The Hateful Eight, de nieuwe Tarantino, was nog niet geschreven of hij haalde de voorpagina’s al. En afgelopen maand lukt het Quentin Tarantino om de hele Amerikaanse politiemacht achter zich aan te krijgen. Het circus is weer in de stad.

Films van Quentin Tarantino verschijnen niet gewoon, die gebeuren. Ze trekken alle licht en rumoer uit de omtrek naar zich toe. Zodra hij aan een film begint te werken, lopen de camera’s. En dan begint de karavaan pas echt te rollen.

Soms werkt al die aandacht niet in Tarantino’s voordeel. Omdat de wereld zo hongerig was naar wat dan ook over zijn nieuwe project, besloot iemand op 21 januari 2014 het script te lekken. Vanaf dat moment was er licht.

The Hateful Eight zou de film gaan heten, inmiddels al wel omschreven als een locked-room whodunit en een Agatha Christie in de sneeuw, al zal het spektakel niet van de kandelaar in de bibliotheek komen. Het decor is Wyoming, een paar jaar na de burgeroorlog, waar acht vreemdelingen tijdens een sneeuwstorm in een berghut belanden. Als blijkt dat op het hoofd van een van hen een premie van 10.000 dollar staat, wordt het gezellig.

Samuel L. Jackson, Kurt Russell en Tim Roth hadden al ingetekend. Wauw, dachten de fans. Samuel L. Jackson (en zeven anderen) in één ruimte, met dat gepatenteerde stemgeluid en die mitrailleurmonologen die hij al sinds True Romance de wereld in slingert, die helemaal los mag gaan in Tarantino’s amfetaminegestookte metastijl: dit kon alleen maar fantastisch worden. Freakin’ awesome!

Er was alleen één ding: Tarantino besloot het project te cancelen. Nee, eigen schuld wereld. Had het script maar niet gelekt moeten worden. Hij zou het verhaal als roman uitbrengen, niet als film. Toen was er een kleine intermissie – snacks bij de bar – waarin iedereen even in z’n eigen sop mocht gaarkoken.

Fast forward naar 23 mei 2014, toen Tarantino tijdens het filmfestival van Cannes met de camera’s van de wereld op zich gericht bekendmaakte de film toch te gaan maken. In zijn eigen woorden: de wond van het mes dat iemand in januari in mijn rug stak, heeft een korstje gekregen. Een maand eerder had hij in het Ace Hotel in Los Angeles een live-lezing van het script met de acteurs voor een publiek gehouden en de reacties daarop waren zo goed geweest dat hij van gedachten was veranderd. Ten opzichte van de gelekte versie was vooral het einde herschreven. Oh, en digitale projectie betekende de dood van de cinema, dus The Hateful Eight zou op film geschoten worden. Waarover zo meer.

Je kunt een hekel hebben aan Circus Tarantino, je kunt er van houden. Of je kunt denken, dat kennen we nou wel. Dat laatste zou alleen niet terecht zijn, want QT, zoals hij gemakshalve wordt genoemd, heeft zich na Pulp Fiction wel degelijk vernieuwd – Jackie Brown had meer drama, daarna koos hij de weg van wat je zou kunnen noemen de meta-genrefilm – al hadden die films niet meer de enorme impact die zijn Gouden Palmwinnaar in 1994 had. De erotiek van voetmassages, de finesses van de Europese en Amerikaanse hamburgertraditie, Pulp Fiction had de cultuur voor altijd veranderd. Tot zeker twee jaar daarna kon je als crimineel niet fatsoenlijk iemand liquideren zonder een passend Bijbelcitaat. Soms staat er iemand in een woestijn te roepen dat Pulp Fiction gewoon een slechte film was, en waarom zien we dat nou allemaal niet, maar dat is onzin. Het plezier van het filmmaken, het ambacht dat Tarantino wil laten zien, het jongleren met de filmgeschiedenis, gewoon omdat hij zich realiseert dat QT zonder de films die hij als jongetje zag QT niet zou zijn geweest, het spat met elke film van het scherm. Je kijkt ernaar en je weet: dit verhaal moet precies zo verteld worden, met precies die acteurs. Alles klopt. Ze denderen vooruit, van de eerste tot de laatste seconde. “Als je vijf frames van hem ziet”, zei Kurt Russel afgelopen augustus op de Comic Con in San Diego, “dan weet je of ze van hem zijn.”

Dat ambacht heeft wel een prijs. Als je een film tot leven wilt brengen, zegt Tarantino, dan moet je ook echt met film werken. Met celluloid dus en niet met digitale camera’s en digitale projectie. Celluloid levert warmere beelden op, het versterkt de beleving. En daar draait het allemaal om, om die suspension of disbelief die je voor 180 minuten naar het besneeuwde Wyoming anderhalve eeuw geleden transporteert. Hij filmde The Hateful Eight daarom in Ultra Panavision, een extra widescreen 70mm formaat dat voor het laatst gebruikt is in 1966 voor Khartoum, waarin Charlton Heston de blanke beschaving weer eens redde van de barbarij.

QT is trouwens niet de enige die zich verzet tegen de opmars van digitaal, ook Christopher Nolan, Martin Scorsese en J.J. Abrams zijn verklaard tegenstander van de barbarij van enen en nullen. Helaas werkt inmiddels 97 procent van de Amerikaanse bioscopen met digitale projectie en operateurs moesten voor de 70 mm projectie de afgelopen maanden speciaal opgeleid worden. Of The Hateful Eight in Nederland ook op 70 mm te zien zal zijn, is op dit moment van schrijven nog niet bekend. Sowieso heeft maar een handvol bioscopen die projectie in huis. In die zin voert Tarantino een achterhoedegevecht.

Tarantino is een medium op zichzelf. Hij heeft ons anders naar genrefilms doen kijken, leerde ons opnieuw, en anders, naar George Baker luisteren en reanimeerde John Travolta. Hij is z’n eigen pr-machine, in dit geval door de afgelopen maanden tegen Amerikaans politiegeweld te protesteren. Waarna de Amerikaanse politie tegen zijn film ging protesteren. Je kunt cynisch doen over de timing van Tarantino’s protest. Maar net als zijn films is het motief niet effectbejag. Zijn verontwaardiging is echt. Net als zijn liefde voor films. Hij praat er veel en hard over, als een circusdirecteur die zijn eigen show presenteert. Maar dat geeft niet. Wij luisteren graag.

Quintin Tarantino, The Hateful Eight. Vanaf 7 januari in de bioscopen