De kerken staan leeg, toch gaan theatervoorstellingen over Jezus’ lijden en dood erin als zoete koek. FONS GERAETS plaatst tv-musical The Passion en het amateurspektakel Passiespelen tegenover elkaar. ‘We leven in een hypecultuur en hebben als samenleving dit soort momenten nodig.’

Liefhebbers van het lijdensverhaal van Christus, met de kruisiging op Golgotha als apotheose, kunnen hun hart ophalen. Op Witte Donderdag vormde Roermond het door corona publiekloze decor van tv-musical The Passion; in het Tegelse openluchttheater De Doolhof zijn deze zomer, na een jaar uitstel, de Passiespelen te zien.

Waarom spreekt het lijden van Jezus in een tijd van afkalvende religieuze praxis tot de verbeelding? Vóór de lockdown stelde ZL zeven vragen aan Math Schmeitz van Passiespelen en Reinder van Dijk van KRO-NCRV, de omroep achter The Passion.

Wat vinden jullie van elkaars productie?
Reinder van Dijk: ‘Ik heb de Passiespelen helaas nog nooit gezien. Ik weet dat ze een keer een Jezus van Marokkaanse afkomst hebben gehad. Mooi dat zoiets mogelijk is. Ze hebben een enorm rijke traditie. Ik ben er jaloers op dat een evenement dat lokaal is opgestart zo’n nationale uitstraling heeft gekregen.’

Math Schmeitz: ‘The Passion is een tv-registratie van een concert waar een processie doorheen loopt. Veel mensen zijn daarin geïnteresseerd; mij spreekt het niet aan. Mag ik een vergelijking maken? Als theaterdirecteur heb ik ooit Cirque Plume binnengehaald. Daar was ik helemaal van ondersteboven, je voelde liefde en bezieling. Rivaal Cirque du Soleil is ook perfect, knap en professioneel, maar blijft voor mij buitenkant, te gladjes. Puur theater komt vanuit de buik en moet de bezoekers raken.’

Wat is de leidende gedachte achter jullie productie?
Van Dijk: ‘Zo’n tien jaar geleden bleek uit onderzoek dat driekwart van de jongeren niet wist waar Pasen over gaat. Ik kreeg toen een dvd toegestuurd van The Manchester Passion, een BBC-productie, en was diep onder de indruk van de processie, het enorme lichtgevende kruis en de popliedjes. We zijn in Hilversum met omroepen en kerken rond de tafel gaan zitten en hebben er een klap op gegeven. Nu is het precies andersom: driekwart van de jeugd is bekend met het paasfeest. Of dat te danken is aan The Passion? We hebben er zeker een bijdrage aan geleverd.’

Schmeitz: ‘Tot in de jaren zeventig werd het verhaal van Jezus’ lijden, sterven en verrijzenis theatraal verteld. In de vele passiespelen die Europa telt, overheerst die klassieke aanpak nog steeds. Onze enscenering is gemoderniseerd en gericht op het publiek. Het spel speelt zich bijna af op de schoot van de mensen. Bezoekers komen niet meer uit katholiek plichtsbesef, je moet ze boeien, pakken, grijpen. Ben Verbongs slotscène in 2000 was magistraal: de totaal verlaten Jezus op het voortoneel met het kruis, terwijl boven hem zich een orgastisch feest afspeelt. De ultieme eenzaamheid.’

Repetitiefoto van de Passiespelen, 2020. foto Zebra Fotostudio’s/ Peter de Ronde

Sinds 2018 zijn niet-gelovigen in de meerderheid in Nederland. Is jullie productie ook bedoeld als pastoraal tegenoffensief?
Schmeitz: ‘Dat denk ik niet. We maken wel de vertaalslag naar het heden en dragen een algemene boodschap uit. Hoe gaan we met elkaar om? Er zijn actuele maatschappelijke dingen in verwerkt: liefde, vrijheid, wederzijds begrip; in het Midden-Oosten speelt trouwens dezelfde ellende als tweeduizend jaar geleden. Een belangrijk thema wordt De Muur. Wat betekenen muren heden ten dage? Bescherming, afschrikking en afwijzing, of kun je ook muren van verbinding creëren?’

Van Dijk: ‘The Passion appelleert aan de vraag: is er meer tussen hemel en aarde? De niet-gelovigen mogen in de meerderheid zijn, de behoefte aan spiritualiteit blijft bestaan. Mensen willen deel uitmaken van iets groters, uitstijgen boven zichzelf. Ook wij willen op basis van eeuwenoude bronnen op een laagdrempelige manier iets vertellen over verbinding in de samenleving. Het gaat om een eeuwenoud verhaal over wezenlijke thema’s: vergeving, hoop, verraad en liefde. Misschien is The Passion wel een jaarlijkse spiegel voor mensen.’

Wat kunnen jullie van elkaar leren?
Schmeitz: ‘Ik bekijk het praktisch. Ik wil als marketingman via The Passion belangstelling kweken voor ons product. De Tegelse Passiespelen gaan over hetzelfde verhaal, maar je krijgt totaal iets anders! Bij ons zijn vierhonderd amateurs plus een professioneel team twee jaar bezig met de voorbereidingen. Dit is levend theater, gemaakt met hart en ziel. Ons naaiatelier bestaat uit twintig vrouwen die al een jaar kostuums naaien. De decorploeg timmert iedere dag in weer en wind. De 110 koorleden repeteren al sinds mei 2019. De betrokkenheid is enorm. Het stuk wordt gemaakt met bloed, zweet en tranen.’

Frans Bauer als Petrus, Jack van Gelder als Pontius Pilatus. Is het succes afhankelijk van celebrities?
Van Dijk: ‘Met onbekende christelijke zangers wordt het nooit een evenement met landelijke uitstraling. Daarom kiezen we voor bekende artiesten. Ze moeten wel affiniteit hebben met de christelijke normen en waarden. Trijntje Oosterhuis zei over haar rol als Maria: ‘Ik ben zelf ook moeder, ik herken de pijn als je kind iets wordt aangedaan.’ Er zijn artiesten die door The Passion geïnteresseerd zijn geraakt in Bijbelverhalen en het geloof.’

Schmeitz: ‘Ons uitgangspunt is dat de acteurs allemaal amateurs zijn. Het inhuren van professionals voor de grote rollen is de dood in de pot. Dan ontstaan banale discussies als: waarom wordt die wel betaald en ik niet?’

The Passion in Dordrecht 2019. foto EO-KRO-NCRV

The Passion, De passiespelen, Lazarus, de Matthäus-Passion. Kunnen we spreken van de festivalisering van de spiritualiteit?
Van Dijk: ‘Die is inderdaad gaande. Onderzoekster Mirella Klomp zegt dat The Passion is uitgegroeid tot een cultureel evenement dat past in het rijtje Koningsdag en 4 & 5 mei. Het  hoort bij de vaderlandse traditie. Dat vind ik een enorm compliment. We leven in een hypecultuur en hebben als samenleving dit soort momenten nodig. Dat zie je terug in het mediagedrag: mensen kijken massaal naar live-evenementen.’

Begrijpen bezoekers na afloop waarom Jezus werd opgeofferd en zo de hoop werd van de zoekende en lijdende mens?
Schmeitz: ‘Dat willen we in elk geval overdragen. Of iedereen dat meekrijgt, is natuurlijk een tweede.’

Van Dijk: ‘De kritiek op ons was: waarom eindigen jullie met de kruisiging en niet met de wederopstanding? Daarom zegt de verteller nu aan het einde: ‘Alles leek verloren, maar toch zijn er mensen die geloven dat Christus na een paar dagen is opgestaan.’ Zo proberen we de hoop te benadrukken. In Den Haag stond als apotheose Christus op het water van de Hofvijver.’