Twee onderzoeksrapporten halen vernietigend uit naar het gemeentelijk cultuurbedrijf De Domijnen in Sittard-Geleen. PAUL VAN DER STEEN las ze en sprak met betrokkenen. Dringende adviezen van de consultants: benoem een artistiek-inhoudelijk directeur, geef de onderdelen een deel van hun zelfstandigheid terug en gebruik de naam De Domijnen alleen nog intern.
Het organiseren van culturele evenementen in Sittard-Geleen is de afgelopen jaren een kunst op zich geworden. Sinds zes jaar valt de stedelijke cultuur onder de koepel van De Domijnen. De kleinste zaken, zo vertellen medewerkers, moeten eerst langs de centrale diensthoofden (in de wandelgangen het Politburo genoemd) of langs directeur Tom de Rooij zelf: van de papierkwaliteit van een uitnodiging tot een kleine wijziging in de inrichting van een van de vestigingen.
Het beeld van een ultra-strak aangelijnde organisatie komt overeen met de bevindingen van adviesbureau BMC, dat in opdracht van de gemeente Sittard-Geleen onderzoek deed naar het functioneren van De Domijnen, de stichting waar in 2015 de belangrijkste cultuurinstellingen van de stad in opgingen. Eerder werd een kritisch rapport van bureau Berenschot over de podia van De Domijnen onder de pet gehouden.
In 2015 verloren schouwburg, museum, bibliotheek en filmhuis hun zelfstandigheid, hun directeuren werden aan de kant gezet. Van de beloofde synergie van de samensmelting is echter weinig tot niets terechtgekomen, stellen de onderzoekers. Het hoofdkantoor is leidend geworden voor de creatieve processen in de afzonderlijke onderdelen. De Domijnen is meer een beheersorganisatie dan een vernieuwend cultuurbedrijf. De consultants vinden het verstandig om een artistiek/inhoudelijk directeur naast de bestaande directeur neer te zetten.
De harde conclusies van BMC, waarover de gemeenteraad zich begin 2021 zal buigen, klinken als varianten van waarschuwingen die al voor de start van De Domijnen klonken. ‘Cultuur in crisis in Sittard’, kopte Zuiderlucht in maart 2014. Volgens de ondernemingsraad waren de amFbities indertijd ‘niet helder en transparant’ en de drijfveren ’te veel financieel gericht en te weinig kwalitatief inhoudelijk’. ‘Het leidt tot eenheidsworst’, voorspelde de Sittardse schrijver/cultuurcriticus Cyrille Offermans in Zuiderlucht. ‘Als je zo nodig wil streven naar een onderscheidend cultureel profiel, moet je de professionals juist niet buitenspel zetten.’
Het idee voor één groot cultuurbedrijf dateert van tien jaar geleden. Het ontstaat op de werkkamer van de inmiddels overleden CDA-wethouder Yvonne Baeten en de aanwezigen zien vooral voordelen: door veel van de overhead centraal te regelen, kan minstens zes ton worden bezuinigd. Een nieuw, slagvaardig cultuurbedrijf kan Sittard-Geleen de kleur op de wangen geven die een gemeente met bijna honderdduizend inwoners toekomt. Zo’n breed georiënteerde cultuurcluster past in het vestigingsbeleid van de fusiegemeente die kenniswerkers wil aantrekken voor de prestigieuze Chemelot Campus waar wordt gewerkt aan hoogwaardige materialen en biomedische producten.
Zoals bij elke verandering of reorganisatie klinkt er intern gemor. Anderen zien juist kansen. Een medewerker: ‘Projecten kunnen op meer plekken tegelijk een gezicht krijgen. En hoe mooi is het dan als je van elkaars kwaliteiten kunt profiteren. Via een laagdrempelige instelling als een bibliotheek is het bijvoorbeeld mogelijk mensen te interesseren voor beeldende kunst en ze misschien zelfs naar een museum te trekken.’
Diezelfde medewerker raakt al gauw teleurgesteld: ‘Waar je tot een heel scala aan mooie culturele gerechten had kunnen komen, is het één grote appelmoes geworden.’ De beloofde synergie komt niet verder dan ‘een weinig inspirerende folder met aankondigingen van elkaars activiteiten.’
Vanaf het begin wordt De Domijnen geleid door Tom de Rooij, een organisatiedeskundige uit Almere met ervaring in de culturele sector. Met een jaarsalaris van 130.000 euro verdient hij ongeveer evenveel als de burgemeester van Sittard-Geleen. Volgens medewerkers is hij vooral druk met het uitrollen van zijn organisatieschema.
De afzonderlijke instellingen verliezen bij de operatie hun naam. Ze krijgen rugnummers: Domijnen 01, Domijnen 02, Domijnen 03. Het onzalige idee wordt later deels teruggedraaid. De onderzoekers van BMC pleiten nu voor het zo min mogelijk gebruiken van de naam ‘Domijnen’. Het merk is na jarenlang gedoe te besmet. Bij die operatie hoort volgens de consultants ook het teruggeven van een grotere mate van zelfstandigheid aan de verschillende onderdelen.
De bezuinigingsdoelstelling van zes ton per jaar wordt gehaald – maar niet zonder prijs. Het aanbod wordt per jaar kleiner, en volgens BMC is er geen enkele ‘lucht’ meer voor groei en ontwikkeling bij de onderdelen. Volgens de opgave van De Domijnen groeide het publiek van 497.367 bezoekers in 2015 naar 614.369 in 2019. Het filmhuis en het vorig jaar geannexeerde poppodium Volt zetten naar verluidt grote stappen, en het aantal activiteiten in de publieke ruimte neemt toe. Maar hoe wordt daar geteld? Geldt iedere toevallige passant meteen als bezoeker van het Domijnen-event?
‘Met een jaarsalaris van 130.000 euro verdient hij ongeveer evenveel als de burgemeester van Sittard-Geleen.’
Andere instellingen verliezen terrein. Zoals de schouwburg, die met ruim eenderde krimpt in zijn aanbod, van 250 voorstellingen in 2015 naar 160 voorstellingen in 2017, en minder risicovol gaat programmeren. Voor een gedurfde theateruitvoering moet je niet in Sittard zijn. Bij voorheen museum Het Domein is het weinig anders. Het ooit spraakmakende museum met landelijke uitstraling was jarenlang een platform voor jonge kunstenaars uit binnen-en buitenland. In vijf jaar tijd is het vrijwel onzichtbaar geworden, ook letterlijk: het zit verstopt in een gebouw van Hogeschool Zuyd. Volgens opgave komen er jaarlijks nog zo’n 4500 à 5000 betalende bezoekers. Toen het museum nog Het Domein heette, was dat het viervoudige. Ook de stichting Vrienden van het Domein is geen schim meer van wat die ooit was, zegt oud-voorzitter Henk Hollemans. ‘Toen Stijn Huijts directeur was, trokken bijeenkomsten met kunstenaars en spraakmakende gasten van buitenaf makkelijk 100 tot 150 bezoekers. Dat is nu ondenkbaar.’
De werkomstandigheden van het personeel verslechteren. Overleg tussen gemeente, Domijnen en vakbonden wordt op het scherpst van de snede gevoerd. Terwijl De Domijnen een verzelfstandigde organisatie is, werken veel werknemers nog op detacheringsbasis, bang als ze zijn om hun arbeidsvoorwaarden als ambtenaar in te ruilen voor een ongewis avontuur bij het cultuurbedrijf. Die vrees is alleen maar groter geworden nu de organisatie achter blijft bij de verwachtingen en de werksfeer gespannen is. Hoe zeker zijn ze van hun toekomst? Nog altijd is niet iedereen over naar De Domijnen.
Bij het personeel dat wel onder die organisatie valt, is het ziekteverzuim hoog. In de eerste jaren kruipt het zelfs richting acht procent. In de jaarverslagen wordt aangetekend dat langdurig zieken het cijfer vertekenen. ‘Wat ze niet melden is dat veel mensen overspannen of vanwege een arbeidsconflict thuis zitten’, vertelt een medewerker. Niet zelden komt het tot slepende juridische procedures. ‘Wie niet vertrokken is, doet braaf wat hem wordt opgedragen. Omdat tegengeluiden door de directie niet worden gewaardeerd, is er weinig initiatief vanuit de organisatie.’
Zo vocht museumconservator Roel Arkesteijn met succes zijn ontslag aan bij de rechter. De Domijnen moeten hem terug in dienst nemen. Arkesteijn, op papier nog steeds gemeenteambtenaar, zou zich jarenlang hebben verzet tegen de nieuwe opzet van het cultuurbedrijf. Bij de opbouw van een tentoonstelling zou hij zich volgens De Domijnen op niet te tolereren wijze hebben opgesteld. De rechter oordeelde dat er weliswaar wat op zijn houding viel aan te merken, maar dat ontslag zonder vergoeding een veel te zware sanctie was. Bovendien had de gemeente moeten kijken naar herplaatsingsmogelijkheden binnen de organisatie.
Ook schuurt het bij het (verplicht) opgaan van instellingen in het cultuurbedrijf. Tussen De Domijnen en muziekschool Artamuse komt het ook na lang overleg en rechtsgang niet tot overeenstemming. De gemeente stopt met de subsidiëring, het betekent de nekslag voor de muziekschool. Na het muziekonderwijs verdwijnt het onderkomen aan de Broeksittarderweg onder de slopershamer. Het maakt plaats voor een nieuwe brandweerkazerne.
De grip van Sittard-Geleen op het cultuurbedrijf, dat dit jaar 9,1 miljoen euro aan gemeentelijke subsidie incasseert, is beperkt. Bij de totstandkoming van De Domijnen zijn nauwelijks inhoudelijke criteria vastgelegd. Waar moet je bij een objectieve, kwalitatieve toetsing dan naar kijken? Binnen het gemeentehuis gaan twee bestuurders over het dossier: wethouder Jos Bessems (DNA, cultuur) en wethouder Pieter Meekels (GOB, financiën, gebouwen en personeel), allebei van lokale partijen. De organisaties van de instellingen binnen De Domijnen zijn dusdanig met elkaar verweven dat het lastig is om de exacte pijnpunten te benoemen.
Vorig jaar zomer verscheen het ‘opstel’ Zijn we er klaar voor? van Giep Hagoort, voormalig hoogleraar Kunst en Economie aan de Universiteit Utrecht. Hierin stelt Hagoort vast dat veel managers in de cultuursector niet berekend zijn op hun taken. Hij wordt wél enthousiast van de aanpak van De Domijnen, waar hij op uitnodiging van directeur De Rooij nader heeft mogen kennismaken – de twee hebben een gemeenschappelijk verleden bij de Hogeschool Utrecht.
‘Waar je tot een heel scala aan mooie culturele gerechten had kunnen komen, is het één grote appelmoes geworden.’
In Sittard-Geleen komt het tot echte samenwerking tussen de afzonderlijke instellingen en kunstenaars, krijgt het publiek zeggenschap en jaagt het cultuurbedrijf het debat over de kunsten aan. Aldus Hagoort, die tot in dagblad Trouw de lof zingt over De Domijnen, ‘een koploper’ die er in slaagt de verschotting te doorbreken en nieuwe publieksgroepen aan te boren. Hagoort is niet tot diep in de krochten van De Domijnen gekropen. Als bronnen noemt hij ‘verschillende beleidsstukken, programma’s en folders, digitale kanalen, een bezoek aan verschillende locaties en een toelichtend gesprek met de directeur-bestuurder.’
Hagoort rept met geen woord over het rapport dat onderzoeksbureau Berenschot in opdracht van Sittard-Geleen maakte over de exploitatie van de podia van De Domijnen. Berenschot kraakte harde noten. Het cultuurbedrijf heeft moeite om cijfers en kengetallen te leveren die vergelijkbare instellingen op afroep paraat hebben; de baten en lasten per onderdeel zijn lastig duidelijk te krijgen, en Sittard-Geleen heeft door het jaarlijks overmaken van één bedrag aan De Domijnen nauwelijks mogelijkheden om bij te sturen.
Vooral de schouwburg laat volgens Berenschot een dramatisch beeld zien. Zelfs met eenderde minder opvoeringen en publieksvriendelijk programmeren doorstaat de schouwburg geen enkele vergelijking met andere theaters van die omvang. Zelfs met vijftig procent meer inkomsten of vijftig procent minder kosten dan nu het geval is, zou Sittard-Geleen nog relatief duur uit zijn.
Directeur De Rooij en de Raad van Toezicht, het bestuursorgaan dat hem vijf jaar geleden binnenhaalde, verzetten zich fel tegen de conclusies van Berenschot. In hun ogen deugen de zogenaamde benchmarks (de vergelijkingen met andere cultuurbedrijven) niet. In hun perceptie is De Domijnen een zo uniek concept dat elke vergelijking of parallel met wat elders op cultuurgebied gebeurt, onzin is.
Zes jaar na zijn aantreden ziet directeur Tom de Rooij De Domijnen nog steeds als lichtend voorbeeld voor cultuurbedrijven elders in het land. Zijn organisatie loopt volgens hem zelfs voor de troepen uit. In het onderzoek van Hagoort zegt hij: ‘Ons eerste cultuurondernemingsplan uit 2014 luidde: Dichter bij mensen. Het recente advies van de Raad voor Cultuur over cultuurregio’s luidt Cultuur dichtbij, dicht bij cultuur. We zien het als een cadeautje, maar bovenal als aanmoediging!’
Het interne debat over het Berenschot-rapport verdampt in de zomer van 2019 als de zittende coalitie in de gemeenteraad haar meerderheid verliest door een breuk met de lokale DNA-fractie, de partij van cultuurwethouder Jos Bessems. Pas begin 2020 komt er een nieuwe coalitie. De net aangetreden CDA’er Andries Houtakkers geeft als cultuurwethouder aan consultancybureau BMC de opdracht om het functioneren van De Domijnen als geheel te onderzoeken. Het kritische Berenschot-rapport haalt de gemeenteraad nooit, laat staan de buitenwacht. Binnen de gemeente krijgt het de status van ‘memo’, het wordt verwerkt in het BMC-onderzoek.
Het kritische Berenschot-rapport haalt de gemeenteraad nooit, laat staan de buitenwacht.
Onduidelijk blijft waarom de gemeenteraad en B en W van Sittard-Geleen de zaak zolang op hun beloop lieten. Had een zo afwijkend concept geen eerdere evaluatie verdiend? En hadden de alarmbellen bij de Raad van Toezicht met kopstukken uit politiek en bedrijfsleven na zoveel signalen niet veel eerder moeten afgaan? Valt directeur De Rooij na twee vernietigende rapporten wel te handhaven?
Terugdenkend aan de lyrische woorden die oud-hoogleraar Hagoort en De Rooij zelf aan de koploperspositie van De Domijnen wijdden, dringt de vraag zich op waarom Sittard-Geleen met het unieke concept van zijn cultuurbedrijf elders in het land maar geen navolgers vindt. Waar zijn ze, de wachtenden in de rij die staan te trappelen om deze gouden formule te mogen kopiëren?
PAUL VAN DER STEEN
‘Te veel nadruk op het bedrijfsmatige’
Wethouder Andries Houtakkers (CDA, cultuur) zegt ‘niet geschrokken’ te zijn van het BMC-rapport. ‘Het is hard, maar in balans. Ik vind De Domijnen nog steeds een goed idee: de backoffice wordt in één keer geregeld, het verlaagt de kosten en het brengt ondernemingszin. Maar de nadruk is te veel komen te liggen op het bedrijfsmatige.
Het heeft te lang aan evaluatie en goed gesprek ontbroken. Toen cultuurinstellingen Domijnen 01, 02, 03, enzovoort gingen heten, heb ik – toen nog als raadslid – aan de bel getrokken. Dat is daarna veranderd. We hebben ons als raad destijds onvoldoende gerealiseerd dat het een symptoom was van meer. Dit voorjaar ga ik aangeven hoe we aan de aanbevelingen van BMC gevolg gaan geven. De nadruk moet op de kunsten komen te liggen. Het lijkt me goed ook andere culturele instellingen in de gemeente zoals Het Laagland, VIA Zuid en Ad Mosam daarbij te betrekken. Of de huidige directeur kan aanblijven, is niet aan de gemeente. Daar moet de Raad van Toezicht van De Domijnen over oordelen. Dat De Rooij ongeveer 130.000 euro per jaar verdient, is nieuw voor me. Maar ook daar gaat de gemeente in eerste instantie niet over.’
Ook Odile Wolfs, voorzitter Raad van Toezicht De Domijnen, steekt de hand deels in eigen boezem. ‘Achteraf kan worden geconcludeerd dat we met te weinig randvoorwaarden en te weinig middelen een te ambitieus project zijn gestart. Er is ook veel goed gegaan, maar kijkend naar de artistieke inhoud is het totaalplaatje onvoldoende. Een concept als dit kan alleen slagen als iedereen er de schouders onder zet. De laatste beleidsnota cultuur van de gemeente dateert van 2009. Het was destijds een weloverwogen beleidskeuze. Met de wijsheid van nu zegt men: dat doen we anders. Binnen De Domijnen hadden we te maken met bloedgroepen. Bibliotheekmedewerkers en gedetacheerde gemeenteambtenaren hebben eigen cao’s en pensioenregelingen. Mensen, die na 1 januari 2015 in dienst zijn gekomen, worden intern ‘Domijners’ genoemd. Misschien hadden we als Raad van Toezicht zelf eerder een algehele evaluatie moeten oppakken. We hebben er in elk geval – geheel onbezoldigd – veel tijd in gestopt. Inmiddels is het zelfs dagelijks werk. In overleg met de gemeente gaan we de aanbevelingen van BMC oppakken en een streep zetten onder het verleden. Op de positie van De Rooij en zijn salaris ga ik niet in. Daar gaat het nu niet over.’
Directeur Tom de Rooij van De Domijnen wilde niet reageren.