Design is iets wat in een platte doos past. Het laat zich simpel vervoeren. Wat stoort is slecht design. Maar Christien Meindertsma laat het graag een beetje ruisen. Aan haar trui hangt het oormerk van een schaap. Op haar vaatdoek staat Gz59-west, het kavel waar vlas in de wind woei.

Dat haar eerste solotentoonstelling onder afdak zit bij een textielmuseum is treffend. Ietwat gevaarlijk ook. Tenslotte heeft Christien Meindertsma in 2004 een container gekocht van de douane op Schiphol. Die zat vol met in beslag genomen voorwerpen, scharen voornamelijk, aardappelmesjes ook, nagelknippers en kurkentrekkers. Ze heeft ze alle 3264 geklasseerd op kleur. De verzameling is aandoenlijk, zo banaal, vooral de categorie nagelschaartjes met zonsondergangen. Maar wat acht jaar geleden al viel te voorspellen, is gebeurd.

Meindertsma is beginnen te knippen.

Eerst in het verhaal van de wollen trui. Haar One Sheep Cardigang was een schot in de roos, met een prijzenlintje voor het schaap. Ze heeft één draadje losgemaakt en de hele rimram uitgepluisd. Het weefsel der vanzelfsprekendheid heeft ze ontleed gelijk een kikker in de biologieles. Tot er van de vanzelfsprekendheid niks meer overbleef. Maar waar de kikker sterft in het onderzoek, jaagt Meindertsma stroom door de dingen, tot ze weer beginnen te leven. Ze naait hun buik dicht en stopt alle draadjes in alsof er niets is gebeurd.

Ik kwam na de tentoonstelling buiten met een vel om mijn schouder. Het was de schuld van Christien Meindertsma. Mijn boekentas was ineens een reuzengroot verhaal, met een koebeest in de hoofdrol, een runderboer, een slachter, een leerlooier, een leerlapper en een man met een pedaal achter een gevaarlijke naaimachine. Meindertsma neemt je het gemak van de gewoonte af. Helemaal comfortabel is het niet, maar je krijgt er een wonderbaarlijk verhaal voor in de plaats. Stof houdt op met stof te zijn. Je ziet overal draadjes wemelen. Gewoon thuis. Want Meindertsma grossiert niet in exotica. Ze heeft het over varkens, stoelen, beukenbomen en de kruipdiertjes in die bomen. Ze heeft er kleurplaten van gemaakt, op handgeschept papier van zo’n boom, met een beestje erin gestempeld. De specht bijvoorbeeld en de kleine wespenbok.

Overigens blijkt ze met een fascinatie te zitten voor kleurplaten. Wellicht omdat kleurplaten altijd een cliché zijn. Een circus is een rode tent. Een huis heeft een schoorsteen waar rook uitkomt. En rond een boerderij staat altijd een hek met dieren. Behalve op de boerderijplaat van Christien Meindertsma. Haar boerderij is een inventarisatie van varkens, hangaars, voedersilo’s, tractoren en een boer. Het zou een klacht kunnen zijn tegen de industriële veeteelt, maar Meindertsma is subtieler Ze geeft je nergens het gevoel dat ze oordeelt. Ze dwingt je alleen om het échte plaatje te zien.

Het dure woord is deconstructivisme. Meindertsma breekt de clichés in je hoofd open. Ze zoekt alles van naaldje tot draadje uit. Gelukkig dat ze te veel designer is om ons met de vernieling achter te laten. Ze onderzoekt de inhoud van een tafelkleed en deelt haar bevindingen mee middels een tafelkleed. De receptuur van de stof zit ingeweven in het laken: 364 gram Belgisch vlas, 503 gram Turks katoen en 259 gram IJslands wier. Het biedt een nieuw soort comfort.

Idem voor PIG 05049, de officiële catalogus van een varken, vleeskleurig vormgegeven, netjes in onderverdeeld in zeven hoofdstukken van Vel tot Allerlei. Daartussen staan plaatjes gerangschikt van trilpudding, badparels, kogels, veiligheidshandschoenen en lijm. Want zo veelzijdig is een varken. Overal zit varken in. Meindertsma somt nuchter op, quasi wetenschappelijk, maar het resultaat is respect voor wat je gewoon bent.

Thee is nog zoiets. Niemand weet wat thee is, een zakje onbestemde snippers uit een land hier ver vandaan. Voor Meindertsma is het een reden om een herbarium te maken van wilde thee. Met hele planten en ganse bloemetjes. Het voelt fris aan, met de hernieuwde onnozeliteit van een schoolschriftje. Ik zal niet doen alsof het kunst is, maar het neigt er toch naar. Pretentieloos en alledaags. De bedenkingen van Meindertsma doen je anders kijken naar de dingen, met meer verwondering.

Haar nieuwste expeditie van is The Flax Project. Het valt in primeur te bekijken in het Tilburgse Textielmuseum. Het verhaal begint in 2009, met een kavel in Zeewolde: GZ 59-west. Touw, verf en theedoeken zijn daar van gekomen, uit grote zakken lijnzaad. Meindertsma was erbij toen het vlas werd gezaaid, toen het vlas ging bloeien, toen het werd geoogst, moest drogen en werd opgehaald. Het filmpje is niet vies bang van een beetje magie. Bij iedere nieuwe stap lijkt het alsof de dag plechtig begint. In de verte klingelt een belletje in de wind, net of er toverij mee is gemoeid. Meindertsma gaat je een geheim laten zien…

De theedoeken maken met stip de meeste indruk. Ze hangen aan de muur als palimpsesten, want in hun draden zit kavel GZ 59-west verweven. Grappig detail: linksboven staat een QR-code. Ik mijn smartphone bovengehaald om de blokjes te scannen. Zonder resultaat. Je voelt je gefopt als je het probeert. Maar het viel te voorspellen. Christien Meindertsma ontwerpt geen geheime codes. Integendeel, ze ontrafelt ons dagelijks geheim.

Christien Meindertsma – Solo. Tot en met 3 juni in het Textielmuseum Tilburg.

www.textielmuseum.nl