Een boekverkoper moet tegenwoordig verder kijken dan zijn winkeldeur, weet Ruud Mutsaers van Gianotten Mutsaers in Tilburg. “Misschien koopt zo’n klant opnieuw een voetbalbiografie. Daar is niks mis mee.”
Winkelende ouders in de Tilburgse Emmapassage die ineens hun kind kwijt zijn, weten vaak bij voorbaat waar ze zoon- of dochterlief terug kunnen vinden: in de kraanwagen bij Gianotten Mutsaers. Die kraanwagen, een 3D-versie van de rode kraanwagen uit Pluk van de Petteflet, is niet meer weg te denken uit de Tilburgse boekhandel. “In elk geval twintig jaar”, antwoordt boekverkoopster Ellen Berendsen op de vraag hoe lang ie er staat, “zo lang werk ik hier al.”
Rond de kraanwagen staan tenten, niet van zeil, maar van hout. Op de flanken prijken kinderboeken. Even verderop staat een huisje, de Re-Book Store, de muren zijn aan binnen- en buitenkant behangen met kasten vol tweedehands boeken. In het midden van de zaak vangt een bijna tien meter lange leestafel de aandacht. Er wordt gelezen, gekletst, koffie gedronken, een blonde vrouw zit te tikken op haar laptop. Boekhandel Gianotten Mutsaers ontvangt de klandizie in een huiselijke sfeer. Door de hele winkel staan zitjes met stoelen uit grootmoeders tijd – toen was lezen nog heel gewoon.
Een kwart van het duizend vierkante meter grote winkeloppervlak wordt ingenomen door een lunchcafé met zeven aan boekenthema’s gerelateerde huiskamertjes. “Het lunchcafé is wezenlijk voor onze formule”, zegt Ruud Mutsaers, die de boekhandel samen met zijn moeder Marlous runt. Met zijn 35 jaar is hij er een broekie; zijn moeder en de vier vaste boekverkopers zijn twintig jaar of langer in dienst; de winkel zelf stamt uit 1947.
Die traditie was in 2014 in het geding toen winkelketen Polare, indertijd het moederbedrijf, failliet ging. Met crowdfunding haalden moeder en zoon Mutsaers 50.000 euro op en zorgden voor een doorstart. Sindsdien hebben ze de zaak drie keer verbouwd. Voor de vierde aanpassing wachten ze even af, nu de Tilburgse binnenstad à 200 miljoen euro op de schop gaat. Ruud Mutsaers kijkt ernaar uit, de Emmapassage maakt al jaren een mistroostige indruk. “De kap gaat eraf. Dertig jaar geleden was de passage een prijswinnend voorbeeld voor andere steden. Tegenwoordig willen mensen weer het buitengevoel hebben als ze gaan winkelen.”
Een moderne boekhandelaar moet tegenwoordig verder kijken dan zijn winkeldeur. Dat gaat Mutsaers goed af. “Het is niet meer zo dat de winkeliers elkaar beconcurreren. Als binnenstad moeten we concurreren met dag-attracties als de meubelboulevards en de Efteling. Mensen trekken er een dagje op uit. Wij moeten ze een reden geven om naar hier te komen.” Hij vertrouwt erop dat het met de opknapbeurt gaat lukken. “Het bijzondere aan Tilburg is dat de winkeliers in het centrum gemotiveerd zijn om de binnenstad weer aantrekkelijk te maken.”
Terwijl de boekhandels al jarenlang in de verdrukking zitten, boekt Gianotten Mutsaers sinds de uitkoop een jaarlijkse omzetgroei van zes à zeven procent. “2017 was wat minder”, zegt Mutsaers. “Het aanbod was minder dan andere jaren.”
Van de zo gevreesde ontlezing zegt hij niet zo veel te merken. “Onze klanten vinden het belangrijk dat ook hun kinderen boeken lezen. En er komen hier heus wel ‘young adults’, jongeren vanaf vijftien jaar. Ze lezen vooral sciencefiction, Engelstalig. En er zitten hier vaak studenten te werken, die kopen ook wel eens een boek.”
Het verschil dat Mutsaers als boekhandel in tijden van digitalisering wil maken, is de persoonlijke benadering. “Boeken kopen kun je overal. Behalve het assortiment bieden we wat extra’s door de klant te verrassen, door individueel contact te zoeken en adviezen te geven in de vorm van persoonlijke tips van onze verkopers.” Niet zo vreemd dus dat de webshop van Gianotten Mutsaers niet meer dan vijf procent van de omzet binnenhaalt. Mutsaers, laconiek: “Onze aandacht ligt vooral in de winkel.”
Als kind van een boekverkoper, zijn moeder zit ruim veertig jaar in het vak, groeide Ruud Mutsaers op tussen de boeken. Toen hij studeerde werkte hij er als oproepkracht, nadat hij zijn studie commerciële economie eraan had gegeven solliciteerde hij naar een voltijds functie. Vroeger las hij vooral literatuur, sinds hij de afdeling Engelstalig onder zijn hoede heeft is hij verslingerd geraakt aan fantasy, aan boeken als The Book of Joan van Lidia Yuknavitch of Seveneves van Neal Stephenson.
Welke maatregelen hij zou nemen, mocht hij minister zijn, om het boek te promoten en het lezen te bevorderen? “Ik zou op de basisscholen meer aandacht besteden aan lezen en voorlezen. De effecten daarvan zijn wetenschappelijk bewezen. Mijn moeder leest wekelijks voor op de basisschool van haar kleindochter, mijn nichtje. Op veel scholen gebeurt dat niet meer. Ik denk dat het daar begint.”
De vaste boekenprijs zou hij handhaven: “Dat is belangrijk om het aanbod en de doorstroming op peil te houden.” Verder zou hij, als minister van cultuur, de boekpromotie in de media stimuleren. “Serieuze aandacht voor boeken, behalve in het boekenpanel bij DWDD en bij VPRO Boeken, is er niet. Er is alleen interesse in ‘waar gebeurd’-boeken over celebrities en voetballers.”
Niet dat hij daar op tegen is. “Er is door collega’s veel geschamperd over de successen van de Gijp-boeken. Tegelijkertijd hebben we ze met stapels verkocht. En sommige van die lezers zie ik hier terug in de zaak. Misschien koopt zo’n klant opnieuw een voetbalbiografie. Daar is niks mis mee, vind ik. Door te lezen geven ze het goede voorbeeld aan hun kinderen. Of dat effect heeft, weet ik trouwens niet.”
Dis is het derde deel in een reeks van tien over boekhandels in tijden van ontlezing.