‘A nice day’ in Dulwich
Het gastenboek van de Dulwich Picture Gallery bevat een bijzondere inktvlek.
Op 4 augustus 1873 liet een 20-jarige Vincent van Gogh zijn handtekening achter, maar hanteerde de vulpen zo onhandig dat de inkt enkele bladzijden doordrukte. Zijn bezoek aan het relatief onbekende museum in Zuid-Londen liet geen grote indruk op hem achter. In zijn dagboeken schreef Van Gogh, die toen werkte in het Londense filiaal van Goupil & Cie, de kunsthandel van zijn broer Theo, dat hij een “nice day” had gehad.
De museumdirecteur hoopt dat de bezoekers dit jaar iets enthousiaster zijn, want als geschenk voor zijn 200-jarige bestaan krijgt het kleine museum elke maand een nieuw meesterwerk te leen van ’s werelds bekendste musea, waaronder het Van Gogh Museum. Dit als aanvulling op de vaste collectie die met name Nederlandse en Vlaamse meesters bevat. Met dit verjaardagsgeschenk hoopt Dulwich Picture Gallery eindelijk in één adem te worden genoemd met de bekende Londense musea. Anders dan de National Gallery, de Royal Academy en de twee Tates heeft de Dulwich Picture Gallery de pech buiten de toeristische doorgangsroute te liggen. En, niet onbelangrijk, buiten het metronetwerk.
Dulwich is een villawijk welke omringd is door enkele beruchte achterbuurten, zoals Peckham, Norwood en Brixton. In laatstgenoemde buurt woonde Van Gogh, maar in zijn tijd was het nog een lommerrijke buitenwijk met veel windmolens. Over deze tijd speelde in 2003 op het West End het toneelstuk Vincent in Brixton, waar de in Maastricht geboren acteur Jochem ten Haaf schitterde in hoofdrol. Zou Van Gogh hebben geweten dat iets verderop, in Norwood, Camille Pissarro woonde? De impressionist was het geweld van de Parijse Commune ontvlucht, en produceerde enkele meesterwerken tijdens zijn ballingschap.
Hoe het zij, de Dulwich-collectie werd eind achttiende eeuw bijeenverzameld door twee kunsthandelaren in opdracht van de kunstminnende Poolse koning. Echter, na de deling van Polen in 1795 moest het duo op zoek naar een nieuw onderkomen. Na een moeizame samenwerking met het British Museum kwam de collectie terecht bij Dulwich College. In 1811 bouwde deze kostschool een speciaal museum waarmee de Dulwich Picture Gallery het oudste, speciaal voor de huisvesting van kunstwerken aangelegde museum in Engeland is.
Ondanks een beperkt budget – grotendeels bestaande uit schenkingen – komt de Dulwich Picture Gallery regelmatig met boeiende thematische tentoonstellingen, zoals de Londense tijd van Canaletto of de Venetiaanse werken van Walter Sickert. Daarbij zijn vaak onbekende, meer experimentele werken te zien, zoals Sickerts studie van het altaar in de Scalzi-kerk van Venetië, de kerk van de blootsvoetse broeders. In het licht van deze koers is het verjaardagsgeschenk – elke maand een nieuw meesterwerk te leen – toch vooral een manier om mensen te lokken.
En dat zal lukken. Uit het Prado komt een portret van Velazquez, het Rijksmuseum leent een portret van Rembrandt door zijn zoon Titus en de Britse koningin stuurt een portret van Johannes Vermeer. Het hoogtepunt voor veel Engelsen zal de maand augustus zijn wanneer een maand lang Van Gogh’s Zelfportret met vilthoed aan de muur hangt. Dat zou de jonge Vincent niet hebben gedacht toen hij op die augustusdag van 1873 een bezoek bracht aan dit kleine, merkwaardige museum.
PATRICK VAN IJZENDOORN