Een lunchroom, concerten, films, een bierproeverij. Grietje Braaksma van boekhandel Grand Theatre in Breda grijpt alles aan om mensen binnen te halen. “Ik wil een huis vol verhalen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten.”

Wie door de Moorse galerij het statige Grand Theatre in Breda betreedt, heeft het gevoel dat hij, tja.., een statig theater binnenkomt. Zelfs de rode loper ligt er nog.

Aan het eind van die loper ligt het deels in art deco-stijl ingericht theater: de balzaal, de bioscoop, het filmbalkon, de foyer. Tot de nok gevuld met boeken.

Ja, sommigen waren sceptisch, herinnert Grietje Braaksma (57) zich: wéér een nieuwe boekhandel? Maar, zegt ze, er zijn nooit teveel boekhandels. Ze kreeg gelijk. Haar twee jaar geleden geopende boekhandel Grand Theatre draait lekker, ook al ligt de zaak wat weggestopt, aan het einde van de winkelstraat. “We krijgen opvallend veel Belgen binnen”, zegt ze, “die lopen niet de vaste winkelroute, maar komend al dolend bij ons terecht.”

Het is februari, maar Braaksma, die in Grand Theatre leiding geeft aan acht mensen, is druk in de weer met de Book Store Day op 14 april. “We willen dan de allerleukste boekenzaak van Nederland zijn.”

De geboren Friezin heeft een lange geschiedenis in het boekenvak. Ze was hoofd boekeninkoop bij De Bijenkorf in Amsterdam toen ze werd gevraagd manager te worden in Breda. Het theater, in handen van de bekende Bredase ondernemer Aad Ouborg, stond al vier jaar leeg. Grietje trof een leeg gebouw aan, alles zat onder een dikke laag stof. “Alleen de kroonluchters werkten nog.” Ze was meteen betoverd door het gebouw. “Ik ben er nog elke dag verliefd op”, zegt ze, al brengt het ook een “gigantische verantwoordelijkheid” met zich mee om zorg te dragen voor zo’n groots monument.

Een theater en bioscoop voor de gewone man, met die bedoeling werd het in 1919 gebouwd. Ook als boekenwinkel moest het Grand Theatre een lage drempel hebben, vindt Braaksma. “Ik wil een huis vol verhalen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Iedereen moet het leuk vinden, van piepjong tot stokoud.” Dus kwam er een uitgebreide koffie- en lunchroom (“Een boekwinkel zonder horeca is niet meer van deze tijd”) en worden er tal van activiteiten gehouden, zoals lezingen, concerten, filmvertoningen, zelfs een bierproeverij. “Natuurlijk hoop ik dan ook wat extra boeken te verkopen.”

Waar veel boekhandels volgens Braaksma achterom kijken, blikt ze zelf vooruit. “Ik wil de boekhandel van de toekomst zijn, vol interactie met de klant.” De dromen die ze daarover heeft, worden vaak omgezet in daden. “We hadden hier een dansavond. ‘Hoe wil je dat gaan doen?’, vroeg iemand. Nou gewoon, dansen tussen de boeken! Dat werkte prima. We geven ook concerten: een rockband was bang dat er bier gemorst zou worden. Daar was ik helemaal niet bang voor. De zuinigheid en trots op het gebouw straalt van je af: er was dan ook niets aan de hand.”

De flipperkast naast de kassa is een statement, zegt Braaksma. “Al die jongeren die denken: ‘Buuh, boeken lezen is duf en saai…’ Ik wil meer rock-’n-roll, bedacht ik, een flipperkast! Binnen drie dagen was die geregeld.” De flipperkast zorgt ook voor onverwachte ontmoetingen. “Soms staan er drie generaties tegelijk achter de kast.”

Het Grand Theatre heeft een bijzondere indeling, met veel aandacht voor kinderboeken. “We hebben verschillende winkeltjes binnen de winkel, aangekleed rond de genres. We zijn ook heel trots op onze Nijntje-shop-in-shop. Dat is een blikvanger van jewelste.”
“Uiteraard” is Braaksma zelf een fervent lezer. Ze zat in het boekenpanel van De Wereld Draait Door en leest eens in de twee weken op zaterdagochtend een boekbespreking voor op NPO Radio 4. ,,Ik ben een omnivoor. Schrijvers als Ian McEwan en Elizabeth Strout volg ik met speciale aandacht. Iemand van wie ik vanaf het begin alles heb gelezen, is Arnon Grunberg. Toen ik Marek van der Jagt las, wist ik al na drie zinnen dat het Grunberg was, haha.”
Ze vreet recensies, een Boekentop 10 tref je in haar winkel nergens aan. “Ben ik zeer op tegen. Mensen weten heel goed wat ze leuk vinden. Laat ze zelf maar op ontdekkingstocht gaan.”

Het zijn geen makkelijke tijden voor de boekhandel. “Ik steek mijn kop niet in het zand. Mensen lezen thrillers of detectives steeds meer op hun e-reader, of halen het boek bij de bieb. Maar non-fictie doet het juist hartstikke goed, net als Engelstalige literatuur. Kinderen van elf, twaalf jaar lezen tegenwoordig zonder probleem Engelse boeken.”
Een zwartkijker is ze allesbehalve. “Ik wil van deze toko een succes maken. Ontlezing? Het is maar hoe je het bekijkt. Mensen lezen meer dan ooit, al is het dan steeds vaker op een laptop of iPhone. Daar moet je op inspelen. We pakken de marketing op het digitale vlak heel serieus aan, zijn zeer actief op de sociale media, hebben veel volgers op Facebook. Online verkoop doen we niet, maar we hebben wel een antwoord op bol.com. Als een boek er niet is, zorgen wij ervoor dat het er een dag later wél is.”

Als ze het plan ‘Red het boek’ mocht samenstellen, hoe zou dat eruitzien? “Laat alle Pabo-studenten verplicht twee boeken per maand lezen. Stel in het voortgezet onderwijs een verplichte leeslijst op met de canon van de literatuur. Laat alle docenten elk jaar een halve dage stage lopen bij een boekhandel, en omgekeerd boekhandelaren op school. Laat alle meesters en juffen jaarlijks met hun kinderen een winkel bezoeken. En dan geven we eens per jaar met z’n allen én met leuke schrijvers een groot feest in Ahoy om te vieren hoe leuk lezen is. Of schiet ik nu door in mijn dromen?”