De tentoonstelling The Unwritten bij Marres in Maastricht is misschien wel het mooiste als je na afloop weer naar buiten gaat.
De Capucijnenstraat is een smalle straat, je moet oppassen dat je niet door een passerende fiets of auto van de sokken wordt gereden, maar als het even rustig is, zie je dat dit in de achttiende eeuw een dure buurt moet zijn geweest. Tussen de statige gevels verrijst de strakke, functionalistische Ursulinenschool uit de jaren dertig. Een eindje verderop wordt de Grote Gracht heringericht. Er staan nog hekken en borden, maar je ziet al dat de straat door het nieuwe plaveisel ruimer en lichter lijkt te worden. In de oude stad gaan heden en verleden hand in hand – wat een open deur, maar toch mooi om er nu en dan even bij stil te staan.
Niet dat The Unwritten over de stadsgeschiedenis gaat. Zelfs nauwelijks over geschiedenis in de geijkte zin van het woord. Zoals de titel aangeeft, gaat de tentoonstelling over geschiedenis die je juist niet in de schoolboekjes kunt lezen. Of zoals Marres-directeur en curator Valentijn Byvanck het uitdrukt: over geschiedenissen die tussen de kieren van de vloer zijn verdwenen. Volgende generaties zien iets glinsteren, ze breken de vloer open en vinden sporen, flarden van een verhaal dat ze op hun eigen manier verder vertellen.
Het eerste werk bij binnenkomst zet het thema meteen op scherp. Óscar Muñoz tekent zijn eigen portret met water op steen. Terwijl het ene gedeelte onder zijn handen ontstaat, is het vorige al bezig te verdampen.
Zo gaat het verder. Koki Tanaka reconstrueert de wandeling terug naar huis die een vriendin maakte in de uren na de zware aardbeving in Tokio in 2011. De foto’s van de straten en pleinen die ze destijds passeerde zijn betekenisloos en beladen tegelijk. Annie Kevans toont een stuk of dertig jongensportretten. Ze kijken de toeschouwer recht in de ogen, soms open en onbevangen, soms onderzoekend of zelfs wantrouwig. De onderschriften maken duidelijk dat het gaat om kinderportretten van Franco, Hitler, Videla, Karadzic, de grootste dictators van de laatste eeuw. Adela Babanova grijpt terug op een waanzinnig plan uit de jaren zeventig om een treintunnel aan te leggen vanuit Tsjecho-Slowakije onder Oostenrijk door naar de Kroatische kust. Voor goederentransport, maar ook omdat iedereen recht heeft op een vakantie aan zee. In een prachtige, licht absurdistische documentaire verkent ze hoe de geschiedenis eruit zou hebben gezien als het project wél was uitgevoerd. Günter K.’s Margret collectie neust bijna letterlijk onder de planken van de vloer. In twee vitrines liggen de tastbare overblijfselen van een affaire tussen een Keulse zakenman en zijn secretaresse: foto’s, bonnetjes, kattenbelletjes, getypte aantekeningen. Het is banaal, het is pijnlijk, maar het is verdraaid moeilijk om niet te blijven snuffelen. Je vult de ontbrekende details in, je reconstrueert het verhaal en langzaam verander je van deelgenoot in medeplichtige.
In thematentoonstellingen als deze wil de boodschap nog wel eens de overhand krijgen: curator spreekt tot de bezoeker via de kunstwerken. Aan de andere kant is er het gevaar van een brede parasol met daaronder niets dan los zand. The Unwritten weet beide valkuilen te vermijden. En zo sta je na afloop in de Capucijnenstraat in het paradoxale besef dat we de geschiedenis niet kunnen grijpen en haar toch voortdurend kneden.
The Unwritten. Van 7 september t/m 23 november bij Marres in Maastricht. www.marres.org
Adela Babanova, Return to Adriaport, 2013 (still). foto Gert Jan van Rooij.