Componist Merlijn Twaalfhoven is niet zo van de l’art pour l’art. Zijn werk moet mensen bij elkaar brengen. MARK VAN DE VOORT sprak met hem over engagement in muziek. “Het voelt weinig zinvol om in deze tijd, vol urgente verhalen, mijn innerlijke emoties te verklanken.”

Musiceren in conflictgebieden, duizend zangers dirigeren in hartje Carré of de klimaatcrisis aankaarten in de Carnegie Hall; de Nederlandse componist Merlijn Twaalfhoven wil geen kunstenaar zijn in de spreekwoordelijke ivoren toren, zeker niet als zich ergens in de wereld een crisis of brandhaard aandient.

Van klimaatverandering tot de Syrische vluchtelingenproblematiek, Twaalfhoven wil de actualiteit dicht op de huid zitten. Maar wel op een vreugdevolle manier, met composities die collectief met talloze musici en koorleden tot stand komen. Zoals het groots opgezette project Ode to Dignity, dat hij op 29 oktober in Maastricht presenteert. Het is een multidisciplinair project over kinderarbeid, een thema dat Twaalfhoven na aan het hart ligt vanwege zijn ervaringen in Syrië. “Tien jaar geleden ontwikkelde ik muziekprojecten in Syrië. En ineens ging het daar ontzettend mis. Syrische kinderen verblijven nu als vluchteling in Turkse steden en worden daar gedwongen te werken. Ooit hadden ze een goed leven in Syrië, nu zijn ze overgeleverd aan een wetteloze situatie. We leven in een tijd met zoveel urgente verhalen, het voelt voor mij weinig zinvol om dan mijn innerlijke emoties te verklanken.”

Zulk engagement is zeldzaam onder eigentijdse componisten. Merlijn Twaalfhoven (Wapserveen, 1976) studeerde compositie bij Daan Manneke en altviool bij Esther Apituley, maar zijn carrière verliep daarna anders dan mij de meeste jonge klassieke musici. “Observeren bleek voor mij even belangrijk als het muziek maken zelf. Aanvankelijk ben ik composities gaan schrijven voor bijzondere locaties. Mooie, vervoerende plekken als een scheepswerf, een natuurgebied of poptempel Paradiso, waar ik tijdens een dansnacht muziek van eigentijdse componisten programmeerde.”

Merlijn Twaalfhoven. foto Cor van Gastel

In 2005 kwam de ommekeer. Op zoek naar inspiratie ging Twaalfhoven steeds meer reizen. Op het verdeelde Cyprus voltooide hij het muziekproject Long Distance Call: musici uit het
Turkse én Griekse gedeelte van Nicosia creëerden gezamenlijk een muziekstuk op de daken van de hoofdstad. “Ineens merkte ik dat muziek een impact kan hebben. De stad is nog altijd in tweeën gesplitst en samen muziek maken op die plek, dat bracht zo’n enorme lading met zich mee. Ik had het gevoel een relevante bijdrage te kunnen leveren, ik kon een verschil maken. Door musici bij elkaar te brengen en muziek te gebruiken als een brug tussen de mensen.”

Hij zette een muziekproject op in Palestina, waar musici optraden aan weerszijden van de Israëlische scheidingsmuur. In Jordanië werkte hij met Syrische vluchtelingen. In Nederland zoekt Twaalfhoven eveneens de spontane interactie tussen mensen op en brengt hij verschillende zangculturen bij elkaar. Zoals bij het project 1000 Stemmen in Carré in 2012, met honderden zangers uit verschillende Amsterdamse subculturen. Mischa Spel in een recensie in de Volkskrant: “Eén moment was onvergetelijk: waar de Marokkaanse powerzang van Mohammed El Habib naadloos overging in eigenlijk heel verwante fadozang. Daar ontsteeg de muziek grenzen en bewees ze zonder woorden een humanistisch idee.”

Twaalfhoven schrijft zijn composities van tevoren uit, maar laat zich vervolgens nadrukkelijk beïnvloeden door de ontmoetingen met musici en (amateur)zangers tijdens de vaak intensieve repetities. Als componist stelt hij zich bewust kwetsbaar op. Noem het gerust naïef, maar een open houding werkt volgens hem ontwapenend. “Het is net alsof je aan het begin van een gesprek staat. Je bent afhankelijk van degene die tegenover je zit, vanuit die spanning zoek ik naar een betekenisvolle dialoog. Het is een sprong in het diepe waarbij een gelijkwaardige samenwerking tussen mij en de musici voorop staat. Tijdens de repetities kan zo langzaamaan een gezamenlijke compositie groeien. Het vereist een andere grondhouding: muziek als sociaal avontuur.”

Voor de meerjarige culturele manifestatie Ode to Dignity in Maastricht – over kinderarbeid en kinderrechten – ontwikkelt hij een muziekstuk dat op 29 oktober wordt opgevoerd. Met de deelname van honderden Maastrichtenaren, afkomstig van muziekverenigingen, koren en scholen, die gezamenlijk een compositie zullen ontwikkelen en opvoeren. Twaalfhoven leidt zijn projecten als een regisseur. De enige houvast die hij heeft, is zijn jarenlange ervaring met wispelturige groepsdynamieken. “Mensen kunnen ineens afhaken of blijken geen bladmuziek te kunnen lezen. Dan moet je een andere taak voor ze zoeken in het geheel van de compositie. Het is een levend laboratorium.”

Zijn eigenzinnige invulling van het componistenambacht is ook geboren uit onvrede met de praktijk. “Vaak krijg je als componist maar één uitvoering van je nieuwe compositie te zien en te horen: de wereldpremière. En dat na zoveel uren componeren en repeteren.” Die oppervlakkige premièrecultuur knaagde aan hem. En dus richt hij zich liever op actuele zaken die iedereen aangaan. Dit najaar werd Twaalfhoven – in 2011 winnaar van de Unesco Award voor de dialoog die hij creëert tussen de Arabisch en Westerse wereld – uitgenodigd door de VN om zijn klimaatstuk Four Drifting Seasons te presenteren in de Carnegie Hall in New York. Een interactief muziekstuk waarmee de componist de wereldwijd temperatuurstijging verklankt. “We hebben nu nog de mogelijkheid om de klimaatverandering tegen te houden. Het zou toch hartstikke raar zijn als ik over dertig jaar tegen mijn kleinkinderen moet zeggen dat ik daar toen niet tegen geageerd heb? Omdat ik lekker aan het werk was aan een of andere compositie. Als componist moet ik doen wat ik kan om ons bewustzijn aan te blijven wakkeren.”

Merlijn Twaalfhoven – Ode to Dignity. Op 29/10 in Maastricht, m.m.v. honderden plaatselijke zangers en muzikanten. odetodignity.com