Appelgebak, elk museumcafé heeft het in huis. Zoals in Manchester Art Gallery. Dacht ik

We houden niet zo van mensen die het gras elders altijd groener vinden. Toch valt ook in de Manchester Art Gallery op dat het in Britse musea altijd drukker is dan in die van ons. En dat het publiek hier niet, zoals bij ons, uitsluitend wit is, en 50+. Heeft vast te maken met entreeprijzen, en de kwaliteit van het onderwijs. En dan hou ik er over op, want het gras in Engeland is heus niet groener dan bij ons. Nou ja, behalve in Cambridge en Wimbledon dan.

Het niveau van de exposities in de Manchester Art Gallery is champion’s league, dus we komen morgen graag terug. Eerst een appelgebak scoren. Helaas: het museumrestaurant heeft lak aan continentale tradities. Dus spoeden we ons naar The Vienna Coffee House aan de overkant, waar we worden verwelkomd door een megagrote foto van Mozarts Geburtshaus. De Britten zijn heus niet zo anti-Europees als die Cameron ons doet denken.

Maar Brits zijn ze wel, amai. Zoals in de Bourbon & Black bar, waar gisteravond drie 15-jarige pubers de planken uit de vloer speelden. Drummer Laurence heeft pluizige bakkenbaarden, heeft boven én onder een beugel, draagt een mods-stropdas op een witte blouse, zit niet op Facebook en noemt Philly Joe Jones, de drummer van Miles Davis, als zijn voorbeeld.

In The Vienna Coffee House staan mijn bètablokkers intussen machteloos bij de dubbele espresso die ik aan de Caramel Apple Pie laat voorafgaan. De pie bestaat uit drie lagen, waarvan ik alleen de bovenste, van mierzoete karamel, kan thuisbrengen. Mijn keel staat in brand, ik bestel een ginger beer om af te blussen. Mega-stom natuurlijk, gember werkt juist andersom. MIndfulness is geboden, maar ik schiet alweer úit het moment wanneer buiten een groep in lederhosen geklede mannen voorbijkomt.