1 Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa (2)
2 Peter Buwalda – Otmars zonen (1)
3 Michel Houellebecq – Serotonine (4)
4 Tim Fransen – Het leven als tragikomedie (-)
5 Murat Isik – Mijn moeders strijd (-)
6 Bart Van Loo – De Bourgondiërs (3)
7 Joel Dicker – De verdwijning van Stephanie Mailer (-)
8 Lucinda Riley – Zeven zussen (7)
9 Esther Verhoef – Façade (8)
10 Michelle Obama – Mijn verhaal (-)
PLEASERS _ Terwijl ik nog zat na te mokken over het niet-nomineren van Marente de Moors Foon en eigenlijk vond dat Jan van Aken maar eens een grote prijs moest winnen, ging Rob van Essen er met de Libris-literatuurprijs vandoor. De goede zoon, een betere winnaar dan het gedoodverfde Grand Hotel Europa, is een verontrustend boek over een niet zo verre en niet zo fijne toekomst. De literatuur zit er op dood spoor, boeken zijn instrumentele pleasers. De krasjes die eigenwijze schrijvers nog denken te moeten aanbrengen, worden met disclaimers geneutraliseerd.
Van Essen schetst een dystopie waarin het individueel bewustzijn heeft plaatsgemaakt voor een geïmpregneerd collectief geheugen. Mensen krijgen eenvormige informatie toegediend, en versterken dat door hun ervaringen zo veel mogelijk te kopiëren. In het echt en online.
Het verhaal van de ik-persoon wordt kunstig verweven met het relaas van diens oude, in een tehuis geplaatste moeder, “voor altijd opgenomen in een wereld waarin ze nooit meer alleen was, waar ze uit bed werd gehaald en waar ze in bed werd gestopt, waar eten en drinken voor haar klaar werden gezet en als het moest zelfs in haar mond gestopt of gegoten, waar ze geen beslissingen meer hoefde te nemen.”
Van Essen schrijft over de toekomst van overmorgen. Disclaimer: literatuur heeft geen voorspellende waarde.
Deze lijst is samengesteld op basis van actuele verkoopcijfers van de boekhandels Dominicanen (Maastricht), Gianotten Mutsaers (Tilburg), Grim (Hasselt), Krings (Sittard), Malpertuis (Genk), Van Piere (Eindhoven) en De Tribune (Maastricht).