Appelgebak 23, elk museumcafé heeft het in huis. Behalve Ipanema in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. “Een vlaai is geen appelgebak, Ipanezen!”
Hier heten ze pottemennekes, daar heten ze brikkenbekkers. Kleiers zijn van alle plaatsen en tijden, al in de Oudheid had de mens begrepen dat je van hompen gebakken klei aardig hoge bouwsels kunt fabrieken. Zoals de Toren van Babel, hoewel de mensen er aardig van in de war raakten, tot op de dag van vandaag.
Dat is het interessante aan een expositie als Ceramix, in het Bonnefantenmuseum in Maastricht, over hoe gebakken en geglazuurde klei zich een weg baande in de kunsten. Persoonlijk vraag ik me in zo’n expositie bij elke kunstenaar af of hij/zij in de buurt van een rivier is opgegroeid, en of je dat in het werk kunt terugzien.
Van de lokalo’s in de expositie weten we het zeker: Charles Vos, Han van Wetering en Guido Geelen zijn kinderen van de Maas. De laatste groeide in Thorn letterlijk op tussen steenfabriek en pannesjop, zijn kunst is bijna letterlijk uit de klei getrokken. Piet Stockmans daarentegen, de oude meester uit Genk, komt van de heidevelden richting Kempen. Ceramix laat een werk zien dat Is ’t de wind heet: vogels (of zijn het stukjes papier?) die als een zwerm tegen de museummuur zijn geplakt. Lucht en aarde, de symbolen voor man en vrouw, komen samen en alles komt goed. Wat een rust…
In Ipanema, het museumrestaurant van het Bonnefanten, hebben ze geen appeltaart. Zouden ze deze rubriek niet kennen misschien? We moeten ons tevreden stellen met een abrikozen-appelvlaai. Een hybride dus. Lekkere vlaai, van bakker Hermans, die kennen we. Maar een vlaai is geen appelgebak, Ipanezen! Dat kan beter, zeker nu het museum vol staat met gebakken lekkernijen.
seumcafé heeft het in huis. Behalve Ipanema in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. “Een vlaai is geen appelgebak, Ipanezen!”