Het recente werk van Aernout Mik valt te lezen als een aanklacht tegen een door ongelijkheid, dreiging en controle gedomineerde wereld. Dat lijkt nogal stichtelijk, maar door kleine ingrepen tilt Mik zijn werk ver uit boven het niveau van het politieke pamflet. Hoe in situaties van controle en geweld een lichte mate van desoriëntatie kan leiden tot een universeel gevoel van onzekerheid.

Beklemming en onzekerheid bij de veiligheidscontrole

Security check. Bij een detectiepoortje en een röntgenapparaat staan een stuk of wat beveiligingsbeambten. Ze hebben niet veel te doen en kijken verveeld voor zich uit. Een mevrouw moet haar koffer uitpakken. Ook de bekleding moet eraan geloven. Een man doet omstandig zijn riem af. Even later fouilleren de beveiligingsmensen elkaar. Eén van hen laat zich pardoes achterover vallen en wordt door een collega opgevangen, een klassieke oefening in vertrouwen. De institutionalisering van het mondiale wantrouwen vereist dat de uitvoerders zich blindelings op elkaar kunnen verlaten.
De scène komt voor in de video Touch, Rise and Fall van Aernout Mik (1962) en is momenteel te zien in het Akense Ludwig Forum. Aanleiding voor de tentoonstelling vormt de toekenning van de Kunstpreis Aachen aan de Nederlandse kunstenaar. Getuige de namen van eerdere laureaten, zoals Ilya Kabakov of Luciano Fabro, mag Mik zich inmiddels definitief tot de groten der aarde rekenen. Later dit jaar heeft hij zelfs een solo in het Museum of Modern Art in New York.
Behalve de video over de veiligheidscontrole zijn er in het Ludwig Forum nog drie andere te zien. Osmosis and Excess toont weinig verheffende taferelen aan de grens tussen Californië en Mexico: kale heuvels met onafzienbare hoeveelheden afgedankte auto’s, afgewisseld met trage opnamen van een apotheek met goedkope Mexicaanse geneesmiddelen. In Convergencies trekt een lange reeks beelden voorbij van politie-afzettingen, ruwe controles en haveloze mensen – kennelijk illegale immigranten – die in ME-busjes worden geduwd. Zeker in dit laatste werk lijkt de politieke boodschap er dik bovenop te liggen: een ferme aanklacht tegen de mensonterende toestanden langs de grenzen van het rijke Westen, tegen ongelijkheid, uitsluiting en geweld. Die boodschap wordt er dan ook nog eens uitentreuren ingehamerd: Mik vermeldt bewust geen tijdsduur van zijn video’s, maar het duurt lang voor dezelfde beelden weer terugkomen.
Gelukkig is dat niet alles. Mik doet veel meer dan ons confronteren met troosteloze en beschamende beelden. Glutinosity, gemaakt in 2002 en daarmee het oudste werk op de tentoonstelling in Aken, maakt zijn werkwijze goed duidelijk. Geluidloos wikkelen blauw geüniformeerde mannen en deels met bivakmutsen uitgeruste betogers of opstandelingen een gevecht af. Maar wie vecht eigenlijk tegen wie? De mannen in het blauw slepen niet alleen hun tegenstanders maar ook elkaar weg. En waarom verloopt alles zo traag en gelaten? Je blijft kijken en zoekt naar aanknopingspunten, naar een logica achter de gebeurtenissen, maar die is er er niet. Wat blijft hangen is een hoogst ongemakkelijk gevoel van voortdurende, zinloze strijd.
Glutinosity sluit aan bij Miks werk uit de jaren ’90. Ook toen al wist hij trefzeker een haast archetypische sfeer van dreiging en strijd op te roepen. Daarbij haalde hij alles uit de kast om de toeschouwer in verwarring te brengen. De situaties waarin zijn hoofdpersonen zich bevonden waren overduidelijk geënsceneerd en vaak enigszins absurd: een kantoor gevuld met zeepsop of een roltrap in een instortend gebouw. Niet zelden versterkte hij het effect nog door ingrepen in de ruimte waarin de video geprojecteerd werd, bijvoorbeeld een bewegende vloer of bewegende wanden.
Tegenwoordig heeft Mik dit soort kunstgrepen nauwelijks meer nodig, hij kan toe met verbluffend eenvoudige middelen. Convergencies is grotendeels samengesteld uit bestaand filmmateriaal. De veiligheidscontrole in Touch, Rise and Fall is weliswaar in scène gezet, maar komt tot in detail overeen met de dagelijkse realiteit op luchthavens. Pas als je langer kijkt beginnen de ongerijmdheden op te vallen: de beveiligingsman die zelf in het röntgenapparaat geschoven wordt, zijn collega die eindeloos zit te hannesen met een tube tandpasta en een roze flesje uit een ambtshalve geopende koffer. Het zijn slechts kleinigheden die je niet kunt plaatsen, maar juist in een context van controle en dreigend geweld krijgen die een grote betekenis. De film wordt vertoond op twee gewone, stilstaande schermen in een subtiele afwisseling van overzicht en close-up. Wat op beide schermen te zien is gebeurt op hetzelfde moment, daar is geen twijfel over mogelijk. Toch gaat je blik voortdurend heen en weer. Je bent op je hoede, steeds vraag je je af of je niet iets essentieels gemist hebt.
Het is de herkenbaarheid die Aernout Miks recente werk zo indringend maakt. Rond een alledaagse veiligheidscontrole blijkt een lichte desoriëntatie voldoende te zijn om een gevoel van existentiële onzekerheid op te wekken, zelfs bij degenen die zich door die maatregelen juist beschermd zouden moeten weten. Dat inzicht maakt Miks politieke boodschap alleen maar krachtiger.
Aernout Mik. Ludwig Forum, Aachen, t/m 1 maart 2009. Zie www.ludwigforum.de.