We zitten midden in een historische, wereldwijde crisis. Toch werden de 500 rijkste mensen van de wereld, meldde financieel persbureau Bloomberg laatst, in het eerste halfjaar van 2020 samen 809 miljard dollar rijker. Een groei van veertien procent; mijn vermogensgroei dit jaar is zwaar negatief. 

De trendsetters in de top-500 zijn bekend. Tesla-ziener Elon Musk rondde de kaap van honderd miljard. Jeff Bezos van Amazon is intussen goed voor 200 miljard, zijn ex-vrouw MacKenzie Scott heeft 65,4 miljard als doekje voor het bloeden. Nog maar honderd miljoen te gaan, dan is ze de rijkste vrouw op aarde.

Zoals meestal profiteren de rijken van een crisis, en levert de rest in – en niet zo’n beetje. Ondanks de stijgende welvaart is het besteedbare inkomen van de Nederlander er de laatste vijftien jaar niet op vooruit, maar op achteruit gegaan. 

Met de miljarden aan steunoperaties die de overheid de afgelopen maanden heeft rondgestrooid, gaat het niet anders. De groten pakken het brood, de rest moet het doen met de kruimels die over de rand vallen. Exact naar het klassieke kapitalistische gedachtegoed: wanneer het boven in de boom regent, zal het onderaan gaan druppen. U weet wel, de onzichtbare hand van good old Adam Smith die ervoor zorgt dat bij economische groei iedereen, ook de onderkant, profiteert. Eigenbelang is ook algemeen belang.

Klopt dat?

In het voorjaar trok het kabinet 300 miljoen uit om de cultuursector overeind te houden. Het geld ging vrijwel volledig naar de grote, gesubsidieerde instellingen. Die zijn too big to fail, die mogen niet omvallen. Toch werd er hier en daar geopperd dat een deel van deze miljoenen zou ‘doordruppen’ naar klussen voor de tienduizenden werkloos thuiszittende zzp’ers.    

Wensdenken. De instellingen hielden liever zichzelf in overeind. Elk belang begint bij eigenbelang.

Vlak voor we de tweede golf zagen aanspoelen, heeft de minister er nog eens 482 miljoen bijgestort. Ook van dat geld zal weinig bij de zzp’ers terecht komen. Zij krijgen pas bericht als ze weer nodig zijn om de sector op gang te trekken, als er weer behoefte is aan ideeën, en aan uitvoerders die niet op een extra uurtje kijken. 

Afgelopen week kwam de provincie Limburg met een steunplan van 1,6 miljoen voor de sector. Investeren in overleven, heet het pakket –  en ook hier wordt het overleven vooral gegund aan de usual suspects: musea, theaters, erfgoedinstellingen. Vanuit Binnenlandse Zaken komt nog eens 7,5 miljoen voor cultuur bestemde gelden naar de gemeenten. 

Iemand zou eens moeten uitrekenen waar dat cultuurgeld terecht komt. Nu het geld regent, is het interessant om te zien hoeveel daarvan doordrupt naar de makers en de uitvoerders: de zzp’ers. Zo’n zestig procent van de werknemers in de cultuurwereld is zzp’er, in geen enkele sector is dat percentage zo hoog. Ze vormen het cultureel kapitaal van de sector, maar worden daar niet voor beloond. Sinds we in de ban zijn van het virus, al helemaal niet. 

Ik vrees dat er weinig tot niets doordrupt. De onzichtbare hand heeft zichzelf overspeeld. Het eigenbelang wordt naar neoliberaal model goed bediend, het algemeen belang is ver te zoeken. 

De grote instellingen kunnen de pandemie uitzieken, dat het aanbod is gedecimeerd, en daarmee de inkomsten, raakt hen amper. De overheid vult toch wel aan. 

Intussen zit het echte cultureel kapitaal, de artiesten, de makers, de muzikanten, de ondersteuners, de regelneven, thuis duimen te draaien tot…  Ja, tot wanneer eigenlijk? En wie doet er wat aan?

WIDO SMEETS