Ik vond mezelf te jong ervoor. Toch betrapte ik me in de afgelopen weken op nostalgische momenten.
Één keer gebeurde het toen ik uit ons redactielokaal naar beneden keek, waar groepen jongvolwassenen vrolijk pratend en lachend voorbijtrokken. Meteen wist ik: het is introductieweek op de universiteit. De ‘Inkom’-mensen zijn zo herkenbaar door hun onbezorgdheid.
Ja, nog één keer achttien zijn en de introductieweek meemaken! Ja, en dan? Het groepje waar ik indertijd in terecht kwam trok me in kroegen met te harde muziek – waar je toch niet op kon dansen omdat we als de sardientjes stonden. Vijf dagen werd ik ingepalmd door een niet zo clevere Nederlandse jongen (maar ja, wel heel lief) en ik heb door onze ontregelde alcoholconsumptie waarschijnlijk duizenden hersencellen verloren die ik voor mijn eerste tentamen over Plato’s dialogen prima had kunnen gebruiken.
Met andere woorden, vanwaar die nostalgie? Volgens wikipedia is nostalgie het gevoel iets belangrijks kwijtgeraakt te zijn. En het uit zich in een heimwee naar het verleden.
Maar hoe zit het dan met nostalgische gevoelens bij iets dat je nooit hebt gehad? Zo overkwam me een vergelijkbare sensatie bij het lezen over de culturele scene in Amsterdam van de jaren zeventig en tachtig, zijdelings geschetst door Jan Brokken in zijn boek In het huis van de dichter. Ik heb dit liberale, radicale en vooruitstrevende Amsterdam nooit gekend, ik kan ‘het’ dus ook niet verloren zijn.
Op de Duitse wikipedia site – bij dit soort begripsonderzoeken altijd aan te raden – staat bij nostalgie geen woord over verlies. Hier lees ik over een “zich toekeren” (Hinwendung) naar verleden praktijken of dingen. En: nostalgie zou ontstaan bij wijze van correctie wanneer iemand mentaal of fysiek niet meer in balans is. Oei, denk ik, en begin direct aan een zelfanalyse.
Als ik optel hoeveel uren ik in het afgelopen half jaar gespendeerd heb aan administratieve taken, lees: vaak tot niets leidende correspondentie met overheden en hun verwante organisaties, dan kan het niet anders dan dat er iets uit evenwicht is. Mijn persoonlijke overheid-life balance is verstoord.
Een gealcoholiseerde kroegenavond zal dat niet rechttrekken, zo werkt nostalgie dan ook weer niet. Ga mee naar Ecstatic Dance!, zei een vriend in Amsterdam, en we dansten een avond lang uitgelaten op een bootje waar small talk, drugs en alcohol verboden zijn. Wie wil, duikt aansluitend in het IJ. Ik vermoed dat ik er over vijftien jaar nostalgisch aan terug zal denken.