ze kapster worden, en danseres. Typische kinderdromen, maar de gedachte die erachter zat – op zoek gaan naar deuren die nog open kunnen – is nooit verdwenen. In haar huidige métier heet dat “de tegenstelling tussen wat je waarneemt en wat je je kunt voorstellen.”
Op haar veertiende, op schoolreisje in Parijs, begreep ze dat de wereld meer was dan Vaals en omgeving. Later, besloot ze, zou ze in Parijs gaan wonen. In haar atelier in de voormalige Berlijnse chocoladefabriek zegt ze: “Ik geloof niet in het idealiseren van plekken, je pad is vooral onduidelijk. Het gaat om het overleven, meer dan op zoek te zijn naar een veilige situatie. Het is een cliché dat Berlijn een ideale stad is voor kunstenaars. Soms is het juist nodig om in een stad als Parijs te gaan zitten.” Misschien komt het er nog ooit van, maar voorlopig heeft ze hier een huurcontract van vier jaar, met optie van twee keer vier jaar verlenging. “De komende twaalf jaar ben ik een Berlijnse. Ich bin eine Berlinerin.”

De doorstroming in Berlijn is gigantisch. Veel kunstenaars redden het niet, gaan terug of trekken verder, op zoek naar een ander netwerk. “Degenen die blijven, halen hun geld vaak van elders. Dat kan in Berlijn, het is een leefbare stad, en een goedkope. Voor vier euro heb je een ontbijt waar je de dag mee doorkomt. Iets opbouwen uit het niets, er is geen stad waar dat beter kan dan in Berlijn. Er zijn nog steeds leegstaande winkeltjes en ontruimde fabriekspanden waar je een galerie of een naaiatelier kunt beginnen, van Prenzlauer Berg en Friedrichshain in oost tot Neukölln en Kreuzberg in west.”
Vorig jaar nog was Eussen een week of drie in New York, een erkende kunstenaarsstad. Iets voor haar? “New York is een consumptiestad. In Berlijn wordt vooral geproduceerd, dat past me beter. Ik zoek graag mensen op die er ook hard voor werken. Dat gevoel kreeg ik niet in Zuid-Limburg, en ook niet in New York. Misschien speelde de crisis een rol, maar ik ken drie, vier collega’s in New York die zo met me willen ruilen. Ik heb er geen seconde over na hoeven denken.”

Paspoort Anneke Eussen:
1978 geboren in Vaals
1997-2001 Academie voor Beeldende Kunsten Maastricht
2004-2005 Hoger Instituut voor Schone Kunsten Antwerpen
2006 Berlijn
Recente exposities
2009 Double de Luxe (solo) Gallery Tatjana Pieters Gent
2010 Young Collectors #2 (groep), Sign in, Groningen
2010 Solo-expositie Petra Vankova Gallery Berlin
2010 Groepstentoonstelling Joanna Seikaly Gallery, Beirut