Haar man is eigenlijk kaal, sneren booswichten. En haar mond is ook niet écht. Axelle Red zit geplaagd met een reputatie. Of: hoe wordt men sant in eigen land. De Fransen sloegen haar Chevalier dans l’Ordre des Arts et des Lettres, en de wereld koopt haar platen. Het Modemuseum van Hasselt laat haar een greep doen in haar kleerkast. “België staat op de kaart door de kunst. Het is dankzij de politiek dat we niks zijn.”

Het Modemuseum had makkelijk drie redenen om Axelle Red te vragen voor de expo. 1. Axelle Red werd geboren als Fabienne Demal, in Hasselt. En Limburgers zijn vermomde chauvinisten. 2. De kleerkast van Axelle Red is zo groot dat het een archief is van de Belgische mode. Met ontwerpen bijvoorbeeld van Martin Margiela, die zo goed als onvindbaar zijn geworden. 3. Axelle Red heeft een internationaal publiek dat hopelijk weldra in Hasselt zal opduiken om het allemaal met eigen ogen te zien. Het Modemuseum rekent op 30.000 bezoekers.

Maar Axelle Red wilde niet. Of beter, eerst wilde ze wel, daarna niet en daarna toch weer wel. Op de persvoorstelling noemde ze het voorstel van directeur Kenneth Ramaekers een verdorven geschenk. Want het moest wel goed zijn en als iets goed moet zijn, komt daar altijd stress van. Terwijl ze ook nog een nieuwe plaat moest maken. Bovendien twijfelde ze of haar kleren wel de moeite waren voor een museum, voor de kunst ook en voor die tentoonstelling. Tenslotte moest het gaan over haar kleren, de kleren die ze al 27 jaar draagt en die ze eigenlijk nooit strijkt. Axelle Red blijkt een huishoudelijke kijk te hebben op mode, wat een verademing is. “Mijn kleren hoeven niet in hoezen of in frigo’s”, zegt ze. Niet dat het Modemuseum een traditie heeft in poeha, integendeel, maar een conservator die zijn eigen collectie in het perspectief van alle dag zet, is leuk. Het getuigt van humor en zelfvertrouwen.

Axelle Red weet wat ze wil en soms botst dat met wat de goegemeente wil. Op de zolder van het museum staat een paar groene designerschoenen die ze vlak voor een optreden nog geel heeft gespoten. Respect? Niet te veel. Spijt? Des te meer. De tegenstelling is interessant. Axelle Red in het échte leven is veel minder popperig dan op haar affiches. Ze is niet het dertienjarige meisje van de boerderij. Ze is een vrouw van 44 die de wereld kent en het met die wereld niet zomaar eens is. Ze zegt dat ze draagt wat ze zin in heeft, ook al benoemen de mensen het soms als een peignoir. Ze trok het zich niet aan.

Volgens Red gaat het om het verschil tussen mode in Parijs en mode in België. “In Parijs vraag je je af wat de mensen ervan zullen denken. In België laat je zien wie je bent.” Echte mode holt niet achter trends aan. Echte mode is de trends voor. Wat niet wil zeggen dat Red ongevoelig is voor registers of contexten. Ze durft best te twijfelen aan haar eigen inzichten. Ter illustratie vertelt ze een mop over een man die in therapie moet omdat hij denkt dat hij een worm is. Na een aantal weken therapie  neemt hij afscheid van het instituut. De man beseft dat hij geen worm is en vertrekt vol zelfvertrouwen terug naar huis met de woorden: “Hoera, ik ben geen worm meer. Het is alleen te hopen dat mijn kippen het ook beseffen.” Oh ja, een mens kan zich vergissen in mode, maar kan het kwaad om je te vergissen in iets waarvan je houdt? Axelle Red is niet te beroerd om toe te geven dat ze niet altijd even zeker is.

In het Modemuseum staan 130 rode poppen, made in China, voor de gelegenheid en op maat van de conservator. Axelle Red is nu eenmaal een frêle type en een museum is geen etalage waar naar believen met kopspelden en valse nepen kan worden geknoeid. De silhouetten passen als gegoten. De expo gooit de deuren open en heet je welkom in de kleerkast van een muziekicoon. Het is een andere wereld, die begon toen Axelle Red nog en klein meisje was en met haar moeder meeging naar Jeurissen. Jeurissen is een begrip in Hasselt en ver daarbuiten. De boetiek breng al meer dan vijftig jaar alle grote modenamen naar de stad. Maurice en Brigitte Jeurissen leenden in 2006 trouwens zelf hun modecollectie uit aan het museum. Axelle Red herinnert zich de bonte couture nog uit de jaren zeventig, van Versace en Ungaro. Veel meisjes dromen grote dromen in de kleerkast van hun moeder, en sommige meisjes maken hun dromen waar. “Ik had misschien een onbelangrijke modeontwerper kunnen worden, of een kleine stilist, maar het best ben ik toch in muziek”, zegt ze.  Axelle Red is groot geworden tegelijk met de Zes van Antwerpen: Van Beirendonck, Bikkembergs, Van Noten, Demeulemeester, Van Saenen en Yee. Als ze in Parijs moest zijn, voor een styling of een shoot, sleurde ze een koffer mee vol Belgische mode.  Belangrijk, vindt ze. Met een flink statement erbovenop: “België staat op de kaart door de kunst. Het is dankzij de politiek dat we niks zijn.”

En ja, zelfs mode kan tegen de samenleving schoppen. Martin Margiela is zo’n ontwerper. Hij ontleedt wat er is om er daarna wat anders van te maken. De stukken uit zijn eerste collectie staan op de tentoonstelling, zijn beroemde bokkenpootjes ook, laarsjes met twee tenen, die Axelle Red al droeg toen iedereen ze nog raar vond. Er zijn snits te zien van Christian Wijnants, Ann Salens, hoeden van Pompilio, schoenen van AF Vandervorst en heel veel van Veronique Leroy. Axelle Red heeft er anekdotes bij. Dit droeg ze in 1998 tijdens de openingsceremonie van het WK Voetbal in Frankrijk: een mantel die elegant was en toch warm, want het was koud die dag. Dat droeg ze toen ze trouwde: een jurk met een bontbiesje van Veronique Leroy en een zonnebril van Alain Mikli met stof uit de jurk. En dit komt uit de videoclip van Rester Femme. “Ik loop een witte jumpsuit naar een auto, doe de koffer met mijn man dicht, laat de auto ontploffen en loop van het vuur weg. Allemaal met voorbedachte rade, want eerst was er dus die vlammenjurk.”

Ze lacht als ze het vertelt, want wars van de rozerozeroze reputatie is ze toch een fel wijf met stoute praat en een houten kop vol eigen zin. En dat laat zich merken in haar kleerkast. Booswichten kunnen het alleen ter plaatse gaan controleren.

Axelle Red Fashion Victim loopt nog tot en met 2 juni in het Modemuseum van Hasselt

www.modemuseum.be