Na jaren van politiek gesteggel zijn het Museum of the Image (MOTI) en het Breda’s Museum gefuseerd tot Stedelijk Museum Breda. STAN VAN HERPEN ging kijken. “Je moet energie krijgen van een museum. Dezelfde energie die je krijgt van een boswandeling.”
Iedereen moet zichtbaar nog even wennen, ook de twee bezoekers die verrast rondkijken als ze de lobby van het museum betreden. Maar de gastvrouw achter de balie is even vriendelijk als helder tegen het echtpaar op leeftijd, en benadrukt dat wat eerst het gebouw van MOTI was, nu een geheel nieuw museum is. Zo ziet directeur Dingeman Kuilman het ook het liefst: Stedelijk Museum Breda is een nieuw museum, niet het product van een fusie. “Twee bestaande musea zijn opgeheven, een nieuw museum is opgericht.”
Die twee bestaande musea, dat waren het MOTI (Museum of the Image, over beeldcultuur) en het Breda’s Museum, dat zich voornamelijk richtte op de (culturele) geschiedenis van de stad. Het gemeentebestuur bezuinigde fors op het Breda’s Museum en mede daardoor kampte de collectie met achterstallig onderhoud. Het MOTI miste draagvlak in de stad: het museum werd door velen als te elitair en te weinig van belang voor Breda gezien. Na jarenlange discussies en veel politiek gedoe viel in juli 2015 zelfs het college van B&W over het dossier. Einde van het lied: er moest een gezamenlijk museum komen, in elk geval een museum dat beide collecties zou gaan beheren.
Dat museum is er nu, in het pand waarin voorheen MOTI zat. Half juni ging het nieuwe Stedelijk Museum Breda open, met onder andere de tentoonstelling Wonderlijk weefsel, die “achttiende-eeuwse religieuze kunst verbindt met hedendaagse digitale kunst”. De zalen op de begane grond van het museum zijn gereserveerd voor de stadscollectie, met tentoonstellingen over de geschiedenis van de stad Breda; zoals de huidige tentoonstelling De Vrede van Breda.
“Je voelt dat de huidige exposities voortkomen uit een politiek compromis”, vindt Dennis Elbers, directeur van festival Graphic Matters. “Ik ga er vanuit dat de komende maanden en jaren een programma wordt gerealiseerd dat het museum meer een eigen gezicht geeft.”

Dingeman Kuilman. foto Jeroen van Eijndhoven/Beeld Werkt
Directeur Dingeman Kuilman typeert het nieuwe museum “als een modern, verbindend stadsmuseum, dat zich richt op het verhaal van de stad, verteld vanuit de actuele context, in combinatie met digitale kunst. Een museum waarin de Bredanaar zich herkent, waar verschillende groepen mensen elkaar ontmoeten.”
Kuilman heeft veel bewondering voor de MOTI-collectie. En elke twee jaar komt er een grote tentoonstelling met digitale kunst. Beeldcultuur? Dat woord, het kernbegrip van MOTI, vermijdt Kuilman liever. “Het woord beeldcultuur is wat besmet geraakt hier in de stad. En ik vind het zelf ook een lastig begrip. Mensen gaan naar een museum om bijzondere dingen te zien, je moet als museum op een aantrekkelijke manier de aandacht voor je objecten organiseren. Onder beeldcultuur vallen veel dingen die ik niet in een museum wil zien. Een tentoonstelling over Instagram vind ik nonsens. Daarom spreek ik liever over digitale kunst.” Wordt hij weleens beticht van conservatisme? “Ja, maar dat vind ik niet erg. Een museum is er voor de gemeenschap. Je moet energie krijgen van een museum. Dezelfde energie die je krijgt van een boswandeling.”
Dat het nieuwe museum afstand neemt van de erfenis van MOTI zie je ook aan de invulling van het gebouw. Op de begane grond aandacht voor de vaste collectie van voorheen het Breda’s Museum, in het souterrain wisselende exposities verdeeld over de drie grote zalen. Wie even meetelt, beseft: tabee MOTI. Is dat erg? Dennis Elbers: “Ik hou van het hedendaagse, het onderzoekende, het digitale, het dagelijks leven. Het rauwe, het experiment, dat is naar mijn mening beperkt aanwezig in het huidige museum. Maar wellicht dat het later nog komt.”
Het MOTI (van 2008 tot 2011 nog het Graphic Design Museum) bouwde een naam op met tentoonstellingen over actuele beeldcultuur. Maar de meeste Bredanaren hadden weinig op met het museum. En de bezoekersaantallen vielen tegen. Lisette Spee, cultureel ondernemer uit Breda: “De tentoonstellingen waren goed maar de communicatie eromheen was vaak te elitair. Ik vond de essentie van het museum – een reflectie op de hedendaagse beeldcultuur – zonder twijfel van belang. Maar het MOTI wist dat verhaal onvoldoende uit te leggen aan het grote publiek.”
Het gros van het publiek voor Stedelijk Museum Breda moet uit stad en regio komen, een derde van daarbuiten. Daarvoor wil het museum jaarlijks minimaal één grote tentoonstelling presenteren die landelijk publiek moet trekken. In 2018 wordt dat een expositie rondom de verbeelding van de wetenschap, en de manier waarop die zich verhoudt tot actuele kunst. De doelstelling is 60.000 bezoekers per jaar. Dat is ambitieus, beaamt Kuilman. “We moeten een ‘referentiemuseum’ zijn voor de stad en regio. De plek waar je aan denkt als je op zondagmiddag naar een museum wilt.”
Reinout van den Bergh, curator van festival BredaPhoto, hield een positieve indruk over aan de openingstentoonstelling. “Het museum moet roeien met de riemen die het heeft. Ik vind dat ze er iets moois van hebben gemaakt.” Maar, voegt hij er meteen aan toe, voor een stad als Breda is één, relatief klein museum, wel erg weinig. “Wij komen als festival bijvoorbeeld gewoonweg museale binnenruimten tekort. Vergelijk het met Tilburg, Den Bosch of Eindhoven, dat zegt genoeg.”
Ook Kuilman vindt de potentie van Breda (ruim 183.000 inwoners) groot genoeg voor meer dan één museum. “Maar het beleid van de gemeente de afgelopen 2,5 jaar was nogal rommelig. Ik kan met deze twee collecties kwalitatief een prachtig museum maken dat twee keer zo groot is. Maar laten we bescheiden beginnen, we moeten weer veel opbouwen. Zoals een goede band met het publiek.”
Wordt het MOTI gemist? Spee vreest dat museum en stad te veel voor de veilige keuzes gaan. “Dat kan schadelijk zijn. Gebrek aan ambitie en vernieuwing kunnen tegen je werken. Het levert geen energie op.” Elbers: “Ik mis het MOTI ja, maar ik ben niet de gemiddelde Bredanaar. Er is veel interesse voor cultuur in Breda, maar niet voor avant-garde. Als je in Breda te ver vooruit loopt, loop je al snel uit de pas.”
Wonderlijk weefsel – Mystiek in digitale en religieuze kunst. Van 17/6 t/m 31/12 in het Stedelijk Museum Breda. stedelijkmuseumbreda.nl