Van de 272,1 miljard euro die de rijksoverheid jaarlijks uitgeeft, gaat 952 miljoen naar kunst en cultuur. Dat is 0,35%. In navolging van de PVV vindt een meerderheid in Nederland dat kunst, samen met ontwikkelingshulp en defensie, het eerst in aanmerking komt voor bezuinigingen. Wat denkt de kunstsector daar zelf van? Zuiderlucht peilde de stemming.
Idee van gemeenschap
De discussie rond bezuinigingen in kunst en cultuur lijkt zich eenduidig te richten op de noodzaak van kunst en cultuur zelf. Dit is vanzelfsprekend van belang, al zou niet de legitimiteit van kunst en cultuur, maar juist de infrastructuur ervan het onderwerp van gesprek moeten zijn. Tot aan de jaren negentig is in Nederland een verfijnd instrumentarium ontwikkeld van musea, presentatie-instellingen, kunstenaarsinitiatieven, fondsen, educatieprogramma’s en andere middelen. Ze hebben de voorwaarden geschept voor een even vitaal als uniek cultuurklimaat. Dat heeft bijvoorbeeld geleid tot het mondiale succes van Dutch Design. De tragedie is dat mede dankzij dit succes de Nederlandse culturele infrastructuur uitsluitend wordt benaderd in economische termen.
Economische legitimiteit is een werkelijkheid van kunst en cultuur, maar een even groot belang ligt in de sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheden. De huidige infrastructuur maakt bijvoorbeeld kunst en cultuur voor iedereen toegankelijk. Mijn zorg is dat de bezuinigingen als eerste dit idee van gemeenschap zullen aantasten. Kunst en vormgeving lopen het gevaar te worden teruggebracht tot blockbusters van een ‘topkunstenaar’ en een ‘topontwerper’, conform de eisen van de markt. Binnen elk systeem zijn bezuinigingen mogelijk, maar laten we de kernopdracht – het bemiddelen tussen kunst en publiek, kritische reflectie ven en een ervaring van schoonheid bieden – niet met het badwater weggooien.
GUUS BEUMER
directeur Marres en NAiM Bureau Europa Maastricht
No Thanks
Eigenlijk is het verbazingwekkend hoe conservatief de kunstwereld is. We denken graag dat we radicaal en vooruitstrevend zijn, maar als het om inleveren van subsidie gaat, zijn we nog conservatiever dan de Haagse politiek. Ik denk dat het geen kwaad kan om het subsidiestelsel tegen het licht te houden en een antwoord geven op de vraag wat we terug willen geven voor het geld dat de Nederlandse overheid in cultuur steekt.
Het lijkt me realistisch te veronderstellen dat wanneer de wereld in crisis is, ook wij onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Misschien is het wel redelijk als het Van Abbe met vijf procent gekort zou worden. Je kunt wel met de beschuldigende vinger naar de banken wijzen, maar dat is nog geen reden om jezelf onethisch op te stellen. Laat ons beter zijn dan lieden als Dick Scheringa en consorten.
Geert Wilders is eng omdat hij alles simplificeert. De nieuwe identiteit van de Nederlander is totaal vervlakt. Je bent Nederlander of geen Nederlander, je bent allochtoon of autochtoon, that’s it. Hetzelfde met Wilders’ opvattingen over cultuur. Je kunt niet zeggen dat alle cultuur een linkse hobby is en dat we over moeten gaan tot het maken van klokken omdat dát onze cultuur zou zijn. Wat betekent het als Wilders het Van Abbe en het Stedelijk dicht zou gooien? Veranderen we die dan in de grootste klokkenmakermusea van de wereld? Hoe voelen we ons daarbij? Wat zegt dat over de identiteit van de Nederlander? Dat die wordt vertegenwoordigd door klokken en niet door moderne kunst? Thanks a lot. But no thanks.
CHARLES ESCHE
directeur Van Abbe Museum Eindhoven
Investeren
Bezuinigen op cultuur. Is dat erg? Ja, natuurlijk. Vanwege de intrinsieke waarde; hoe ontroerend is een monoloog, hoe indrukwekkend een dansvoorstelling? Maar ook vanwege de bijdrage die cultuur kan leveren aan de kwaliteit van leven in een stad of regio. Kijk hoe Heerlen zich langzaam ontworstelt aan de staartgroep van de ‘meest/minst aantrekkelijke gemeenten’. Door consequent te investeren in cultuur.
Bezuinigen op cultuur. Is dat erg? Nee, helemaal niet. ’t Is goed wanneer de cultuursector zo nu en dan weer eens met de pootjes op de grond komt. Goed door elkaar geschud wordt. En de vraag “Waartoe zijn wij op aarde?” dient te beantwoorden.
Ambachtelijk vakmanschap, passie en ondernemerschap. Dat is wat een goeie timmerman nodig heeft. En een huisschilder. En misschien ook wel een boekhouder. Maar hoe zit het met het ondernemerschap van de gemiddelde kunstenaar? Er zijn veel beoefenaren maar weinig cultureel ondernemers.
Weet u wat pas écht erg is? Wanneer de bezuinigingen vooral de cultureel armere regio’s treffen. Wanneer de gelden in grote meerderheid zoals altijd in de verwende Randstad landen. Wanneer er geen diepte-investering wordt gedaan in de culturele stijging van de rest van het land. Da’s pas erg.
Maar bezuinigen op cultuur hoeft niet erg te zijn. Zo nu en dan moet dat zelfs. Als het maar fair gebeurt. En met visie.
PETER FREY
cultuurwethouder Venlo 2006-2010
Mag ik bestaan?
Waarom we niet op kunst mogen bezuinigen, heb ik in de loop van mijn werkzaam leven in onderwijs en kunsten reeds zovele malen beargumenteerd dat het mij bijna de strot uitkomt weer eens al mijn samengebalde kennis omtrent dit onderwerp te reproduceren. Er is slechts woede in mijn gemoed, temeer ook omdat de totale uitgaven van de kunsten in Nederland al meer dan een eeuw onder de internationale maat zijn.
Het telkenmale te moeten bewijzen dat je bestaat, dat je er mag zijn, lijkt op een permanente aanslag op je leven, vraagt naar een dwingende oproep te bevestigen dat je er bent terwijl iedereen ziet: het is er. Het roept het beeld op van mijn-zelf die de hele dag moet roepen, schreeuwen, klagen, zeuren: ‘Hallo, hier ben ik, zie je me, mag ik bestaan?’ Ik stop er dus mee mijn bestaan in twijfel te moeten trekken terwijl de ander mij de hele dag ervaart.
Sinds de tijd dat het Thorbecke-principe in Nederland regeert en het zuinige protestantse regime Nederland heeft bepaald, is er geen kruid meer gewassen om enige vorm van heerlijke exuberantie te laten gedijen in de kunsten die het goede leven ons toespeelt via een zicht op de werkelijkheid die ook anders mag zijn. Kunst brengt vernieuwing in mijn en andermans leven, schenkt respect voor andere wereldbeelden als een immer te volvoeren opgave van een al te menselijk leven.
Van mij krijgt niemand meer argumenten tegen bezuinigingen; ik heb het wel gehad.
JACQUES GIESEN
plv. directeur Theater a/h Vrijthof Maastricht.
Twee keer nadenken
De overweging om op kunst en cultuur te bezuinigen moet in ieder geval afgezet worden tegen de effecten op het gebied van bezoek en toerisme. Vraag het Amsterdam, daar weet men wat het is om geen spraakmakende exposities in huis te hebben, vanwege de (gedeeltelijke) sluiting van drie musea.
Iets anders: nu bezuinigen op kunstaankopen creëert een gat voor de toekomst. Meer en meer zullen musea moeten leunen op hun eigen collecties. Zijn deze onder de maat, zal zich dit direct vertalen in bezoekersaantallen. Grote tijdelijke exposities worden onbetaalbaar en musea hebben steeds minder trek in het in bruikleen geven van hun schatten.
Alle sectoren die een investering in de toekomst zijn, dienen niet alleen gevrijwaard te worden van bezuinigingen, maar juist extra middelen te krijgen.
Onderwijs en cultuur zijn zulke sectoren, waarin de verarming niet alleen materiële maar ook geestelijke schade toebrengt. Dat willen we toch niet op ons geweten hebben?
Bezuinigen? De drie musea op het Amsterdamse Museumplein hebben drie eigen depots, drie auditoria, drie bibliotheken, drie restauratieateliers en drie aparte tijdelijke expositieruimten. Kan het daar een onsje minder? Zou het samenvoegen van diverse diensten niet overwogen moeten worden? Het plein beschikt toch ook over één parkeergarage?
ALEXANDER VAN GREVENSTEIN
directeur Bonnefantenmuseum Maastricht
Aanhaken bij economie
Van de onvermijdelijke bezuinigingen is het nog gissen waar deze het hardst zullen aankomen. In de kunst en cultuur voelt men de bui al een tijd lang aankomen. Over die sector worden de raarste dingen beweerd. Bijvoorbeeld dat ze bergen met geld kosten en enkel bestemd zijn voor de elite. Met zulke complottheorieën wordt elke discussie in de kiem gesmoord. Deze conjunctuurgevoelige sector kan zich moeilijk verdedigen zodra het om de cijfertjes gaat.
En het zal er harder aan toe gaan dan twintig jaar geleden bij de afschaffing van de BKR. Het Rijk verving toen zonder slag of stoot het sociale vangnet, bekend als de contraprestatie, door een subsidiesysteem via gespecialiseerde adviseurs uit het veld. Hoe karig ook, het vangnet bleef. Maar wie nu aan de sociale kant van dat netwerk terecht kwam, was meteen een loser.
De laatste jaren is er van binnenuit sprake van discussie over het heersende subsidiesysteem. Ook interessant is een recente ontwikkeling binnen de Provincie Limburg, waarbij aspecten van het cultuurbeleid worden aangehaakt bij economische ontwikkeling. Daar zitten volgens mij reële kansen.
Ik hoop dat beleidsmakers èn ondernemers moedig nieuwe wegen blijven onderzoeken.
AD HIMMELREICH
conservator provincie Limburg
Coitus interruptus
Democratie en grote kunst staan op gespannen voet met elkaar, zo toont de kunstgeschiedenis aan. Maar ook democratie en kunstsubsidies, zo blijkt uit een recent onderzoek in opdracht van tv-programma NOVA: kunst en cultuur, ontwikkelingssamenwerking en defensie zijn de populairste posten waarop volgens het volk bezuinigd mag worden. Laat ik voorop stellen dat ik tegen bezuinigingen op kunstsubsidies ben. Maar toch lijkt het me goed om eens een tijdje te stoppen met die subsidies.
De kunstwereld is door al die subsidies zijn besef van urgentie kwijtgeraakt en trekt zich er in narcistische zelfgenoegzaamheid alleen maar bij af. Gedwongen in steeds weer andere perverse standjes laat men zich door de overheid onvrijwillig nemen, waarbij geen van beide partijen ooit echt klaar lijkt te komen.
Mijn voorstel is dan ook om eens een paar jaar te stoppen met kunstsubsidies, of tenminste met alle projectsubsidies. Reserveer ondertussen wel het geld op de bank en trek er rente van. In de tussentijd gaan we ons met zijn allen herbezinnen. Onder het motto “alles van waarde is weerbaar” gaat de kunstwereld zich heroriënteren op de rol en de positie van de kunst als hoogste vorm van wetenschap en als betekenisgever in een complexe, fragmentarische hedendaagse cultuur. Tegelijkertijd wordt het mecenaat weer meer betrokken bij de financiering. De overheid gaat ondertussen op zoek naar meer geld en ontwerpt nieuwe afwegingskaders die recht doen aan die rol en positie van de kunst.
Je zult zien dat we dan over een paar jaar weer een onvergetelijk, mindblowing nummertje met elkaar kunnen maken.
STIJN HUIJTS
directeur Schunck Heerlen
und dann die Moral
Wil je een begroting rond krijgen zonder een samenleving uit te hollen? Schrap dan die activiteiten die op het eerste gezicht niet levensnoodzakelijk zijn. Voor je de effecten merkt zijn we alweer een tijd verder. Tegen die tijd zien we dan wel weer.
Kunst? Streep erdoor. Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral.
Kunst, daar is nog nooit iemand beter van geworden. Jawel , sommigen hebben er geld aan verdiend maar, er beter van worden? Betere mensen worden? Nee!
Kunst heeft mensen nog nooit beter gemaakt. Kunst dient enkel zichzelf. Kunst is doel in zichzelf. Want kunst dat is niet meer dan de mens in zijn meest menselijke vorm. De mens en zijn vermogen tot creatie.
En een samenleving kan best even zonder dat vermogen tot creatie ? Een samenleving kan best even zonder veerkracht, zonder dynamiek? Zeker in moeilijke tijden, in tijden waar alle zeilen bijgezet moeten worden om überhaupt te overleven…
Tijden die snakken naar nieuwe inzichten, naar dynamiek, naar energie, naar perspectief, die tijden kunnen best even zonder dat vermogen tot creatie!
Willen we onszelf een toekomst bieden? Schrap dan zeker dat vermogen tot creatie. Wil je een begroting rond krijgen? Schrap de kunsten. Die samenleving, die redt zich wel. Toch?
Erst kommt das Fressen.
GUIDO WEVERS
artistiek leider Maastricht Culturele Hoofdstad 2018