De kinderen van Pieter Brueghel (circa 1520-1569) begonnen na diens dood eigen ateliers waar de schilderijen van de oude meester werden gekopieerd. Met de presentatie Brueghel in Business besteedt het Bonnefanten komend najaar aandacht aan dit onderbelicht thema in een door unica beheerste kunstwereld. Niet te zien in Maastricht, maar in het Rijksmuseum op Schiphol. Een welkom verjaardagscadeautje, zegt directeur Alexander van Grevenstein.

Oude kunst tussen de hippe tax free shops

Via de luchtvaartwereld een land leren kennen is niet altijd een onverdeeld genoegen. Ik herinner me een vlucht met Olympic Air. De stewardessen droegen niet alleen dezelfde pakjes, maar hadden ook allemaal een voorkeur voor het met een zwarte lijn omranden van de al behoorlijk geverfde lippen. Een make-up-school waar je van moet houden. (Ik behoor niet tot de liefhebbers.) Nog voor het opstijgen kreeg een passagier een koffer op het hoofd die uit de bagagevakken boven de stoelen kwam vallen. De stewardessen snelden niet bezorgd toe, maar lieten het bij hard lachen. Tussen de Grieken en mij kwam het daarna slechts moeizaam goed.

Douanebeambten kunnen het op een soortgelijke wijze bederven. Vaak geldt als vuistregel: hoe groter de petten en de snorren, hoe meer ellende. Valt er tussen pet en snor ook nog de blik van een Argentijnse juntageneraal te bespeuren, dan gaat het uren kosten.
Misschien moet een mens zich juist gelukkig prijzen met dit soort kennismakingen met ’s lands wijs en ’s lands eer. Als er namelijk een wereld is waar de mondialisering voor laffe eenheidsworst heeft gezorgd dan is het die van de luchtvaart. Hoezeer architecten en vormgevers ook hun best hebben gedaan op vliegvelden, het blijven – enkele uitzonderingen daargelaten – non-plaatsen, complexen die hun logistieke functie misschien uitstekend vervullen maar zonder uitgesproken karakter. De onderlinge uitwisselbaarheid is groot. Wie er geblinddoekt naartoe wordt vervoerd en daarna moet vertellen waar hij terecht is gekomen, zal in veel gevallen de grootste moeite hebben. Billboards van de toeristische trekpleisters in het land van aankomst en de onvermijdelijke souvenirwinkels bieden momenten van herkenning.
Dat het Rijksmuseum in 2002 een dependance op Schiphol opende om de nationale luchthaven enige eigenheid te geven, valt te prijzen. Veel is het niet: een gouden doos van honderdzestig vierkante meter (ontworpen door architectenbureau Benthem Crouwel) tussen douane en vliegtuigen met werken van onder anderen Rembrandt van Rijn, Jan Steen, Pieter de Hooch en Jacob van Ruisdael en een wisseltentoonstellinkje. Dat alles gratis te bezichtigen tussen zeven uur ’s ochtends en acht uur ’s avonds door reizigers die andersoortiger vertier willen dan elektronica, sterke drank, sieraden en lekkere luchtjes. Critici hekelden de kermisachtige omgeving en meenden dat bezoekers vooral langs de kunst slenteren om de tijd te doden.
De dependance van het Rijksmuseum op Schiphol kwam er op aandringen van het ministerie van OC en W, dat pleitte voor een hogere mobiliteit van museumcollecties. Inmiddels trekt de Schiphol-afdeling van het Rijks zo’n 180.000 bezoekers per jaar, die er gemiddeld zo’n twintig minuten vertoeven. Bij de clientèle zijn veel Amerikanen, Chinezen en Japanners. Er is geen entree, de opbrengst van de museumshop ter plaatse zou het initiatief draaiende moeten kunnen houden, was de oorspronkelijke bedoeling. Zeven jaar na de opening zegt een woordvoerster van het Rijksmuseum niet te weten of die verwachting is uitgekomen.

Directeur Alexander van Grevenstein van het Bonnefanten kent geen reserves bij de dependance van het Rijks op de luchthaven. Hij spreekt van “een verstandige daad” en “een mooi visitekaartje, waar we graag ook een keer van profiteren.” Dat het Maastrichtse museum dit najaar op Schiphol een wisseltentoonstelling mag inrichten, is een cadeautje van het Rijksmuseum aan de 125-jarige. Eerder had Van Grevenstein gemeente Maastricht en provincie Limburg voorgesteld om in het jubileumjaar iets te doen met de kandidatuur voor culturele hoofdstad 2018, maar hoorde daar niets op terug. Nu komen in de gouden doos op Schiphol een aantal Breughels uit Maastricht te hangen met tekst en uitleg: De volkstelling te Bethlehem en De aanbidding in de sneeuw. Het is een knipoog naar de succesvolle tentoonstelling De Firma Brueghel uit 2001 en 2002, zegt Van Grevenstein. “Wat we willen laten zien is dat de kinderen Brueghel ateliers begonnen die behalve eigen werk ook kopieën van de schilderijen van de oude Brueghel produceerden. Dat is een aardig fenomeen in de kunst, waar we niet zo bij stilstaan, gericht als we allemaal zijn op unica. De kopieën verkochten ook goed, brachten slechts tien tot 25 procent minder op dan de originelen. Net als retabels waren het ook echte exportproducten die heel Europa doorgingen. Dat maakt het extra aardig om het op een internationale plek als Schiphol te laten zien.”
De presentatie, Brueghel in Business getiteld, blijkt te inspireren. De woordvoerster van cultuurgedeputeerde Odile Wolfs laat weten dat de provincie denkt over het zichtbaarder maken van Limburgse cultuuruitingen op plekken waar bezoekers aankomen. Dat kan zijn op vliegvelden, op stations en langs de weg. Na de eerste aanzetten voor de kandidatuur voor culturele hoofdstad moet het van concrete uitwerking komen. Van Grevenstein wil daar wel over meedenken. “Ik heb al eens gepleit voor borden met bewegende beelden en tekst zoals die bij stations in Frankrijk te zien zijn. Het wordt mensen daar meteen duidelijk wat er zoal in een stad te zien is. Ook langs de weg attenderen de Fransen bezoekers veel beter op bezienswaardigheden. Hier moet je daarvoor een miljoen bezoekers of meer hebben. Maar ja, dat is Nederland.”

Brueghel in Business, van 28/10/09 t/m 22/02/10 in Rijksmuseum op Schiphol.

…… fotomanipulatie Jasper Groen