1 Rutger Bregman – De meeste mensen deugen (-)
2 Margaret Atwood – De testamenten (-)
3 Oek de Jong – Zwarte schuur (-)
4 Huib Modderkolk – Het is oorlog maar niemand die het ziet (-)
5 Griet Opdebeeck – Let op mijn woorden (-)
6 David Lagerkrantz – Zij moet sterven (9)
7 Ilja Leonard Pfeijffer – Grand Hotel Europa (1)
8 Margaret Atwood – De dienstmaagd (-)
9 Maarten ‘t Hart – De nachtstemmer (-)
10 Lucinda Riley – Zeven zussen (5)
DIKKE BOEKEN – Serieus onderzoek ontbreekt, maar Er Wordt Beweerd dat dikke boeken beter verkopen dan dunne. Uitgevers, naarstig op zoek naar die ene witte plek in een weerbarstige markt, handelen ernaar. Dus wordt de letter groter, de bladspiegel breder, de interlinie ruimer – en het aantal pagina’s groter. Een héél dik boek kan, nog voor het af is, zelfs in drieën worden gedeeld.
In 2012, vlak voor de dikke-boekentrend, schreef Oek de Jong het formidabele Pier en oceaan, 803 pagina’s in old school vormgeving, dus met normale letter, normale bladspiegel en normale regelafstand. En nu is er de opvolger, Zwarte schuur, bijna 500 bladzijden, qua vormgeving van hetzelfde ouderwetse laken een pak.
Ook qua inhoud en stijl is Zwarte schuur een klassieker: geen cliffhangers, geen herhaling van afgewogen pakketjes porno om de lezer bij de les te houden. Geen retorisch spierballenvertoon ook, of groteske metaforen, maar een op bedaarde ouderlingentoon verteld verhaal. Elke observatie, elke gedachte, elke zijsprong wordt tot de draad uitgetrokken. Niets blijft verhuld, alles wordt uitgelegd en verklaard; de lezer kan lui achterover blijven hangen. Zo werd Zwarte schuur in alle opzichten een ouderwets dik boek.
Deze lijst is samengesteld op basis van actuele verkoopcijfers van de boekhandels Dominicanen (Maastricht), Gianotten Mutsaers (Tilburg), Grim (Hasselt), Krings (Sittard), Malpertuis (Genk), Van Piere (Eindhoven) en De Tribune (Maastricht).