Pam Emmerik (1964-2015)
Op 3 juli overleed in haar woonplaats Rotterdam het artistieke multitalent Pam Emmerik. Volkomen onverwacht hield haar hart het voor gezien, een hart dat ze zolang ik haar kende altijd vooraan op de tong gedragen heeft. Onverschrokken en recht voor zijn raap uitte Pam Emmerik zich in woord en beeld. En dat heeft mooie dingen opgeleverd, zoals de verhalenbundel Soms feest (1997), de romans Het bottenpaleis (2000) en Voor wie het paradijs verdragen kan (2014), verschillende theaterstukken en niet te vergeten de essaybundel Het wonder werkt (2004), waarvoor ze twee jaar later de J. Greshoff-prijs ontving.
In datzelfde jaar struikelde ze al slaapwandelend over haar hond (ze was een enorme hondenliefhebster), viel en raakte in een coma, een trauma waarvan ze uiteindelijk op wonderbaarlijke wijze herstelde. Haar artistieke comeback werd in 2009 gemarkeerd door een tentoonstelling in Schunck in Heerlen, waar daarna ook haar graphic novel Jummie werd gepresenteerd. In 2012, het jaar waarin ze het gedicht Fuck publiceerde, stond ze op de barricaden tijdens de protesten tegen de kunstbezuinigingen. Tegen die achtergrond schreef ze een scherpzinnige tekst over ‘het ideale museum’, waarin ze zich onder andere afvraagt hoe een museum zich moet verhouden tot de wereld: “De vraag is wat uiteindelijk een grotere egotrip is: je van de wereld afsluiten of hem meedogenloos tonen?”. Aan het eind van de tekst formuleert ze het antwoord op de vraag als volgt: “Laat dus maar stromen, de rivieren van tranen en modder en bloed en kunst en wij in een wankel sloepje daar middenin. Laat maar voortstromen en laat ons voortdurende bijna-verdrinken maar aan iedereen op de hele wereld zien. In een krant, in een film, in een boek, op een schilderij of een beeld, op straat, op tv of in een museum.”
Stijn Huijts is directeur van het Bonnefantenmuseum in Maastricht.