De sacrale sfeer die rond klassieke muziek hangt is aan Bl!ndman-voorman Erich Sleichim niet zo besteed. Het gekke is: hij komt er mee weg. De puristenpolitie laat zijn collectief ongemoeid, luistert soms zelfs ademloos. “Je moet muzikanten uit hun comfort zone halen.”

“Wat mij stoort aan veel klassieke muziek is de mate van anonimiteit. De uitvoerende muzikanten verschuilen zich achter hun stukken.”

De aan de conservatoria van Brussel en Luik opgeleide Antwerpenaar Erich Sleichim, saxofonist, componist en artistiek leider van het collectief Bl!ndman wil niets af doen aan de vakkundigheid van de meeste van zijn collega’s: “Veel musici kunnen foutloos een strijkkwartet van Beethoven uitvoeren, maar ze weten niet wat het betekent en ze weten vooral ook niet wat het spelen van dat strijkkwartet anno 2011 betekent. Ze zijn vergeten dat het een keuze is om op een podium te gaan zitten. Voor hen is musiceren een beroep geworden, wat niet de bedoeling kan zijn. Ik wil het individu naar voren trekken. Muzikanten uit hun comfort zone halen. Pas dan komen werken ook tot leven.”

Precies met die gedachte in het hoofd richtte Sleichim in 1988 het saxofoonkwartet Bl!ndman op. De naam verwees naar The Blind Man, een tijdschrift uit de hoogtijdagen van de dadaïsten, een groep surrealisten die zich na 1918 verzetten tegen de vastgelopen, verburgerlijkte maatschappij. Het Belgische saxofoonkwartet ging wat minder anarchistisch te werk dan dada, maar de vernieuwingsdrang en het denken over de grenzen van de diverse kunstdisciplines heen waren er wel. Sleichim hield het niet bij blazen op zijn instrument, maar gebruikte de mogelijkheden van het mechaniek optimaal, bijvoorbeeld voor percussieve geluiden. Hij zocht kruisbestuivingen op met onder meer toneel, dans, film en literatuur.

Zin om zich te beperken tot één bepaalde periode uit de muziekgeschiedenis had hij ook niet. Bl!ndman speelt even makkelijk twaalfde-eeuwse als nieuwste muziek. “De saxofoon heeft een heel specifieke klank. Denk aan het stereotiepe geluid uit de Bolero van Ravel. Het instrument mengt niet, terwijl klarinetten, hobo’s en fluiten probleemloos opgaan in de sound van een groot orkest. Er zijn weinig goede composities voor saxofoonkwartetten. Dus moet je die zelf maken. Het transcriberen van bestaand werk is een andere mogelijkheid.”

Dat heeft Sleichim gedaan: hij ‘herschreef’ composities uit de middeleeuwen en de renaissance, en werken van Mozart. “Ons enorme geluk is dat de ontvangst altijd goed is geweest. Toen ik aan de slag ging met de orgelwerken van Bach, had ik enorme schrik dat ik op mijn gezicht zou gaan krijgen. Maar het tegendeel was het geval.”

Dat de puristen niet uitvaren tegen Bl!ndman zou te maken kunnen hebben met de saxofoon. In de composities van vóór de uitvinding van het instrument is het al bij voorbaat een vreemde eend in de bijt. Anderzijds, zegt Sleichim, “komt het geluid van een saxofoon wel erg dicht in de buurt van de menselijke stem.”

Kwadratur # 1 / Globus, de voorstelling waarmee Bl!ndman op 19 februari in C-Mine in Genk te zien is, doorkruist op dezelfde manier de historie met stukken van Bach, Purcell en Stravinsky, maar ook van John Cage, Philip Glass, Steve Reich en Sleichim zelf.  De voorstelling vormt het eerste deel van een triptiek. Centraal in de enscenering staat een globe, “een enorme bol gevuld met tweehonderdduizend liter lucht, symbolisch voor alle lucht die wij in meer dan twintig jaar Bl!ndman hebben uitgeblazen. De klanken bouwen zich op gedurende het concert, dat letterlijk vanuit ruis begint.”

Kwadratur # 1 / Globus laat ook horen wat Sleichims besluit van vijf jaar geleden heeft opgeleverd. Bl!ndman werd opeens meer dan alleen een saxofoonkwartet. Er kwam een strijk-, een drum- en een vocaal kwartet onder dezelfde naam. “Nieuwe instrumenten en nieuwe mensen van een andere, jongere generatie. We wilden verbreding, meer mogelijkheden. Dat is goed gelukt.”

Ook een cadeau voor zijn vijftigste verjaardag, twee jaar geleden, opende nieuwe perspectieven. Sleichim noemt het “een geschenk van het leven”. Hij is herenigd met zijn oude liefde: de elektrische gitaar. “Dertig jaar had ik niet gespeeld, maar toen ik de Fender Telecaster in handen kreeg, merkte ik dat de affiniteit altijd in mijn lichaam was blijven zitten. Het instrument had mij nooit verlaten.”

Aan het afscheid viel indertijd niet te ontkomen. Bijna twee jaar probeerde de jonge Sleichim het bespelen van de saxofoon en de elektrische gitaar met elkaar te combineren. Tevergeefs. “Op beide instrumenten streefde ik de perfectie na. Daar ging zoveel energie in zitten, dat ik er bijna gek van werd.”

Nu, met al die vlieguren op de saxofoon, heeft de driehoeksrelatie wel kans van slagen. Maar moeite kost het nog steeds. “Het gevoel voor de gitaar mag dan nooit weg zijn geweest, het is een evidentie dat ik om het instrument echt professioneel onder de knie te krijgen, echt hard moet studeren.”

Ook de andere leden van het Bl!ndman-saxofoonkwartet moeten er inmiddels aan geloven. Sleichim werkt op dit moment aan Utopia 47, een opera voor het Holland Festival. “In het tweede deel gaan de saxofonisten elektrische bas en gitaar spelen. Anders dan anders, met het instrument plat voor zich. Maar omdat het wel een beetje moet klinken, zijn we nu al aan het studeren.”

Bl!ndman (new strings, sax, drums en vox), Kwadratur # 1 / Globus. Op 19 februari in C-Mine, Genk.