Appelgebak, elk museumcafé heeft het in huis. Zoals het gerenoveerde Kaiser Wilhelm Museum in Krefeld. Tenminste, wanneer er verse appels zijn. door Wido Smeets
Sinds de heropening, afgelopen zomer, is er geen moment van Langeweile geweest in het restaurant van het Kaiser Wilhelm Museum in Krefeld. Dat hebben we van een betrouwbare bron, die we bij wijze van uitzondering graag prijsgeven. Het is Keld Mathiesen, de kok die niet te beroerd is om als het nodig is een biologisch biertje uit te serveren.
Het Krefeldse museum is een feest, net als de collectie trouwens, het restaurant kan daar niet bij achterblijven. Daar is Keld, de naam verraadt zijn Deense herkomst, al aardig mee op weg. Naar eigen zeggen gebruikt hij vooral onbespoten producten uit de regio, trendy geklets dat we hem vergeven omdat de vis uit de Noordzee komt, da’s toch niet echt om de hoek. De koffie is geplukt door Maya-indianen in Guatemala – bestaan die nog dan? En af en toe belandt er wel eens een Deense snipper in zijn Topf, dan heeft zijn moeder hem weer van alles meegegeven.
De wijnen zijn dan weer erg Duits, tot en met de Schoppenwein waar de mensen op het prachtige, door het museum omarmde terras altijd zo’n gute Laune van krijgen.
U begrijpt het al: Keld neemt zijn vak serieus. Dat er tussen zijn prachtige aanbod geen appelgebak zit, stelt ons teleur; we vragen aan de meester zelf hoe dat zit. Er komt een glimlach en een antwoord: het is hartje zomer, de appeloogst is nog niet begonnen. Nou ja, er zijn wel verse appels te krijgen, maar hun ‘vlees’ verkleurt al bij het opensnijden. Moeten we niet hebben. Dus wacht Keld nog een paar weken, tot de blanke appels hem in de schoot vallen.
We zitten immers in de pruimentijd, dus staat een met dagverse pruimen gevuld gebak onder zijn stolp. Onze Keld heeft niets te veel gezegd, zijn Zwetschgenkuchen is uit de kunst. Voor het appelgebak komen we graag een keer terug. Als de tijd er rijp voor is – en de appels.