Het begon als een vingeroefening. Twee jaar geleden bezocht Jeanny van Lieshout in Düsseldorf een tentoonstelling over acht kunstenaressen die een belangrijke rol hadden gespeeld in de Europese avant-garde van het Interbellum. Belangrijk, ja, maar in de meeste gevallen akelig onzichtbaar. Namen als Sonia Delaunay en Hannah Höch zijn bij de liefhebbers nog wel bekend, maar wie waren Claude Cahun of Germaine Dulac?

Jeanny van Lieshout (Horst, 1957) was onder de indruk. Dat kun je je voorstellen, zoek bijvoorbeeld de verbijsterend moderne geënsceneerde zelfportretten van Claude Cahun maar eens op. Ze wilde ‘iets’ met de tentoonstelling doen en dacht aan de serie van achtenveertig zwart-wit portretten van schrijvers, componisten, filosofen en wetenschappers – allemaal blanke mannen – van Gerhard Richter. Ze besloot haar eigen vrouwelijke portrettengalerij ertegenover te stellen. Nogmaals: alleen als vingeroefening. Ze drukte foto’s van de acht in Düsseldorf tentoongestelde dames af en overschilderde ze in gouache. Zo kreeg ze de smaak te pakken. Het plan om, net als Richter, definitieve versies in olieverf te maken liet ze al snel varen. Juist het directe en spontane van de gouaches sprak haar aan. Inmiddels zijn het er rond de honderd. Ze vullen een complete wand op een tentoonstelling van negen lokale kunstenaars (mannen en vrouwen) in het Venrays Museum.

Zo’n wand heeft een verrassend effect op de toeschouwer, althans op deze. Ik bleef kijken. Sommige portretten, bijvoorbeeld die van Virginia Woolf of Billie Holiday, herkende ik meteen, maar de meeste niet. Omdat de namen in dun potlood eronder geschreven zijn, bewoog ik als een vertraagde jojo heen en weer, steeds dichterbij en weer verderaf. Tevredenheid als ik de naam van de afgebeelde persoon kende. Feestelijke herkenning als het één van mijn eigen Geheimtipps betrof, zoals de Italiaanse schrijfster Natalia Ginzburg. Afgewisseld met de teleurgestelde vaststelling dat sommige van mijn andere favorieten ontbraken, bijvoorbeeld Ingrid Bergman, Hélène Nolthenius of Alicia de Larrocha. Misschien komen ze nog, Jeanny van Lieshout schildert vlijtig verder aan de reeks.

Maar laten we eerlijk zijn: dat ik bleef kijken had natuurlijk ook te maken met de manier waarop de koppen neergezet zijn. Op de tentoonstelling in Venray hangt ook ouder werk van Jeanny van Lieshout, waaronder een virtuoos geschilderde vallende man, en een recente tekening op doek getiteld Geschichte des Scheiterns, Der Geist von Babel. Het is een wervelende compositie met onder meer een groep oprukkende ratten in driedelig pak. Associaties met het opruiende werk van George Grosz dienen zich aan. De tekening is gemaakt met zwarte viltstift: onuitwisbaar, in één keer goed.

Jeanny van Lieshout heeft zichzelf een aantal keren opgenomen in de wand met bekende en onbekende kunstenaressen. Vanaf nu hoort ze ook tot mijn Geheimtipps.

Moderne Venrayse kunstenaars. Van 20 juni t/m 5 oktober 2014 in het Venrays Museum. www.venraysmuseum.nl