Mijn vader vond heiligen maar niks. Jaren geleden leidde het onderwerp bijna tot ruzie met zijn schoondochter. Hij – protestants opgevoed, niet heel streng, wel degelijk – was van mening dat de ene mens niet boven de andere kon worden gesteld. En als dat al kon, dan was het niet aan andere mensen om daarover te beslissen. De onfeilbaarheid van de paus was aan hem niet besteed. Zijn katholieke schoondochter gaf toe dat op de procedure misschien iets viel af te dingen, maar waarom zou een mens door zijn uitzonderlijke levenswandel of verrichtingen niet een voorbeeld kunnen zijn voor anderen? Mijn vader was toch ook niet tegen de Nobelprijs? Nee nee, maar dat was verdienste – een zeer protestants begrip. Zo ging het door.
Graag had ik ze samen meegenomen naar Museum Vaals. Sinds 2009 staan daar, in de kapel van het voormalige Camillianenklooster, meer dan tweehonderd heiligen hutje mutje op elkaar. Het zijn beelden zoals ze eind negentiende, begin twintigste eeuw in aanzienlijke aantallen geproduceerd moeten zijn. Ter weerszijden van het gangpad opgesteld staren ze je aan als je in de richting van het altaar schrijdt. De beelden werden bijeengebracht door Gert de Weerd. De Weerd is ook protestant, hij werd juist gegrepen door de devotie die met de beelden verbonden is.
Ikzelf – natuurlijk ook protestant, met zo’n vader – moest in de kapel eerst een beetje lachen. Er is een Franciscus die kijkt alsof hij tien borrels achter de kiezen heeft. Bernadette Soubirous uit Lourdes is een huilerige werkster en Carolus Borromeüs lijkt meer op d’Artagnan dan op een heilige. Een Christus met Doornenkroon heeft zijn ogen veel te hoog in zijn voorhoofd en vele heiligen hebben handen waarmee ze in de bouw een mooie carrière zouden kunnen beginnen.
Volgens De Weerds filosofie worden de beelden gecombineerd met moderne kunst. Tot december van dit jaar zijn dat werken van Rob Scholte, waaronder borduursels van Leonardo’s Laatste Avondmaal. Scholte stelt ze achterstevoren ten toon, zodat je de losse draadjes en de afhechtingen ziet. Goedkope grap, dacht ik eerst. Maar langzaam drong tot mij door dat die borduursels juist op deze plek iets heel essentieels blootleggen. Aan de ene kant laten ze zien hoe mensen iets van de schoonheid en de zeggingskracht van het oorspronkelijke schilderij in huis proberen te halen. Aan de andere kant benadrukken die draadjes de onvermijdelijke knulligheid van de hele onderneming, want hoe zou je Leonardo’s wandvullende meesterwerk werkelijk tot leven kunnen wekken in een borduurwerkje van vijftig of zestig centimeter?
Met die beelden is het eigenlijk niet anders. Stuk voor stuk hebben ze ergens gestaan: in kloosters, scholen of ziekenhuizen. Elke dag liepen er misschien wel honderden mensen langs, sommigen bleven even stilstaan of knielden op zoek naar een moment van inkeer. De beelden waren onderdeel van het dagelijks leven. In al hun onbeholpenheid doen ze je beseffen dat geen mens voortkan zonder nu en dan een lijntje naar het hogere uit te werpen. Ik denk dat ook mijn protestantse vader dat herkend zou hebben.
Museum Vaals. Permanente tentoonstelling van meer dan tweehonderd heiligenbeelden. 7e Hemel van Rob Scholte is te zien t/m december. www.museumvaals.nl