Waar steden als Leiden, Utrecht of Amsterdam eeuwen de tijd hadden om uit te groeien tot studentenstad, ging dat in Maastricht hals over kop. De strubbelingen die dat opleverde, worden nu weggewerkt. Een gesprek met burgemeester Penn-te Strake en wethouder Damsma over de universiteit als nieuwe prioriteit.

“Ik probeer me Maastricht wel eens voor te stellen zonder universiteit. Dan heb je een mooie maar stille stad waar weinig gebeurt. De universiteit zorgt voor variatie en levendigheid. Ze is goud voor Maastricht, dat staat als een paal boven water.”

Burgemeester Annemarie Penn-te Strake komt net uit een overleg met het UM-bestuur. Hoewel pas drie maanden in functie, aarzelt ze geen moment om de relatie tussen gemeente en universiteit als “zeer positief” te bestempelen. “Er is veel overleg, over alle belangrijke onderwerpen.”

Het klinkt logisch dat de stad en haar belangrijkste werkgever het goed met elkaar kunnen vinden. Toch is dit intensieve overleg op het hoogste niveau iets van recente datum. Decennialang spraken vertegenwoordigers met elkaar op afdelingsniveau, een overkoepelend overleg was er niet. Daar is er pas sinds 2013 verandering in, toen het project Student & Stad werd gelanceerd. “Het was echt een inhaalslag”, erkent Mieke Damsma, wethouder studentenzaken. “We hebben de relatie tussen universiteit en gemeente, tussen studenten en Maastrichtenaren, als prioriteit benoemd. We hebben personeel vrijgemaakt en een actieprogramma opgesteld om de stad meer in te richten op maat van de student.”

En dan hebben we het in Maastricht, waar meer dan de helft van de studenten uit het buitenland komt, vooral over de niet-Nederlandstalige student. Het gebrek aan tweetaligheid bij gemeentelijke diensten werd aangepakt met de lancering van de portal MyMaastricht.nl. Dit jaar ging de International Students’ Club van start. Daar kunnen buitenlandse studenten, die zich doorgaans niet zo thuis voelen bij de traditionele studentenverenigingen, terecht voor een borrel of evenement. De aanzet is bescheiden, maar het is de bedoeling dat in 2017, als de nachtvergunningen in thuishonk de Timmerfabriek zijn geregeld en de verbouwing afgerond, de faciliteiten worden uitgebreid.

Aanleiding voor Student & Stad was de overlast die Maastrichtenaren – al dan niet terecht – toeschreven aan studenten. Vuilnis dat op verkeerde dagen wordt buiten gezet, overal fietsen, nachtelijk rumoer, langdurig bezette parkeerplaatsen. De veranderingen die vier decennia instroom van jonge, vaak tijdelijke buitenstaanders met zich meebrachten, vielen sommigen wat zwaar op de maag. Protest borrelde, polarisatie dreigde. “Een speciale milieupatrouille zit nu bovenop het vuilnisprobleem”, stelt Penn-te Strake. Ze krijgt bijval van Damsma: “Er is een speciale studentenagent, een aparte parkeervergunning voor studenten buiten de binnenstad en door middel van een faculty tour worden buitenlandse studenten voorgelicht over hoe dingen wel en niet werken in Maastricht. Het zijn investeringen in het burgerschap van studenten, die we moeten beschouwen als volwaardige inwoners.”

Burgemeester Annemarie Penn-te Strake. foto Gemeente Maastricht / Hugo Thomassen

Penn-te Strake wil ook benadrukken wat de universiteit de stad allemaal brengt. De 16.000 reguliere en 2.000 uitwisselingsstudenten leveren de stad zorgen jaarlijks 800 miljoen euro aan inkomsten op. De aanwezigheid van twee studenten laat zich bovendien vertalen in één baan. Oftewel: de UM levert de stad 8000 banen op. En dan zijn er nog de theaters, bioscopen en tal van culturele voorzieningen die er deels niet zouden zijn als Maastricht geen studentenstad was. “Het is alleen soms moeilijk die meerwaarde zichtbaar te maken”, stelt de burgemeester. “Ook de mensen in de randgebieden van de stad, in Heer, Caberg of Amby, moeten die meerwaarde voelen. Studenten hebben kennis waar burgers misschien behoefte aan hebben. Tijdens mijn eigen rechtenstudie gaven wij gratis juridisch advies aan burgers. Het gebeurt nu incidenteel, zoals onlangs bij de vluchtelingenopvang, waar studenten dag en nacht insprongen om alles binnen korte tijd voor elkaar te krijgen.”

Eerste prioriteit is om studenten en stedelingen bij elkaar te brengen zodat ze elkaar beter leren kennen. Damsma: “We leggen de kalenders van Maastricht en universiteit naast elkaar om knooppunten te creëren. De culturele route door universiteitsgebouwen is er zo een. Maar ook de cantus in het paviljoen van Château Maestricht of de cultuurmarkt Culture Valley tijdens de introductieweek. Studentenverenigingen organiseren zelf ook dingen, zoals walking dinners, die wij soms ondersteunen.”

Gezien de groeiplannen is een beter contact tussen studenten en burgers geen overbodige luxe. De universiteit wil graag doorgroeien naar 25.000 studenten. Tegelijkertijd is er een uitstroom van autochtonen. “De kans dat er studenten naast je komen te wonen, is groot”, stelt Damsma. “Dat is ook de reden waarom we niet een quotum willen instellen zoals in Groningen, waar een maximum van twee studentenhuizen per straat is vastgesteld.”

“Integratie en participatie zijn cruciaal”, vindt Penn-te Strake. “De universiteit moet verankerd raken in de stad.” Damsma haalt het BOOT-project uit Amsterdam aan als voorbeeld van hoe dat gerealiseerd kan worden. In dat project worden studenten als onderdeel van hun studie ingezet om vraagstukken op buurtniveau te helpen oplossen. “Het zou mooi passen in het probleemgestuurd onderwijs van de universiteit en daarmee kunnen we komen tot een studentenstad 2.0.”

Er is nog veel te doen, maar Penn-te Strake vindt dat Maastricht trots mag zijn op wat er in korte tijd is bereikt, “iets waar andere studentensteden honderden jaren de tijd voor hebben gehad”. En ze heeft ambities. “Het is mijn droom dat over tien jaar, als de UM haar vijftigste verjaardag viert, is uitgegroeid tot dé Europese universiteit, gevestigd in een internationaal georiënteerde kennisstad. Die gedachte, daar krijg ik als burgemeester echt kippenvel van.”

Foto boven: Harry Heuts