Ik beken. Ik krijg geen genoeg van muzikant, filmmaker én modeontwerper Baloji. Niet van zijn aanstekelijke muziek, niet van zijn visuele spektakels, niet van zijn prachtige kostuums.

Alsof hij personages, kleding, kleur en beat in een reusachtige blender giet om ze dan uit zijn hoge hoed te schieten. Ter lering en vermaak, maar ook om ons de schrik op het lijf te jagen.  

En al lijkt Baloji een verzonnen figuur, dat is hij niet. Zijn geboortenaam die hij in 1978 in het Congolese Lubumbashi kreeg, betekent letterlijk tovenaar. Nochtans betekende Baloji in het Swahili vroeger ‘man van de wetenschap’. Maar zoals alles veranderde in het koloniale Congo draaide de betekenis naar ‘man van occulte wetenschappen’, naar tovenaar, en kreeg het ook een griezelige connotatie.

Niet gek dat Baloji zich als kind afvroeg hoeveel tovenaar of duivel er in hem schuilde. De aandoening kleurwoordsynesthesie, waarbij elke klank in je hoofd letterlijk een kleur heeft, kreeg hij er gratis bij. Dat aandoening en identiteit een volledig oeuvre naar voren stuwt, mag je wel stellen. Zijn solodebuut Hotel Impala in 2008 imponeerde meteen, net zoals later de kortfilm Zombies. Samenwerkingen met Bazart, Damon Albarn en Arsenal volgden. En nu is er zijn eerste langspeelfilm AUGURE/OMEN die hij, omdat deze tovenaar vooralsnog geen keuzes hoeft te maken, combineert met vier EP’s met in totaal 36 songs en een reizend tentoonstellingsproject.

Baloji, Peau de Chagrin x Bleu de Nuit (2018). foto Kristin-Lee Moolman

In de presentatie Baloji Augurism in het ModeMuseum kijk ik naar geschoten beelden in waarschijnlijk Lubumbashi en Kinshasa, ik hoor Afrikaanse ritmes. Ik zie Mobutistische luipaardhuiden, telefoonkabels, Pinksterkerken, prachtige maskers en Mardi Gras-indianen.    

Maar ik zie en hoor ook België. Scheuten folklore uit de carnavalsoptochten van Binche trekken voorbij, met ergens klanken van Brussel. Baloji’s magisch realisme is echt niet ver verwijderd van het surrealisme van Magritte. Met dat verschil dat wat Magritte maakte niets met de echte wereld te maken had, en dat wat Baloji maakt alles.

Elke categorie van zijn kunstenaarschap, van het ontwerpen van kostuums en het filmen op de huid van de personage, van Matrone, de plaat die hij maakte met de Kaapverdische zangeres Mayra Andrade tot de film (en Belgische Oscar-inzending) Augure/Omen, toont vakmanschap en betrokkenheid. En dat zie je terug in deze wonderlijke mise-en-scene in MoMU. En elke volgende keer dat Baloji zingt, ontwerpt, rapt of filmt, zal het kleurrijk zijn en zal hij zichzelf als maat der dingen in zijn universum naar voren spuwen

Baloji Augurism. T/m 16.06 in ModeMuseum Antwerpen.