De boekhandels in Nederland (1500) en Vlaanderen (300) hebben het moeilijk. Internet, de opkomst van het e-book en de veronderstelde ontlezing bij de jeugd zouden er debet aan zijn. “Toen ik in 1978 met de boekhandel begon, verklaarden ze me voor gek omdat jongeren niet meer zouden lezen. De jongeren van toen zijn nu mijn klanten.”
Daar zit hij, achterin de dubbele pijpenla, voorbij de snorrende potkachel, op zijn vaste plek aan tafel met stapels papier, briefjes, kattebelletjes, boeken en apparatuur. Robert-Jan Wesly, eigenaar van De Tribune in Maastricht, in 2004 door Vrij Nederland uitgeroepen tot beste literaire boekhandel van Nederland. Nergens torens met vuistdikke bestsellers, geen schapje met de best verkochte boeken, evenmin een krijtbord met daarop de aanraders van het personeel. Maar veel boeken, heel veel boeken, tussen de vijftien en twintigduizend.
“Mijn accountant beklaagde zich er ooit over dat ik het Volledig Werk van Multatuli (25 delen, oorspronkelijke prijs 1500 gulden) op voorraad had genomen. “Dat verkoop je nooit”, voorspelde hij. ‘Wel hoor’, zei ik. ‘Is het niet dit jaar dan volgend jaar. En als ik het verkoop, bestel ik het meteen opnieuw.’ Hij verklaarde me voor gek, maar zo werkt het hier: dat Volledig Werk hoort er te staan. Het bepaalt mede het karakter van de winkel, dat wordt bepaald door de boeken die je niet dagelijks verkoopt. Veel collega’s noemen dat duur behang.”
Eigenaar Alain Geuns (58) van de Hasseltse boekhandel De markies van Carrabas (6250 boeken) bijvoorbeeld. Hij wijst op een oorkonde aan de muur uit 2002. Daarin wordt de markies benoemd tot ‘Literaire boekhandel van zeer goede kwaliteit’. “Dat is voorbij”, zegt hij, niet eens met zoveel spijt in zijn stem. “Destijds werden de boekhandels beoordeeld op boeken die per se in de zaak moesten staan om dat predicaat te krijgen: Vondel, Shakespeare, dat soort dingen. Ben je dan een goede boekhandel? Wij moeten geen museum worden hé. Zulke boeken blokkeren geld en stock, ik geloof er niet meer in. Je moet niet het gevoel hebben dat je een museum binnenstapt maar een dynamische winkel waar je steeds een actueel aanbod kunt vinden.”
Ook in Maastricht bij De Tribune bepaalt de actualiteit de hartslag van de zaak, maar hier is het aanbod overweldigend en ruim. Mét een complete afdeling poëzie. Daar is toch geen droog brood in te verdienen? “Het is idealisme”, zegt Robert-Jan Wesly (61). “Je kunt de opvatting huldigen dat poëzie alleen maar geld kost. Wij redeneren: het hoort hier te staan, hoe kunnen we dat bekostigen? Het werkt redelijk makkelijk: andere boekhandels hebben nauwelijks poëzie, dus liefhebbers weten waar ze moeten zijn.” Ook Wesly maakt de vergelijking met een museum: “Je komt misschien voor die ene tentoonstelling of voor dat ene schilderij, maar je krijgt er veel andere interessante schilderijen bij.”
Met 75.000 inwoners telt Hasselt zes algemene boekhandels, in het veel grotere Maastricht (120.000 inwoners) zijn er nog twee. Waar De Tribune het vooral moet hebben van de literatuur en wetenschappelijke boeken, wordt De markies van Carrabas geschraagd door esoterie, kunstfotografie en architectuur. Volgens het Belgische boek.be kent België een omzetstijging van + 1 procent die overigens volledig op conto van de webwinkels komt. De Nederlandse boekhandels boekten in 2011 een omzetdaling van 4,6 procent. Geuns: “In België heb je minder hypes. Een Nederlander rent gelijk naar de boekhandel, de Belg laat het op zich afkomen en koopt constant.” Ander belangrijk verschil is dat de Belgische (spotgoedkope) bibliotheken hun boeken bij de boekhandel inkopen. Dat België geen vaste boekenprijs heeft, deert de handel niet. “Als er ook maar één uitgeverij gaat stunten met prijzen, sturen we de handel meteen retour.”
Maar ook in België wordt nagedacht over de vraag hoe de omzet veilig te stellen. De grootste concurrent is ook daar het internet. Geuns: “De internetboekhandels vestigen zich naast het centraal boekhuis zodat ze razendsnel kunnen leveren. Daar kunnen we niet tegenop. We kunnen alleen maar proberen om ons te specialiseren en compleet te zijn in het actuele aanbod. Een architect moet er zeker van kunnen zijn dat hij hier de nieuwe boeken in zijn vakgebied vindt. En die boeken communiceren we ook heel direct met de klant via de mail.” Ook maakt hij zich zorgen over de jongste generatie lezers. “Ik merk dat de aanwas van jonge lezers tussen de 18 en 35 minder wordt. Die komen thuis, ploffen in de zetel en zetten een filmke op. Als ze op vakantie gaan nemen ze vijftien boeken, al dan niet legaal, mee in hun tablet. Wij zijn opgegroeid met boeken, zij met een klavier. Dat gaan we voelen.”
Geuns’ bewering wordt meteen gelogenstraft door student Axel Kampeneer (22). Hij komt een boek over expressionistische schilders kopen (vijf euro). Hij heeft nog nooit een boek via internet gekocht omdat hij lol beleeft aan de zintuigelijke ervaring van het kopen van een boek. Snuffelen, bladeren, vergelijken, dat gaat makkelijker in een boekhandel. Alle klanten deze middag bevestigen zijn verhaal.
“Ach”, zegt Robert-Jan Wesly van De Tribune, “toen ik in 1978 begon, verklaarde iedereen me voor gek omdat de jeugd niet meer zou lezen. De jongeren van toen zijn mijn klanten van nu.”
Dat ook bij hem de omzet stagneert, wijt Geuns vooral aan de prijzige kunstboeken die minder hard lopen. “Dat zijn boeken van zestig euro die je niet zo snel met andere boeken compenseert. Daarom verkopen wij een kookboek als Dagelijkse Kost dat op de boekenbeurs in Antwerpen een half miljoen keer over de toonbank ging. Als je dat niet doet, ben je ten dode opgeschreven.”
Daar moet je bij Wesly niet mee aankomen. “Ik ben iemand die zijn eigen interesses volgt. Ik vind het net zo belangrijk dat een nieuwe dichtbundel getoond wordt als een relatieve bestseller van Anna Enquist. Uitgevers moeten lachen als ze zien dat we maar twee boeken van Kluun hebben verkocht. Ik wil er best een deel van dat andere, grote publiek bij hebben omdat ik het graag zou confronteren met boeken waarvan ik vind dat ze gelezen moeten worden. Maar dat betekent niet dat ik een koffiebar of een speelhoek ga maken in de zaak. De Tribune moet zijn karakter behouden.”
In een speelhoek (zoals in de Mayersche Buchhandlung in Aken) ziet Geuns evenmin heil, maar de opzet van Selexyz in Maastricht met een conferentiehoek spreekt hem zeer aan. Sterker nog, nadat hij heeft geschetst hoe hij zijn omzet op peil probeert te houden (specialisatie, dynamiek, actueel aanbod, direct mailing op 4.500 klanten) ontvouwt hij stoute plannen onder het mom: de aanval is de beste verdediging. Hij gaat straks uitbreiden naar 350 vierkante meter (nu 80) in hartje Hasselt. “We gaan ze straks meer verkopen dan waarom klanten vragen. Als meneer een boek over architectuur koopt, neust mevrouw bij de kookboeken en allebei rekenen ze af. Je moet ook boeken voeren die zichzelf verkopen. Daarbij: alle boeken die gerecenseerd worden in de Standaard, De Morgen en Humo hebben we straks in huis.”
Wesly ziet er niets in om het roer om gooien. “Ik werp de horrorscenario’s van me af en zeg dat ik denk dat het mee zal vallen. Natuurlijk staat de boekhandel onder de druk. Een paar jaar geleden hebben we het personeelsbestand moeten inkrimpen van acht naar zes. De strijd is vooral om je voorraad te beperken, in sommige gevallen neem je titels niet meer op. Uit idealistische redenen kan ik vinden dat de derde roman van een schrijver wiens eerste twee boeken niet verkochten hier moet staan, om economische redenen kan ik denken: nee, doe maar even niet.”
Opvallend: beide boekhandelaren hebben nog niet één e-book verkocht en ook nog nooit de vraag gehad. Evengoed werden er in 2011 in Nederland voor 770.000 euro aan e-books verkocht. Het is nog maar 1,6 procent van de totale boekenomzet, maar wel een verdubbeling van het jaar ervoor. Wat het papieren boek betreft, internet is met grote partijen als bol.com en Amazon een forse concurrent, maar biedt ook voordelen. Wesly:
“Dankzij internet zijn klanten veel beter geïnformeerd, opmerkelijk genoeg bestellen ze daarom meer boeken. Dat doen ze via ons omdat wij de specialist zijn en ze het boek hier kunnen inzien.”
Zegt ook Milous Heunks die in De Tribune een boek komt kopen voor haar echtgenoot. “Deze zaak doet me denken aan de fameuze boekhandel Shakespeare and Company in Parijs, een ontmoetingsplaats van schrijvers en kunstenaars. Hier ruik je boeken. Selexyz in de Dominicanenkerk is ook prachtig, maar het interieur van De Tribune zou onder Monumentenzorg moeten vallen.” Wat ze heeft gekocht? “Lucretius. Ik heb van tevoren gebeld, maar had natuurlijk kunnen weten dat ze het op voorraad hebben.”