Curator Cuauhtémoc Medina probeert met Manifesta9 het concept van de nomadische biënnale te vernieuwen. Hij combineert hedendaagse kunst met oudere kunst en industrieel erfgoed. Van dat laatste onderdeel wordt veel verwacht, maar Medina wil er nog niet veel over kwijt. “Het loopt uiteen van Suske en Wiske tot Turkse gebedsmatjes.”

“Wat een rijkdom!” roept Cuauhtémoc Medina uit. Meteen bij zijn eerste kennismaking met Genk, in juli 2010, raakte hij onder de indruk van het Kempense mijnverleden. “Ik had dit helemaal niet verwacht. Er is zoveel overgebleven. Je kunt nog precies zien hoe de mijnbouw de hele streek veranderd heeft. En het is heel anders dan de somberheid die ik ken uit andere mijnstreken, bijvoorbeeld in Noord-Engeland. De schitterende gebouwen van Winterslag en Waterschei! En de tuinwijken, die zijn uniek!”

De Mexicaan Medina, opgeleid als historicus en kunsthistoricus, had het dan ook snel bekeken: het mijnverleden moest het uitgangspunt worden voor de negende aflevering van Manifesta, de Europese Biënnale voor Hedendaagse Kunst die deze zomer in Genk wordt gehouden. Begin 2011 werd hij benoemd als curator.

De eerste keer dat ik Medina (Mexico City, 1965) meemaakte, was tijdens een lezing in de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Hij zat ver weg achter een tafel, hanneste met zijn Powerpoint en sprak tussen de bedrijven door de zaal toe. Zeker een kwartier was hij bezig het concept van biënnales te relativeren. “Er zijn er wereldwijd wel honderd per jaar”, zei hij. “Volgens Adorno zijn musea de familiegraven van de kunst. Als dat zo is, zijn biënnales de rouwbijeenkomsten die voorafgaan aan de definitieve bijzetting.” En: “Curatoren hebben vaak een te groot ego, ze zijn een noodzakelijk kwaad”. Met zijn zwartomrande bril en niet geheel accentloze Engels maakte hij een strenge en ontoegankelijke indruk.

Het was een vreemde, haast absurdistische presentatie. Immers, Manifesta heeft grote ambities. “Manifesta is na de Biënnale van Venetië en de Documenta de belangrijkste kunstmanifestatie in Europa”, aldus Hedwig Feijen, oprichter en directeur van Manifesta. Zij vormt door de jaren heen de constante factor in de organisatie. “Het is ook de meest innovatieve. We kiezen bewust minder voor de hand liggende plekken, twee jaar geleden bijvoorbeeld Murcia en nu Genk. Van daaruit onderzoeken we de status, het DNA van de Europese cultuur.”

Dergelijke uitspraken, zeker als je ze combineert, schroeven de verwachtingen hoog op. Wat gaat Medina doen om het begrip ‘biënnale’ van de grond af opnieuw op te bouwen? Enkele weken na zijn lezing in Maastricht ontmoet ik hem in het Genkse hoofdkwartier van Manifesta. Het ontoegankelijke is geweken en heeft plaatsgemaakt voor een jongensachtig gezicht en een aanstekelijk enthousiasme.

“Nog veel meer dan op eerdere edities gaan we bij Manifesta9 uit van de plek”, begint hij. “De herinnering aan het mijnverleden leeft in Genk nog heel sterk: niet alleen in de gebouwen en de structuur van de stad, ook bij de mensen. Op die energie wil ik voortbouwen om iets te laten zien van de transformatie van een industriële naar wat we voor het gemak een post-industriële samenleving noemen. Maar bedenk dat dat hele zogenaamde ‘post-industriële tijdperk’ eigenlijk een regionaal verschijnsel is! De wereld als geheel is nog volop industrieel, alleen vindt de productie steeds minder in West-Europa plaats. Elders in de wereld is het Genkse verleden nog steeds actueel. Genk op zich is uniek, maar staat voor iets veel groters.”

“Ik wil dat laten zien door niet alleen hedendaagse kunst te tonen, zoals elke kunstbiënnale doet, maar ook oudere kunst”, vervolgt Medina. “En als derde ‘luik’ doen we zelfs een stapje buiten de kunst en kijken we naar erfgoed dat met de mijnindustrie te maken heeft. Die brede aanpak maakt deze Manifesta bijzonder.”

Het hedendaagse deel van de tentoonstelling is misschien nog het meest ‘biënnale-achtig’. Er is een mengsel van bestaand werk en werk dat speciaal voor de gelegenheid is gemaakt en er zijn naast gevestigde namen veel jonge, veelbelovende kunstenaars. Toch zetten Medina en zijn associate curator Katerina Gregos ook hier hun eigen accenten. Medina is zeer gesteld op sociaal-geëngageerde kunst, maar minder op kunstenaars die zogezegd zelf de wijk in gaan, acties op touw zetten en volledig site-specific werk maken. “Die benadering werkt niet”, zegt hij stellig. ”Eerder integendeel. Het engagement zit hem in de show als geheel, het verhaal dat erachter zit, de relaties tussen de tentoongestelde werken onderling en met de locatie.”

Het kunsthistorische deel, waar Medina samenwerkt met Dawn Ades, zorgt voor een eerste blikverruiming. Onder een aantal verschillende kopjes wordt duidelijk dat de vaak kritische kijk van de hedendaagse kunst op de industriële samenleving zeker niet de enige is. Hij haalt een anekdote aan over Claude Monet “die tijdens zijn verblijf in Londen klaagde dat er niet genoeg smog was. Zonder smog kon hij het omfloerste licht niet schilderen!” Monet is niet aanwezig in Genk, wel een vergelijkbaar Londens schilderij van Emile Claus. Naast de veranderende omgang met milieuverontreiniging komen bijvoorbeeld de sociale kant van de mijnindustrie en de verbeelding van het Carboon aan de orde.

Het meest verrassende deel van Manifesta9 is ongetwijfeld het erfgoed-deel, dat de blik nog verder opent. Cuauhtémoc Medina wil er een aantal weken voor de opening maar weinig over kwijt. “Wat je daar mag verwachten?” zegt hij plagerig. “Allemaal dingen die je niet verwacht! Het loopt uiteen van Suske en Wiske tot Turkse gebedsmatjes.”

Anders dan op eerdere Manifesta’s hoeven er in Genk geen wandelingen ondernomen te worden van het ende onderdeel naar het andere. Alles is geconcentreerd in het reusachtige hoofdgebouw van Waterschei aan de noordoostrand van de stad. Die concentratie helpt om verbanden tussen de verschillende delen van het drieluik te leggen, denkt Medina. “We doen het niet helemaal zonder uitleg, maar de mensen moeten ook zelf denken. Wij zetten alleen maar de val”, voegt hij er met een brede grijns aan toe.

Manifesta9. Van 2 juni t/m 30 september in het hoofdgebouw van de mijnsite Waterschei. www.manifesta9.org