Eind april was ik in Barcelona voor de twee openingsshows van de Europese tournee van Bruce Springsteen. Om zes uur, drie uur voor hij begon, kwam ik bij het stadion aan. Er stond een rij zoals ik nog nooit in mijn leven heb gezien. Hij slingerde langs vrijwel het volledige Olympisch Stadion; de 55.000 bezoekers hadden allemaal besloten er al bij het openen van de poorten te zijn. 

De organisatie was hier duidelijk niet op voorbereid: er waren geen hekken en geen linten. Dus bepaalden de fans de volgorde. Voorkruipen was heel gemakkelijk, maar gebeurde nauwelijks; wie het waagde, werd vriendelijk maar beslist gecorrigeerd door andere fans. Sociale controle in de goéde zin van het woord: de norm wordt democratisch vastgesteld, en vervolgens gezamenlijk gehandhaafd. 

Tijdens de uren in de rij voor Bruce realiseerde ik me dat de rij eigenlijk perfect bij hem past. Er moet een offer worden gebracht, aan het eind wacht de beloning (‘Still at the end of every hard earned day people find some reason to believe’), en tijdens het wachten is iedereen gelijk. Welke kaart je ook hebt: je moet aansluiten in de rij, er is geen shortcut te koop. 

Er zit een belofte van gelijkwaardigheid in het werk van Springsteen. Daarom past het ook zo slecht bij hem dat hij is meegegaan in het moderne systeem van dynamic pricing, waardoor bij een hoge vraag en een laag aanbod kaarten extreem duur kunnen worden. De marktwerking in optima forma, bij de man met een oeuvre over de slachtoffers van precies dit kapitalisme. Het leverde hem veel kritiek op, en een smet. 

De marktwerking in optima forma, bij de man met een oeuvre over de slachtoffers van precies dit kapitalisme

Zijn reactie was dat mensen die de show het geld niet waard vinden, hun geld mogen terugvragen. Die zullen er niet zijn, want Springsteen is tijdens deze tournee in een bloedvorm die in combinatie met zijn leeftijd (73) het menselijke voorstellingsvermogen bijna te boven gaat. Hij zou de kritiek als een compliment kunnen beschouwen: ja, meer artiesten gaan mee in die dynamic pricing, maar de morele lat voor Springsteen ligt hoger, omdat zijn fans hem hoger hebben zitten dan die andere artiesten. 

Datzelfde geldt voor het festival Down the Rabbit Hole, dat dacht de enorm gestegen prijzen voor artiesten, crews, catering en wat eigenlijk niét te kunnen compenseren met de verkoop van ‘upgrades’ van 350 euro bovenop de entreekaarten van 255 euro. Voor 605 euro kregen deze upgrades onder meer een panoramadek, van waaruit ze letterlijk konden neerkijken op de andere bezoekers, en eigen toiletten, zodat ze niet de stront van de armoezaaiers hoefden te ruiken. Er kwam zóveel kritiek dat het festival het arrangement weer cancelde. Kennelijk had de organisatie niet bedacht dat ze met het opwaarderen van de meest koopkrachtige bezoekers alle andere bezoekers afwaardeert. 

Net als Springsteen zou het festival blij moeten zijn met de kritiek. Het betekent dat je bezoekers je festival een ziél toeschrijven, dat ze je hoger inschatten dan een marktplaats waarin wie het meeste betaalt ook alles bepáált. Dat ze je dus beschouwen als kunst. 

Bruce Springsteen & E Street Band spelen 11.06 in Landgraaf en 18.06 in Werchter. Down The Rabbit Hole is van 30.06 t/m 02.07 in Ewijk, bij Nijmegen.