De zomer van 2011 gaat onze herinnering in als de zomer van de Hollandse moesson. Mooie tijden voor de musea, denk je dan – en inderdaad, daar was het drukker dan normaal. Maar werd die slecht weer bonus gerechtvaardigd door het aanbod? Traditioneel lassen veel kunstinstellingen een verkapte zomerpauze in: musea verlengen een staande expositie, plukken wat werk uit de kelders voor een collectie-presentatie, of zijn druk doende met de inrichting van een nieuwe tentoonstelling (zie cover). Theaters zijn gesloten, net als productiehuizen en opleidingen. Terwijl veel kunstenaars en makers werken aan nieuwe producties, gaan de instellingen in slaapstand en installeert het personeel de out-of-office reply.
Zo is het al jaren, maar of het zo goed is?
In dit nummer geeft artistiek leider Bart van Dongen van klankwerkplaats Intro In Situ blijk van zelfkritiek als hij constateert dat het publiek juist gedurende de zomer het meest mobiel is – en dat de kunstinstellingen dan te weinig thuis geven. Dat moet anders, concludeert hij terecht. Dat heeft niets van doen met strenger beleid van de overheid, maar met goed (cultureel) ondernemerschap. Dat dat wel degelijk aanwezig is in de sector, blijkt uit de expositie Tijdelijk verblijf in kasteel Oud-Rekem, net over de grens bij Maastricht. We kennen het concept van nieuwe ideeën in oude gebouwen, maar zelden kwam eigentijdse kunst tussen afbladderende muren en vermolmde daken beter tot zijn recht dan hier.
Van Dongen kraakt nog een andere noot die wél de tijdgeest ademt: het vervagend onderscheid in de kunsten tussen amateurs (liefhebbers) en professionals. Dat is overigens niet in elke sector even evident: in de beeldende kunst en de fotografie bijvoorbeeld weegt de conceptuele kant veel zwaarder dan bij muziek en theater waar qua uitvoering amateurs veel eerder aan bod kunnen komen. Een sprekend voorbeeld hiervan is het door traditionele ambachtslieden (metselaar, timmerman, schoenmaker, smid) uitgevoerde Experimentum Mundi van Giorgio Battistelli, een van de topacts van het muziekfestival Musica Sacra 2011. Het Italiaanse gezelschap toont een betrokkenheid en overgave die je bij muziekprofessionals nog maar zelden ziet.
Dat het geen vanzelfsprekendheid is dat oude gebouwen nieuwe ideeën doen opborrelen, blijkt uit de restauratie van het voormalige Nedinsco-complex in Venlo. De beoogde invulling ervan maakt duidelijk dat er nog vooral veel onduidelijk is. Dat geldt ook – en nog steeds – voor de toekomst van kasteel Wijlre, het domein van Jo en Marlies Eyck, kunstverzamelaars op leeftijd. Hun aanbod om het landgoed, inclusief de kunstverzameling en het Hedge House (waarin tuin en kunst subliem samenvloeien), als een Gesamtkunstwerk over te doen aan de provincie, stuit daar vooralsnog op grote politiek reserve. Je hebt mensen met oude ideeën, je hebt mensen met nieuwe ideeën en je hebt mensen met geen idee.
WIDO SMEETS
hoofdredacteur