Mensencircus

Sinds Cirque Plume en Cirque de Soleil is het dierloze circus ruimschoots ingeburgerd. Circus Ronaldo, een Vlaams familiebedrijf in de zevende generatie, koestert de traditie van een 18e eeuwse mengvorm van de commedia dell’arte en het aloude circus. “De Franse school van het circustheater toont de perfectie in de mens. Wij wijzen op de gebreken.”

Circus Ronaldo, terug tot de zevende generatie

Het publiek wacht voor de houten hekjes die rondom de spiegeltent en de woonwagens staan opgesteld. Uit een van die woonwagens komt een vrouw heftig gesticulerend naar buiten. Een man roept haar vanuit de deuropening nog wat in een onverstaanbaar taaltje na, en smijt de deur dicht. De vrouw stapt kwaad de tent binnen. Even later mogen de toeschouwers ook binnen gaan. In twee groepen: de groene kaartjes gaan rechtdoor frontstage, de gele kaartjes lopen achterom langs de hemden aan de waslijn naar backstage. Circenses van Circus Ronaldo, met een nieuwe generatie ‘commedianten’, kun je van twee kanten bekijken.

Op zomerfestivals struikel je tegenwoordig over de lijnen en haringen van circustenten. Circussen zonder wilde dieren, zelfs zonder paarden, maar met alleen mensen die door de lucht zweven, jongleren en andere lichaamskunsten tonen. Het is mensencircus, dat allerlei theaterdisciplines in zich verenigt. Cirque Baroque en Cirque du Soleil waren de smaakmakers in het genre, voortkomend uit de Franse circusscholen die in de jaren zeventig werden opgericht door cultuurminister Jacques Lang om het uitsterven van het circus tegen te gaan. Met het bekende succes van het circustheater.
Puristen vinden dat je het ‘mensencircus’ geen circus kunt noemen, maar het publiek heeft daar geen boodschap aan. Het nouveau cirque deint uit, is er in allerlei maten en vormen die steeds meer op elkaar gaan lijken. In dat circustheaterlandschap heeft het Vlaamse Circus Ronaldo een bijzonder plekje verworven. Ronaldo noemt zich ‘commediantentheater’, met twee m’s. Het zijn komedianten die zich verbonden voelen met de traditionele commedia dell’arte.
In 1769 contracteerde Philippe Astley saltimbanco’s, rondtrekkende kermisartiesten, als commedia dell’arte-spelers om in zijn amfitheater de tijd te vullen tussen de paardendressuurnummers. Het idee groeide in 150 jaar uit tot de bekende circussen met paarden, roofdieren en clowns. In Circus Ronaldo zijn de intermezzofiguren uitgegroeid tot hoofdpersonen, zoals eerder in Cirque Baroque en Cirque du Soleil met zijn inmiddels voorspelbare shows en glad gepolijst entertainment.
Die weg wil Circus Ronaldo niet gaan, de Vlamingen willen verrassen, warm en herkenbaar zijn, in plaats van mooie nummertjes opvoeren. De familieleden van Circus Ronaldo spelen de rol van personages die hun nauw aan het hart liggen. Het zijn karakters waarin een stuk van henzelf zit. Johnny is nu 75 jaar, en blijft de schietende cowboy spelen. Zijn vrouw Maria verbaast nog altijd door haar statig lopen over zwaarden. David en Danny zijn klassieke clownfiguren: jaren geleden schminkten ze zich nog wit, droegen rode neuzen. Daarna worden ze de Lazzi’s uit de commedia dell’arte, met de typische halve maskers en harlekijnskleding. Nu geven het nette pak en de losse broek de archetypen weer van de aangever en de afmaker. Clowns zijn het, echte clowns, met een waarachtige melancholie in een ouderwetse sfeer, in een nostalgische romantiek. Zij creëren dramatische spanning, poëtische verwondering, en ontroering.
Het begon allemaal met Gentenaar Adolf Peter Vandenberghe die in 1842 op zijn vijftiende van huis wegliep en meeging met een circus. Als paardenknecht wist hij zich op te werken tot een van de beste acrobaten in de regio. In Elzas-Lotharingen kreeg hij kennis met de dochter van komedianten die met woonwagens rondtrokken. Zo ontstond het Volkstheater Vandenberghe dat halverwege de vorige eeuw in handen kwam van de muzikale broers Jan en Herman Van den Broeck. Jan noemt zich Johnny Ronaldo en richt in 1971 een gelijknamig circus op. Zijn nazaten Danny en David hebben ervoor gezorgd dat Circus Ronaldo richting circustheater ging, nog vóór de bloei van de Franse circustheaters. Grasduinend in de familiearchieven ontdekten ze die typische mengvorm van commedia dell’ arte en circus.

Een stoet van fakkels en trom leidt naar zwaardlopen, jongleren, clowneske nonsens en acrobatie op koord. Danny hangt aan de enorme kroonluchter, zoekt contact met de acrobate, verdwijnt met haar door de nok. Pauze. De twee publieksgroepen wisselen van plaats. Ook backstage valt er veel te genieten.
Het rode gordijn vliegt in de fik. Danny en zijn zoon Pepijn vullen elkaar aan op hun trekzakken, geven de klanken aan elkaar door. Zo wordt de artistieke fakkel doorgegeven aan de zevende generatie. David: “We worden wel eens vergeleken met Cirque du Soleil, maar eigenlijk kunnen we niet verder uit elkaar liggen. Zij tonen immers op een schitterende wijze de perfectie in de mens. Terwijl wij net wijzen op de gebreken.”
Een paar jaar geleden speelde Cirque du Soleil het stuk Saltimbanco’s, over middeleeuwse rondreizende artiesten: jongleurs die niet alleen ballen opgooien maar ook acrobatische kunsten maken, toneelspelen, clown zijn. De artiesten van Circus Ronaldo spelen geen saltimbanco’s, ze zijn het.

Circenses, van Circus Ronaldo is van 4 tot 6/09 te zien bij zomerfestival Cultura Nova in Heerlen (28/8 t/m 6/10). Daarna van 24 tot 26/09 in Maaseik. www.circusronaldo.be
www.culturanova.nl

Circus Ronaldo: De vergelijking met Cirque du Soleil fgaat niet op. Foto Benny Degrove