Het Bonnefantenmuseum in Maastricht beschouwt de relatief jonge en tamelijk onbekende Zwitserse kunstenaar Mai-Thu Perret (Genève, 1976) als ‘een sleutelfiguur in een aankomende generatie kunstenaars’. Een deftige klop op frêle schouders.
Beelden tegen een scherm van woorden
Conservator Moderne Kunst Paula van den Bosch peilt voor de zekerheid heel even bij zichzelf de reikwijdte van het begrip sleutelfiguur. ,,Ik had ook wel iets kunnen roepen over uitzonderlijk talent of zo, maar wat zegt dát dan? Nee, ik geloof echt in haar.” Van den Bosch geeft ook hoog op over de mogelijkheden van de generatie van Mai-Thu. Deze zou ambachtelijk werken maar ook extreem conceptueel zijn, global en positief, en de 20ste eeuw zelfs al in perspectief kunnen plaatsen. Want ze deinst er niet voor terug om deze te reflecteren.
De Zwitserse heeft vijf ruimten in het museum ter beschikking gekregen. We mogen deze opvatten als vier (huiselijke) kamers en een landschap (de grote zaal). Het is trouwens voor het eerst dat ze haar werk presenteert in een museale omgeving van deze orde. Ze heeft meteen de gelegenheid te baat genomen om te ontdekken hoe haar werk met de ruimte correspondeert. Daarom heeft ze haar werk ‘heel museaal en tuttig’ gegroepeerd naar materiaal. Dus: vaandels bij vaandels en keramiek bij keramiek.
Als ze op haar 21-ste haar studie literatuurwetenschappen in Camebridge heeft afgerond, vertrekt Mai-Thu naar New York City waar ze hand en spandiensten verricht voor kunstenaar Steven Parrino. Zelf had ze sterk het idee dat haar prille werk in een zekere willekeur ontstond. Als ze in 1999 met vrienden in New Mexico verblijft, bedenkt ze, geïnspireerd door Sol LeWitts uitspraak het idee is de machine die de kunst maakt, een fictief verhaal dat werkt als een scherm waartegen haar werk logica krijgt. Onder de prachtige titel ‘Chrystal Frontier’ spint ze een verhaal over een groep vrouwen die de moderne samenleving beu is, zich terugtrekt in de woestijn en hun levens opnieuw inrichten naar eigen goeddunken.
Haar teksten bestaan niet alleen uit fictie. Zo putte ze inspiratie uit brieven die de Russische avant-garde kunstenaar Aleksander Rodtsjenko aan zijn vrouw Varvara Stepanova schreef. Aan verwijzingen, referenties, connotaties, echo´s en reacties op en uit de kunstgeschiedenis sowieso geen gebrek in het werk van Mai-Thu Perret. Ze speelt ermee om symbolen uit hun context te tillen en deze vervolgens opnieuw te presenteren zonder de oorspronkelijke betekenis helemaal uit te wissen. Je moet het zien, je moet erdoor uitgedaagd worden.
De objecten die ze presenteert schrijft ze toe aan deze bedachte vrouwen. Omdat deze een papieren leven leiden, krijgen ook de acht teksten die ze in het Bonnefanten presenteert vanzelf gewicht. De woorden helpen vooral om in een goede context te komen. Perret grijpt de tentoonstelling in het museum aan om te zien of haar werk ook autonoom kan bestaan, dus los van de teksten. Vandaar dat zij ook die teksten groepeerde als een soort autonome kunstuiting.
De schrik slaat je om het hart als je meteen oog in oog komt te staan met een beeldengroep, opgetrokken uit papier-maché genaamd ‘The Family’ (uit 2007). Alsof ze zojuist zijn afgezet door ruimteschip ‘Enterpise’ die ze weer heeft opgepikt in een onbekende krocht van het melkwegstelsel waar new age het om de een of andere reden heeft geschopt tot de ultieme religie. Alleen door groot toeval of in een blik in de tentoonstellingsbrochure kun je er achter komen dat Perret deze vrouw met kinderen modelleerde naar een foto van de Hollywood musical ‘A Midsummers Night Dream’ uit 1935.
Zo zouden de mannequins in ‘Apocalypse Ballet’ (pruiken, hoepels, neons) die de tweede kamer bevolken, ´een gelaagd verhaal dat reikt van de sculpturale traditie via constructivistische kledingontwerpen, vintage Hollywood Musicals tot de 19e eeuwse burgerlijke traditie van tableaux vivants´ vertellen (aldus de zaalfolder). Voor de connaisseurs dus, maar je mag het van Perrret ook allemaal nemen zoals het er staat, wars van persiflage of reagerend op alles wat er in de kunst aan deze beelden vooraf ging. Maar je weet het, een vaandel is ook een stuk linnen zonder spieraam dat gedoemd is tot het communiceren van een boodschap. En Perrets keramische wandreliëfs lijken in hun vorm dan weer op (geglazuurde) schilderijtjes. In de grote zaal heeft de kunstenaar een enorme vierkante met stof bedekte spiraal opgesteld waar je doorheen kunt lopen. De materiaalkeuze, keramiek, stof, papier-maché, brengt je terug naar haar gedroomde vrouwen in de woestijn. Toch geeft de fictie hier weinig houvast. Hun verhaal is in relatie tot het werk eigenlijk te concreet.
Je moet er maar mee zien te leven dat de fictie de kunstenaar heeft geholpen om haar werk in zekere zin te rechtvaardigen. En dat haar teksten hier een op zichzelf staand onderdeel werden van haar kunst. Het zal niet lang meer zal duren of het werk van Perret kan zonder woorden.
Mai-Thu Perret, Land of Crystal. Bonnefantenmuseum Maastricht, t/m 6 januari 2008. www.bonnefantenmusuem.nl
* Werk van Mai-Thu Perret in het Bonnefanten. foto Zuiderlucht