Tegen de keer in adviseert Brigitte van Eck, de nieuwe directeur van het Munttheater in Weert, de politiek om te investeren in cultuur. “We moeten verder kijken dan de euro: wat levert een theater als dit op voor de stad.”

Ruim zeven jaar was ze zakelijk leider bij Het Vervolg en de opvolger daarvan: Toneelgroep Maastricht. Inmiddels heeft Brigitte van Eck er de eerste honderd dagen opzitten als directeur van het Munttheater in Weert, met 440 stoelen het kleinste stadstheater van Limburg.

Eindelijk theaterdirecteur, kun je gelijk gaan bezuinigen…

Brigitte van Eck: “Nee hoor, de kaarten zijn nog niet geschud. Dit jaar hebben we hetzelfde budget als vorig jaar. In 2012 zullen we keuzes moeten maken, maar ik zal alles op alles zetten om het bestaande niveau te handhaven. Cultuur is de drager van de samenleving, ook in Weert. Theater biedt reflectie, inspiratie én een mooie avond. Welke ervaring ze er ook opdoen, mensen komen er rijker vandaan.  We moeten verder kijken dan de euro: Een kwart van de programmering wordt gevuld met amateurkunst uit de stad, van zangverenigingen tot harmonieën, van toneelverenigingen tot de stadscarnavalsvereniging. Daar begint het mee: om deze mensen een plek te geven in het theater. Pas dan vul ik aan met de professionele programmering. Het theater is een belangrijke voorziening in een stad als Weert. Waar kijken mensen naar die zich ergens willen vestigen: onderwijs, sportverenigingen, zwembad, muziekschool, theater. Ik zal de politiek dan ook adviseren om anti-cyclisch te investeren. Onderscheid je van andere steden door juist nu je voorzieningen naar een hoger plan trekken.”

Maar geen misverstand: Van Eck vindt dat de cultuursector ook de hand in eigen boezem moet steken. “We hebben zitten slapen. Te veel naar onszelf gekeken, en te weinig naar elkaar. Cultuurinstellingen moeten beter samenwerken, ook hier in Weert. Met het RICK, het Regionaal Instituut voor Cultuur- en Kunsteducatie bijvoorbeeld. En Muziekcentrum De Bosuil, het grootste poppodium van Limburg, maar niemand die het weet!”

Voorjaar 2010 hoorde Van Eck (Roermond, 1069) dat directeur Hedwig Verhoeven bij het Munttheater zou vertrekken. “Ik heb altijd geroepen dat ik ooit theaterdirecteur wilde worden. Op Tweede Paasdag, ik was in de tuin wat in de aarde aan het wroeten, viel het kwartje. Een dag later heb ik via een email mijn interesse kenbaar gemaakt.  Ja, dat was nog vóór een advertentie was geplaatst.”

Het was een droom die uitkwam?

“Ja, maar mijn periode bij Toneelgroep Maastricht was ook een droom. Ik was zó verknocht aan dat gezelschap, vandaar dat ik er ook drie weken lang mee heb geworsteld voor ik die email verstuurde. Het vanuit verschillende disciplines, zoals marketing, dramaturgie en regie toewerken naar een nieuwe voorstelling, dat je de spanning voelt stijgen tot de première, en dan de ontlading: dat is het mooiste wat er is.”

En dan toch die overstap.

“Als ik heel eerlijk ben: het liefst had ik de huidige cultuurplanperiode, tot en met 2012, afgemaakt. Maar ik realiseerde me dat een kans als deze, in de stad waar ik woon, zich maar één keer voor doet.”

Volgens Van Eck onderscheidt het Munttheater zich door zijn  intimiteit. Mensen die er één keer zijn geweest, zegt ze, komen vrijwel altijd terug vanwege die knusheid. “Nergens zit het publiek zo dicht bij het podium. Er zijn mensen die vanuit Eijsden naar Weert komen vanwege de intimiteit van de zaal. ”

De voorstelling van vanavond is afgelast wegens gebrek aan belangstelling.

”Klopt. Een optreden van Dansgroep Amsterdam. Weert is nu eenmaal geen dansstad. Van de vier dansvoorstellingen per jaar die we nu hebben, zullen er twee overblijven.”

Hoe staat het met de bezoekersaantallen?

“Die zijn dalende, net als in de rest van Nederland.  Afgelopen jaar zaten we op zo’n 45.000, net als het jaar ervoor. Ik ken de cijfers niet uit mijn hoofd, maar het zullen er vast ooit 55.000 of 60.000 zijn geweest. Maar dan wel met méér voorstellingen dan de 130 per jaar die we nu hebben. Want zo gaat dat: als een daling inzet, word je gedwongen minder voorstellingen te programmeren.”

Door een ander prijsbeleid probeert Van Eck uit die vicieuze cirkel te geraken. “Het Munttheater is er voor elke Weertenaar. Ik vind dat mensen bij bepaalde voorstellingen voor 12,50 euro naar binnen moeten kunnen. Als het lukt, krijgen we meer publiek binnen bij dezelfde omzet. Ik heb me vast voorgenomen het theater te laten ‘indalen’ in de Weerter samenleving.”

Haar voorgangster Hedwig Verhoeven heeft, zegt ze, voor een gespreid bedje gezorgd met een mooie combinatie van inhoudelijkheid en toegankelijkheid in de programmering. Daar wil Van Eck een persoonlijker benadering aan toevoegen.  En staat ze, meer dan Verhoeven, elke voorstellingsavond aan de deur om de bezoekers persoonlijk te verwelkomen. Het kost haar geen enkele moeite. “Het is toch geweldig dat je elke avond kunt genieten van weer een andere voorstelling met een ander publiek!”

Die droom die werkelijkheid werd…

‘Jazeker! Ik ben hier in een achtbaan zonder tussenstops terechtgekomen, en daar zit ik nog steeds in.  Theater is een manier van leven. Ik heb ook geen hobby’s, theater is mijn hobby. Alle kennis en ervaring die ik in vorige functies heb opgedaan, komt hier bijeen: contacten met gezelschappen, politiek en overheid, sponsoring, financiën, representatie. Dat we nu moeten bezuinigen is lastig, maar ik laat me er niet door uit het veld slaan.”

Brigitte van Eck: “Welke ervaring mensen ook opdoen in het theater, ze komen er rijker vandaan.”