Je bent op weg naar kantoor en verlangt naar een lange wandeling in de bergen. Je zit in de tandartsstoel en denkt aan het licht tussen de herfstbladeren. Iedereen weet dat het leven bestaat uit werkelijkheid en dromen. Als het niet zo was, zou het niet te doen zijn.
De schilderijen van Marcel van Hoef (Weert, 1967) bouwen spiegelpaleizen van werkelijkheid en droom, van echt en onecht, van illusie en realiteit. Hoe langer je kijkt, hoe minder je het onderscheid ziet.
Laten we concreet beginnen. Van Hoefs recente schilderijen – je ziet ze meteen bij binnenkomst, de tentoonstelling is omgekeerd chronologisch opgebouwd – vinden hun oorsprong in steden als Hongkong, Singapore en Dubai. Van Hoef reist er regelmatig naar toe en maakt foto’s van straten, gebouwen, parken en havens. Thuis selecteert hij de beelden en stelt er, als een hedendaagse Ruisdael, nieuwe beelden mee samen. Die gebruikt hij als basis voor zijn vaak forse doeken. In de benedenzaal van ECI tonen vier buitengewoon geslaagde filmpjes, gemaakt door leerlingen van de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht, hoe Van Hoef werkt. Hij maakt er geen geheim van.
Van Hoef heeft een voorkeur voor doorgangsplekken: kruispunten, wandelpaden langs een park, hallen van kantoren. Hij schildert ze in onverbiddelijk zonlicht met harde schaduwen. Scherp en clean. Wie wel eens in Hongkong, Singapore of Dubai is geweest, herkent de sfeer van een ruimte die al te nadrukkelijk openbaar wil zijn. Typisch voor deze steden zijn bovendien de eindeloze wanden waarlangs je je beweegt. Telkens ontnemen muren van gebouwen, billboards, geluidsschermen en overkappingen je het zicht op de rest van de wereld. Ga naar Hongkong en je merkt nauwelijks dat de stad aan het water ligt. In Singapore schijnt tegenwoordig 200 kilometer aan overdekte wandelpaden te bestaan.
De simpele maar effectieve kern van Van Hoefs recente schilderijen is dat hij die wanden en schermen prominent in beeld brengt en voorziet van afbeeldingen van landschappen, bloemen, vlinders of wolken. Soms maakt hij ze half transparant. Het achterliggende landschap blijft zichtbaar maar onbereikbaar. De schermen zijn dromen zoals advertenties van reizen naar Turkije of de Canarische Eilanden dat kunnen zijn – maar dan nog iets echter.
Van Hoef is namelijk een behoorlijk trefzekere schilder. Hoe dat zo gekomen is, wordt aan het einde van de tentoonstelling duidelijk. Daar hangen zijn oudste doeken. Je ziet hem vanuit bijna abstracte voorstellingen – ramen, fragmenten van gebouwen – werken aan een strakke, geometrische vlakverdeling. Vanaf het begin schildert hij niet met olie- of acrylverf maar met tempera, een vermenging van kleurpigmenten met eigeel en water. Door de jaren heen worden de lagen steeds dunner, de kleuren en de contrasten steeds helderder.
Die technische beheersing zie je terug in de latere doeken. De horizon aan het einde van de straat en de horizonnen op de schermen spelen een spel met het perspectief. De lichte straten en de haast doorschijnende lucht lijken wezenlozer dan de berglandschappen en de reusachtige bloemen die als wiggen in het beeld zijn gedreven. Schaduwen doorkruisen zowel schijn als werkelijkheid.
Je zou bijna vergeten dat die schilderijen zelf ook al een illusie zijn. Het enige wat hier echt is, is het doek en de verf.
Marcel van Hoef – Tijd en ruimte, schilderijen 1989-2015. Van 13 september t/m 29 november in ECI Cultuurfabriek in Roermond. ecicultuurfabriek.nl
Boven: Marcel van Hoef – Passing By (uitsnede).