Musica Sacra blaast het stof van Rosch Haschana van de Maastrichtse componist Carl Smulders. Een hoopvol stuk van een sombere man die zich op het eind van zijn leven terugtrok in Luik. “Smulders zag zichzelf als een verbinding tussen de Germaanse en de Latijnse cultuur. Zijn muziek sluit aan bij Wagner en Grieg, maar ook bij César Franck en Gabriël Fauré.”
Hoopvol stuk van een cultuurpessimist
“Op de laatste avond van het jaar begeeft een jood zich naar de synagoge voor het traditionele gebed. De rabbijn spreekt eeuwenoude teksten uit, dezelfde die reeds werden gezegd door David en Salomon. (…) De man, door vrees bevangen, doet gewetensonderzoek en wordt vanwege zijn vele zonden overmeesterd door het gevoel van zijn onwaardigheid. (…) De man maakt het voornemen voortaan de Wet te eerbiedigen en dit besluit brengt hem tot rust. Terwijl de plechtigheid ten einde loopt herhaalt de man, opgelucht, met zijn God verzoend, de eeuwenoude rituele woorden en daalt in hem de zekerheid van het verhoorde gebed.”
Dit programma schreef de Maastrichts-Luikse componist Carl Smulders (1863-1934) in de partituur van Rosch Haschana (Joods Nieuwjaar). Dit symfonisch gedicht voor cello en orkest, met als ondertitel Gebed voor een nieuw en beter leven, werd geschreven in 1898 en kan beschouwd worden als één van Smulders’ belangrijkste composities. Het is zo’n stuk dat in de tijd van zijn ontstaan veel succes had, gespeeld werd door het Concertgebouworkest onder Willem Mengelberg en toentertijd wereldberoemde cellisten als Joseph Hollman en zelfs Pablo Casals, vervolgens onder het stof raakte, maar nét niet helemaal vergeten wilde worden. In 1983 verscheen een opname op LP door Alexander Petrasch en het Limburgs Symfonie Orkest onder leiding van Ed Spanjaard. Nu, ruim vijfentwintig jaar later, zal Rosch Haschana klinken tijdens Musica Sacra, opnieuw uitgevoerd door het Limburgs Symfonie Orkest, ditmaal onder Etienne Siebens met Marie Hallynk als solist. En elke keer zeggen we tegen elkaar: ‘Wat jammer dat zoiets niet vaker wordt uitgevoerd.’
Wie de LP uit 1983 draait, hoort een melancholiek, aanvankelijk sereen en op het hoogtepunt licht extatisch stuk. Het feit dat het werk tijdens Musica Sacra wordt uitgevoerd, versterkt het gevoel dat je naar diep-religieuze muziek zit te luisteren; toch was Smulders niet joods en eigenlijk ook niet religieus. Uit zijn geschriften, waaronder een uitvoerige correspondentie met zijn veel bekendere collega Alphons Diepenbrock, komt hij eerder naar voren als een verstokte scepticus.
“Dat is zo”, zegt musicoloog en cultuurhistoricus John Hoenen, “maar het beschouwelijke van Rosch Haschana is wel heel typerend voor Smulders.” Hoenen is de Smulders-kenner bij uitstek. Hij studeerde in de jaren tachtig af met een scriptie over de betekenis van Smulders voor het Nederlandse muziekleven en liep lange tijd rond met het voornemen op Smulders te promoveren.
Carl Smulders werd geboren in Maastricht. Zijn moeder kwam uit Sittard, zijn vader was een protestantse, uit Amsterdam afkomstige pianobouwer. Dat moet hem vanaf het begin bewust hebben gemaakt van de betekenis van culturele en religieuze verschillen. Nadat opleidingen tot officier en ingenieur waren gestrand, schreef hij zich in aan het conservatorium van Luik. Vanaf dat moment verliep zijn carrière gesmeerd. Hij deed in 1886 examen met zijn eigen Eerste Pianoconcert. Kort daarna werd hij benoemd tot professor harmonieleer en solfège (technische zangoefeningen). In 1891 behaalde hij met een cantate een gedeelde tweede prijs in de Belgische Prix de Rome. Composities als Rosch Haschana, het Tweede Pianoconcert en La Mer (een aan de Mastreechter Staar opgedragen stuk) werden zowel in België als Nederland zeer positief ontvangen. Tussendoor werkte hij, in het voetspoor van zijn vader, aan verbeteringen van het pianomechaniek.
“Smulders zag zichzelf als een verbinding tussen de Germaanse en de Latijnse cultuur”, zegt Hoenen. “Zijn muziek sluit enerzijds aan bij Richard Wagner – daar kon niemand omheen in die tijd – en bijvoorbeeld Edvard Grieg, anderzijds bij César Franck en Gabriël Fauré. Het samenleven en de wederzijdse bevruchting van verschillende culturen vond hij heel belangrijk. Daar kwam waarschijnlijk ook zijn belangstelling voor de joodse cultuur uit voort. Maar hij vond ook dat er veel in de wereld niet deugt. Hij las Nietzsche en Schopenhauer en worstelde met filosofische vraagstukken.”
Smulders’ in 1902 gesloten huwelijk liep al na een paar jaar op de klippen. In een vroeg stadium zag hij de conflicten opdoemen die tot de Eerste Wereldoorlog zouden leiden. De bespiegelende kant van zijn karakter kwam onder meer tot uiting in de vier Franstalige romans die hij tussen 1906 en 1913 publiceerde. In de laatste jaren van zijn leven ontwikkelde hij zich steeds meer tot een cultuurpessimist en leidde hij een teruggetrokken bestaan in Luik en in de Ardennen.
Met deze kennis in het achterhoofd luister je op een andere manier naar Rosch Haschana. Een echt religieus stuk is het inderdaad niet. Maar geschreven in 1898 verklankt het wel de oprechte hoop op een ‘nieuw en beter leven’ die Smulders toen nog moet hebben gehad.
Rosch Haschana van Carl Smulders en werk van Vincent d’Indy en Goffredo Petrassi: 18 september, 20:00 uur, Theater aan het Vrijthof, Maastricht. Zie: www.musicasacramaastricht.nl en www.theateraanhetvrijthof.nl.
Carl Smulders (1863-1934).