Naar aanleiding van de dood, op 90-jarige leeftijd, van typograaf en grafisch ontwerper Wim Crouwel zond de NPO een documentaire uit waaruit bleek dat ‘het stramien’ als een rode draad door zijn leven had gelopen.
Een oud-collega herinnerde zich zijn perfect vierkante sneetjes brood, belegd met exact afgesneden vierkante plakjes kaas die tijdens de pauzes werden verorberd. “Ik heb de neiging alles in mijn huis en op mijn bureau volkomen recht te leggen”, zei Crouwel er zelf over.
Maar er was ook twijfel, er was eigenlijk continu de vraag wanneer het stramien een esthetisch gegeven zou worden waarbinnen alle spanning weg zou vloeien. Balanceren, wat kan nog net wel of net niet.
Zo maakte Crouwel een eigen alfabet, geheel geënt op de enen en nullen uit de computerprogrammeertaal uit de jaren zeventig. De schoonheid van de letter stond continu in gevecht met zijn betekenis, met zijn dragende rol. Maar hoewel zijn schrift moeizaam leest, ga ik persoonlijk vol voor het fantastisch vormgegeven alfabet, welke het ‘letterzijn’ volledig overstijgt en tot een iconische beeldtaal is uitgegroeid.
Bij twijfel moet je de vraag soms gewoon achterwege laten.
