De lovende recensies voor de gewaagde uitvoering van Mephisto zullen niet voorkomen dat Toneelgroep Maastricht in 2013 minder te zien zal zijn dan voorheen. De bezuinigingen hakken er flink in bij het nog jonge gezelschap. Samenwerken met andere gezelschappen? “Je kunt de handen wel in een slaan, maar als je minder vingers hebt, schiet het niet op.”

Nog steeds loopt Arie de Mol met een kruk, naweeën van een gescheurde achillespees. Een half jaar geleden opgelopen tijdens een potje voetbal, een maand nadat Toneelgroep Maastricht onder zijn regie Martin McDonaghs De manke speelde. Nomen est omen.

Dat hij een half uur later dan afgesproken komt opdagen, is minder toevallig. Het overkomt hem anders nooit, te laat komen, maar het was wat uitgelopen gisteravond. Op de terugweg van de opvoering van Mephisto in Venray besprak hij met oudgediende Hans Trentelman de aanpak van de door te voeren bezuinigingen. Bij thuiskomst ging dat nog even door, als twee theaterdieren écht over hun vak beginnen, verliest de klok het altijd.

Wanneer hij tegen de middag arriveert, heeft Arie de Mol (Delft, 1961) er krap vier uur slaap opzitten. En gaat hij verder waar hij bij het krieken van de dag is opgehouden: hoe houden we Toneelgroep Maastricht overeind. Door de bezuinigingsoperatie van staatssecretaris Zijlstra gaat het gezelschap vanaf volgend jaar in budget terug van 1,9 naar 1,5 miljoen. Het schrappen van één van de vijf producties per jaar is niet genoeg. “Twee wel, maar wat houd je dan nog over? Wat stel je dan nog voor als gezelschap? Bij elke oplossing die we bedenken, duikt een nieuw probleem op.” En steeds weer die vicieuze cirkel: “Zijlstra wil dat we meer eigen inkomsten binnenhalen. Dat kan alleen als we meer spelen. Maar door deze bezuiniging worden we gedwongen minder te spelen.”

Dat Mephisto goede recensies krijgt, ziet hij als een opsteker. “Dat komt ons heel goed uit. Maar ze bieden geen zekerheid over de bezoekersaantallen. Verhalen uit het Weense woud kreeg vorig jaar ook lovende recensies, maar in de zalen merkte je er amper iets van.”

Hoeveel mensen waren er in Venray?

“Een mannetje of 150. Voor een plaats als Venray is dat een aantal waar je niet over zeurt. Het zijn er ook beduidend meer dan de vorige keer, toen zaten er zeventig. In de grote stad zou het een ander verhaal zijn.”

Bij de première in Heerlen waren er 200.

“Blijkbaar is Nederland niet kunstminnend genoeg. Inclusief de drie try outs waren het er 470.”

In hetzelfde theater zaten in dezelfde week 500 mensen bij Hedda Gabler van Toneelgroep Amsterdam.

”Dat is appels met peren vergelijken. Toneelgroep Amsterdam bestaat uit louter sterren die elke dag op tv komen. Zo kan ik het ook.” Provocerend: “Dát is de toverformule. Een Hamlet met drie steracteurs, je stopt er een cabaretier bij, succes verzekerd. Als het die kant op moet, maak je veel kapot.”

Wat dan?

“Bezieling, reflectie, nuance. Van het pad af gaan waar anderen erop blijven. Ónder de tafel kijken in plaats van erboven. Anders wordt het één soep. Een kleurloze cultuur waar iedereen hetzelfde wil: een i-Pad, een breedbeeld-tv, een auto, een huis met hypotheek. Als het die kant opgaat, veel plezier ermee, Nederland. Geestelijk en cultureel zakken we af naar het niveau van een Derdewereldland.”

Toneelgroep Maastricht is een regionaal gezelschap. Dan blijft het vreemd dat er bij een premiere zo weinig regionale toneelliefhebbers komen opdagen.

“Voor de voorstelling in Maastricht zijn al meer dan 400 kaarten verkocht, in Weert zitten we boven de 200. We bestaan pas drie jaar, er hebben grote veranderingen plaatsgehad. We zijn totaal anders dan de voorganger Het Vervolg: andere naam, ander artistiek profiel, andere voorstellingen. Dat heeft tijd nodig.”

Ook de theaters in het land zijn terughoudend. Als grote-zaalvoorstelling is Mephisto op tournee slechts 17 keer geboekt.

“Nee, het houdt niet over. Maar het is hetzelfde verhaal: bouwen, bouwen, bouwen. Een kind van vier kun je ook geen Nietzsche laten lezen. Daar is tijd voor nodig. En geduld. Dat hebben we vier jaar geleden ook aangegeven in ons beleidsplan. Dat we een gezelschap zijn dat opnieuw gaat beginnen. Timon van Athene van Shakespeare, dat we in het najaar brengen, is inmiddels al door twintig theaters geboekt.”

Kan het ook te maken hebben met je onconventionele aanpak als regisseur?

”Natuurlijk, natuurlijk. We zouden ons achter onze oren moeten gaan krabben als we ook nog slechte recensies kregen, dan hadden we een groot probleem. Maar dat is niet zo. De waardering dat we onze nek uitsteken, is er, ook bij het publiek. Bij Mephisto lopen we een enorm risico, dat is meer een protest dan een voorstelling. En veel mensen lopen nog met de film in hun hoofd rond. Dat iets niet goed is wanneer er weinig publiek op afkomt, is een irritante stelling. Kunst is altijd voor een kleine groep geweest. Of denkt iemand dat de gewone man vroeger van het werk van Van Gogh hield?”

“Ik ben erg geschrokken van het geringe draagvlak voor cultuur. Dat het publiek er zo stil onder blijft. Het is naïviteit, men heeft niet door welke effecten deze maatregelen uiteindelijk zullen hebben. De helft van de huidige theatergezelschappen gaat het niet halen. Het enige dat nog werkt is een voorstelling met bekende namen. Maar een Shakespeare-productie gaat veel moelijker dan vijf jaar geleden.”

Midzomernachtdroom van het Nationale Toneel is anders behoorlijk succesvol.

“Omdat Pierre Bokma meedoet. Zonder Bokma, vergeet het maar…”

Zijlstra wil dat instellingen gaan samenwerken. Goede initiatieven hebben een streepje voor, schreef hij aan de Kamer.

“Natuurlijk zal samenwerking wat opleveren. We gaan educatie met Het Laagland doen, en talentontwikkeling met het vernieuwde Huis van Bourgondië. En het Theater aan het Vrijthof gaat mede gebruik maken van het Derlon Theater. We werken samen met de Toneelacademie, de Limburgse podia, Cultura Nova. Waar ik moeite mee heb, zijn toverwoorden als ‘samenwerking’ en ‘allianties’, met de suggestie van ‘ga lekker samenwerken, dan komt het wel goed.’ Er wordt té veel van verwacht, per saldo is het budget lager dan voorheen. Je kunt de handen wel ineen slaan, maar als je minder vingers hebt, schiet het niet op.”

Een spin off van de landelijke bezuinigingen is dat in Maastricht de beoogde middenzaal in de Timmerfabriek niet doorgaat. Hoe erg is dat?

“Het is jammer, maar omdat het aantal producties daalt, begrijp ik wel dat daar naar is gekeken. Het is vooral een probleem van het Theater aan het Vrijthof, dat minder kan programmeren dan het zou willen omdat het LSO en Opera Zuid de zaal nodig hebben voor repetities. Als daar een oplossing voor komt, is het ontbreken van zo’n middenzaal op dit moment niet zo’n probleem. In het algemeen geldt dat toneel op locatie groeit, en in de kleine zaal gelijk blijft. Het probleem zit hem in de grote zaal. In de hele sector, dus ook de vrije producties, cabaret en musicals.”

Eind van het liedje is dat Heerlen en Venlo over een middenzaal beschikken, terwijl ’toneelstad’ Maastricht met lege handen staat.

“Dat is inderdaad raar, dat de stad waar de gezelschappen zitten zo’n zaal ontbeert. Het is treurig en het klopt niet. Het heeft allemaal met de financiële malaise te maken.”

Bijna vier jaar geleden, bij de start van Toneelgroep Maastricht, zei je in Zuiderlucht: “Mijn handen jeuken om diep de provincie in te gaan, mooie verhalen op te dissen en daar toegankelijke voorstellingen mee te maken.” Daar is niet veel van terecht gekomen.

“Dat klopt. Ook dat heeft te maken… ja, het klinkt heel lullig… met geld. We moesten ook focussen op ons nieuwe artistieke profiel en de landelijke uitstraling. Daarbij: het gaat er ook om hoe vaak je zo’n productie kunt spelen, en waar. We doen natuurlijk wel dingen op locatie, zoals Diplodocus Deks van Tom Lanoye in een mergelgroeve. Daar krijgen we goede reacties op. Maar veel regionale producties die ik zie, vind ik te beperkt qua thematiek.”

Goede verhalen zijn er overal, ook hier…

“Dan zijn verhalen van overal ook goed voor hier. Mephisto gaat over de mensen hier, hoe ze praten, hoe ze denken. Hoe ze op elkaar reageren. Of niet reageren. We hebben bij VIA2018 een plan ingediend voor een Heimat-achtige serie. Als Maastricht de titel van Culturele Hoofdstad binnen mocht halen, kunnen we aan de slag. Een feuilleton van vijf afleveringen, die in 2018 als marathon op één dag worden gespeeld. Een staalkaart van de Limburgse ziel. Dat kunnen we eigenhandig, mits er geld beschikbaar komt.”

…maar misschien is er te weinig talent om ze op te schrijven?

“Met schrijftalent voor ensemblestukken is het in heel Nederland karig gesteld. Ja, laptopschrijvers, die zijn er genoeg: schrijvers die in dialoog gaan met zichzelf, en dan in een flow raken. Maar een goed toneelstuk schrijf je niet in een flow. Dat is een bouwwerk, dat gaat steen voor steen, en pas als het bouwwerk staat, begin je te schrijven. Zo’n stuk waar acht verhaallijnen bij elkaar komen, waar Shakespeare zo in excelleerde. Een stuk waar elke zin onderdeel is van een groot weefsel.”

Zie je, als je even afstand neemt, ook positieve effecten van de bezuinigingen?

“Nee. Geeneen. Nul komma nul. Uiteindelijk gaan ze ten koste van de artistieke kwaliteit. Kunst moet schuren en wringen. Een kunstenaar moet kijken waar de massa niet kijkt. Als alles langs de lat van de publiekscijfers wordt gelegd, verliest de kunst. Dan overleven alleen de makers die uit zijn op bevestiging. Het is de keuze tussen omvallen of richting massa bewegen.”

Dat is ook waar Mephisto over gaat…

“Ja. Volg je je hart of volg je je portemonnee. Kijk je op of onder de tafel. Dat is het grote probleem van de huidige samenleving. Ook bij een goede schilder is niet elk schilderij raak. Maar het twaalfde is raak, dat gaat naar het museum. Wat de overheid van ons verwacht, is dat we alleen maar twaalfde schilderijen maken. Vergelijk het met voetbal, ik ben een liefhebber. Driekwart van de wedstrijden is slecht en saai, niet om aan te zien. Ook Arjen Robben blinkt maar een op de zes wedstrijden uit, en Van Persie speelt vaker niet goed dan wel. Toch verwacht dáár niemand dat er uitsluitend topprestaties worden geleverd.”

“Waar het om gaat is: gun je jezelf als land een surplus, of niet? Kennelijk niet. In een land als Soedan zou ik het snappen, dat de overheid zegt: ‘Leuk en aardig, die kunst, maar nu even niet’. Maar hier, in een van de rijkste landen ter wereld? Het ergste is nog dat ik merk dat ze erin geslaagd zijn mijn zekerheid af te pakken. Ik begin te twijfelen of ik het nog wel leuk vind. Dat was twee jaar geleden ondenkbaar.”

Dit is het zesde artikel in de reeks Shocktherapie, over de gevolgen van de bezuinigingen in de cultuursector.

Toneelgroep Maastricht speelt Mephisto op 4/2 in Weert, 7/2 in Maastricht en 23/2 in Eindhoven. www.toneelgoepmaastricht.nl